Colofon
Het Berichtenblad is een uitgave van het bestuur van de Nederlandse Stichting 'Het Evangelie in Spanje' die beoogt de zaak van het Evangelie in Spanje - in nauw overleg met de Spaanse Evangelische kerken zelf -
vanuit de wijde kring der Nederlandse Protestantse kerken naar beste krachten te bevorderen.
Eindredactie: G.A. Voerman - van Haselen
Geertebolwerk 25 3511 XA Utrecht
info@evangelie-in-spanje.nl
website: www.evangelie-in-spanje.nl
MEDEDELINGEN VAN DE ADMINISTRATIE
Vriendelijk verzoeken wij u adreswijzigingen door te geven aan:
Geertebolwerk 25, 3511 XA Utrecht.
Voor uw medewerking zeggen wij u hartelijk dank.
BIJDRAGEN
Bijdragen voor ons werk zien wij graag tegemoet op bankrekening NL58 ABNA 0456774068 of op NL46 INGB 0000315800, beide ten name van 'Het Evangelie in Spanje' te Zeist.
De 'kerstbal' z.o.z. is gevuld met figuren uit de Napolitaanse kerststal in het Catharijne - museum Utrecht
....
Overdenking
De aandacht van de wereld om ons heen blijft hangen bij het 'Kindeke klein, kindeke teer'. Wij vieren als Christenen níet de verjaardag van Jezus, onze Heer en Herder, maar wij vieren Zijn Koningschap in de tijd tussen Kerst en Epifanie. Zijn Koningschap, dat begon in een stal, maar dat voleindigt bij Zijn Wederkomst, als Hij Zijn troon hier op aarde voor allen zichtbaar bestijgt.
Een moment om naar uit te zien, en ook een tijd om ons te bezinnen over ons eigen functioneren in dat Koninkrijk van Christus.
Zo vormen Advent, Kerstfeest en Epifanie (= verschijning) één geheel.
Met Hem als middelpunt van ons leven, ons verlangen en ons danken.
Van de redactie.
Voor u ligt een Berichtenblad met enkele langere nummers, waarvan we dachten dat ze toch Uw aandacht waard zijn. We beginnen met een stuk van de hand van onze Voorzitter, dat een nieuwe blik werpt op ons kerkzijn gezien vanuit een wereldomvattend perspectief. Zeer lezenswaardig. Dat geldt ook van het stuk van een vroeger lid van ons bestuur, de
Oud-katholieke priester Wiebe Feenstra, die schreef over de Stilte in het rumoerige Spaanse leven. Neem de tijd! Verder wat wetenswaardigheden vanuit het Spaans Protestantisme, en de samenleving, waarin het bestaat. En wij wensen en bidden u allen een gezegende tijd rond Kerst en Oud- en Nieuw toe!
Inhoud
Het Reformatorisch Protestantisme en Niet-Westerse Pinksterkerken. 4
Het Spanje van de Stilte (Wiebe Feenstra) 10
Eerbetoon aan Ponce de Fuente. 15
De IERE heet de pelgrims op weg naar Santiago welkom. 16
Een gebed zonder eind: de pensioenen. 17
Ferede 60 jaar 17
Vijf jaar later. 18
Hervorming 19
Groei inkomensongelijkheid in Spanje tijdens de crisis. 19
Na de verkiezingen 21
Financiën 21
Diasporacollecten 21
Gedicht 23
Reformatorisch Protestantisme en Niet-Westerse
Pinksterkerken.
Is er herkenning denkbaar in het perspectief van de ene Zending van God?
Twee gedachten vooraf ter overdenking:
1. Geef niet toe aan de neiging om in de vergelijking het beste van de eigen traditie te stellen tegenover het slechtste van de andere traditie.
2. Probeer voor een Chileense Pinkstergelovige eens te vertalen:
Veel Hervormd-Gereformeerden (Bonders) lezen het Reformatorisch Dagblad.
1. Wat bedoelen wij met termen als "reformatorisch", Protestants" en "Pentecostal"? Het is verhelderend terug te gaan naar de bronervaringen: Luther, Wittenberg 1517 (Woord) en Azusa Street, Los Angelos 1906 (Geest). De zwarte voorganger William Seymour: "het zekerste bewijs van de uitgieting van de Geest is: the colour line between blacks and whites is broken down!"
2. De Pinksterkerken vormen de jongste en snelst groeiende tak van het Christendom. Zij vinden hun aanhang vooral in de wereld van het Zuiden. 'Pentecostalisering' van wereld-Christendom? Het gaat om een bont en veelkleurig fenomeen dat moeilijk onder één definitie is te vangen. Vaak hooghartig genegeerd en door vooroordelen omgeven. Er bestaan tenenkrommende en sektarische varianten (neo-pentecostalisme, welvaartsevangelie) die weinig heil brengen. Ik spreek uit mijn persoonlijke positieve ervaring met autochtone volkspinksterkerken in Chili (1983-1988).
3. De Latijns-Amerikaanse context
Maar eerst het bredere plaatje van Latijns-Amerika: Conquista (1492): het Christendom is door de koloniale machten Spanje en Portugal met geweld opgelegd aan de Nuevo Mundo:
verstrengeling van imperialisme en missie; import van Europees Christendom. Het Protestantisme kwam 400 jaar later via andere weg, maar bleef tot diep in de 20e eeuw gezien als een 'buitenlandse' religie. Zending gold als onderdeel van het Europese verhaal van de Verlichting, die superieur pretendeerde beschaving en
vooruitgang te brengen: de ander willen maken als je zelf (proselitisme). Al is er veel ten goede veranderd, de westerse
programma's van zending en ontwikkelingssamenwerking kenmerken zich nog vaak door eurocentrisme en paternalisme. Wie betaalt, bepaalt.
4. Ik was verbonden aan de Nationaal Presbyteriaanse Kerk (IPNA), replica van de moederkerk in Noord-Amerika (financieel,
theologisch, w.b. literatuur en organisatorisch afhankelijk). De 'historische' kerken van Chili waren destijds kerken 'zonder theologie': slechts 3% van protestantse uitgaven in het Spaans was
geschreven door Latino's. Bibliotheken stonden vol met de erfenis van revival vroomheid uit de USA, met zijn versleten
controversen tussen 'fundamentalisme' en 'liberalisme'.
Tegelijk toonde mijn kerk zich onverschillig voor het onrecht en praatte de verdrukking onder de dictatuur van Pinochet goed: een naar binnen gekeerde subcultuur, buiten de eigen context.
5. Protestbewegingen tegen westerse dominantie
Twee bewegingen van protest tegen de universele pretenties van de westerse theologie die ik toen leerde kennen, hebben mij nooit meer losgelaten. Zij zijn meer verwant dan doorgaans wordt aangenomen. Beide vinden we aan de onderkant, in de wereld van mensen wier bestaan wordt ontkend (no-personas). Beide stromingen kennen de dynamische ontmoeting tussen
Bijbel en volk (vgl. Luther die de Bijbel wilde terugbrengen op de markt en onder het ongeletterde volk).
a. De Bevrijdingstheologie: Bijbelse passie om gerechtigheid
De theologieën van de bevrijding zijn een eerste serieuze poging om de Bijbel contextueel te interpreteren, dat is vanuit Latijns-Amerikaans perspectief, vanuit de ervaring van armoede en
onrecht. Deze manier van theologiseren herinnert ons eraan dat de passie voor recht en gerechtigheid behoort tot het hart van de Schrift. Vanuit het 'perspectief van de onderkant' heb ik oude Bijbelse kernwoorden opnieuw leren spellen: Koninkrijk Gods en gerechtigheid, navolging; de eerste drie beden van het Onze Vader.
Je ontdekt: de Romeinenbrief en de rechtvaardiging zijn niet de enige sleutel tot verstaan van de Schrift. Neem bijvoorbeeld een Bijbelstudie over Exodus 2: Is Mozes een onbesuisde driftkop of komt hij reddend tussenbeide?
Bewegen wij ons in een wisselwerking tussen tekst en context? Vaak zijn wij blind voor eigen ideologieën en vooroordelen.
We moeten leren onderscheiden tussen het gezag van de Bijbel en het gezag van mijn interpretatie van de Bijbel: ruimte voor andere perspectieven! Vier evangeliën, vier verschillende perspectieven.
b. Pentecostalisme: de Geest doorbreekt de grenzen...
Ook het Pentecostalisme kan gezien worden als een protestbeweging: tegen de samenleving en de kerkelijke hiërarchie die mensen aan de onderkant ruimte noch waardigheid gunnen. Er is gebroken met een theologie van boeken, concepten en abstracte waarheden. Steun van zendelingen en dollars ontbreekt. Er is onmiddellijke omgang met God in de eigen taal en cultuur, zonder bemiddeling van heiligen en geestelijken. Lokale kerkjes bieden ontheemden een nieuw thuis, zij vormen
healing communities. Men luistert niet alleen naar de verhalen over Jezus die redt, vergeeft en geneest; zijn bevrijdende aanwezigheid wordt aan den lijve ervaren, naar lichaam en ziel.
Het pentecostalisme herinnert de leerstellige kerken van de Reformatie met hun "charismatisch manco" (C. Graafland) aan de verrassende werkelijkheid van de Geest, die de grenzen
doorbreekt die door mensen zijn gemaakt, en een veelheid van gaven toedeelt tot getuigenis en dienst. Walter Hollenweger benadrukt de zwarte wortel van het pentecostalisme. De geestelijke kracht van negro spirituals:
amazing grace - nieuw verleende waardigheid en innerlijke vrijheid die doet overleven: God die mij ziet!
6. De term 'pentecostalisme' schiet tekort, willen wij het charismatisch getinte Christendom typeren dat geen afgeleide is van het Europese Christendom. Het gaat om een 'new Christianity', dat wij tot in alle uithoeken van de wereld terugvinden. De
Peruaanse baptist Samuel Escobar heeft het over volksprotestantisme. Hij neemt dat vooral waar aan de onderkant, in de periferieën van vergeten "Galilea-gebieden". Maar we zouden met even veel recht van volkskatholicisme kunnen spreken.
Er is een nieuwe kaart van het wereldchristendom!
Het Christendom is opnieuw een niet-westerse religie. Het zwaartepunt heeft zich verplaatst naar het Zuiden, numeriek en qua vitaliteit.
Ontwikkelingen als in China vallen niet in te passen in de schema's en categorieën van Genève (Wereldraad), Lausanne (Evangelicals) en Rome (RK-Kerk). Veel niet-westerse kerken
herkennen zich niet langer in de oude tegenstellingen en thema's uit Europa.
Vaak weerspiegelden die de polarisaties van een verouderd intern westers debat.
Zij kiezen hun eigen agenda.
7. De context
De wereld bevindt zich in een overgangstijd met ingrijpende veranderingen.
Het oude Europa is er niet meer. De tijd dat ons
werelddeel zijn wil superieur oplegde aan de volken overzee is voorbij. De droom van de Verlichting is over. Traditionele
instituties en waarden wankelen. Europa gaat door een ongekende crisis en is onzeker over zijn identiteit.
Niet langer zijn het voornamelijk 'blanken' die Europa bevolken; er is sprake van een multi-etnische en multiculturele
samenleving, die onze steden een totaal ander aanzien geeft en tot oplopende spanningen leidt.
De onophoudelijke instroom van migranten en vluchtelingen uit Afrika en het Midden-Oosten met de enorme humanitaire crisis waarop niemand het antwoord weet, vormt een van de grootste actuele uitdagingen. "Wij hebben de wereld aangeraakt, vroeg of laat zal die aanraking terugslaan op Europa"(Toynbee, 1948).
Dat moment lijkt nu gekomen.
Mensen aan de onderkant van de geschiedenis laten hun stem horen, zij komen in beweging. Beleeft het Westen in deze
reverse movement misschien de terugslag van wat het de afgelopen 500 jaar in de niet-westerse wereld in ontkenning van de rechten van de inheemse volken meende te kunnen aanrichten?
Te midden van deze verschuivingen oriënteren de kerken in ons land zich op hun missionaire identiteit. Klassieke modellen van kerk-zijn doen het niet meer. De periode van de 'moderne
zendingsbeweging' is voorbij. "Vandaag sterft het Christendom dat qua organisatie en theologie gevormd en bepaald is door de
Verlichting en zijn vooronderstellingen" (Tomas Halik).
Een nieuw denkpatroon voor de 21ste eeuw is vereist.
Het besef groeit dat Europese kerken een minderheid zijn; het Reformatorische protestantisme is slechts één uitdrukking
binnen een veelkleurige wereldkerk.
8. West-Europa is zendingsveld geworden.
Mission from the margins komt via twee wegen:
a. Georganiseerde zending. Comibam Zendings-congres in Granada (2006). Tweeduizend
Latino's zijn overgevlogen om een strategie voor te bereiden ter 'verovering' van Europa en het Midden-Oosten.
b. Via migratiestromen: missionaire presentie van migrantenkerken en vluchtelingen (Verg. het dienstmeisje van Naäman).
Het is nog wennen: wij bevinden ons aan de ontvangende kant en hebben hulp van de ander nodig. Tijd om ruimte te geven aan de stemmen en inbreng vanuit het Zuiden!
9. Zijn wij met onze kerken en organisaties klaar voor de
toekomst?
De tijden zijn veranderd. Zijn wij qua visie en beleid bij de tijd, of houden onze organisaties zich bezig met zaken uit een periode die voorbij is? Onze tijd van transitie vraagt om herbezinning op onze identiteit, herpositionering binnen het omgewoelde kerkelijke landschap, lokaal en mondiaal. Wat is "reformatorisch" vandaag?
De reformatorische traditie is rijk en heeft veel bij te dragen aan het wereldchristendom (3 sola's). Maar ze is niet de enige en zou zich vandaag vooral moeten afvragen wat het tota scriptura (heel de Schrift) betekent in relatie tot andere confessionele tradities. Alleen als wij onszelf verstaan als deel van de wereldwijde gemeenschap van kerken, zullen wij bewaard worden voor provincialisme. "Samen met alle heiligen... (Efeze 3).
De achterliggende vraag is: zijn wij ons voldoende bewust van de eigen contextualiteit?
De Reformatie vond niet plaats in een vacuüm, maar werd bepaald door de
woelige context van de 16e eeuw en zijn controversen. Zitten in wat wij vandaag 'reformatorisch' noemen niet veel meer (sub)-culturele elementen verborgen dan wij zelf doorgaans doorhebben?
De geïmporteerde Presbyteriaanse kerken met hun leerstellige inslag kwamen in Latijns-Amerika en Spanje in hun versplintering zelden tot bloei.
De Protestantse Reformatie van de 16de eeuw is maar een moment in de traditie van de ene 'katholieke' kerk.
Ten diepste wilde zij niet meer zijn dan een terug-naar-de-Bijbel beweging in kerk en samenleving.
10. Een aantal suggesties
Ten slotte een aantal observaties bij onze relaties met Spanje en Latijns-Amerika:
Het Spaanstalig Beraad is in zijn bestaan een interessante oefenplaats om ons werk te doen vanuit een bewustzijn van complementariteit: de Zending van God (Missio Dei), waarin wij in onze diversiteit samen geplaatst zijn, overstijgt onze organisaties en programma's. Ten gunste van de kerken, organisaties en mensen die wij willen dienen, mogen wij zaken en inzichten met elkaar delen, en bouwen aan onderling vertrouwen en samenwerking.
(Het Spaanstalig Beraad: Op 4 oktober 2013 zijn in
Apeldoorn een groot aantal kerken en organisaties, die in Spanje werken of
kontakten met Spaanse kerken en organisaties hebben, voor het eerst in de
geschiedenis als organisaties bij elkaar geweest. Het doel was: elkaar beter te
leren kennen en te zoeken naar samenwerking.
In mei 2014 zijn ook de kerken en organisaties, die relaties hebben met en
werken in Latijns-Amerika bij elkaar geweest. Elk jaar in oktober komt mrn een
morgen bij elkaar en sluit men de bijeenkomst af met een lunch. Het zijn
inspirerende netwerkbijeenkomsten in een open sfeer!)
Zouden wij, zonder in bevoogding te vervallen, deze complementariteit waar mogelijk ook niet moeten proberen te bevorderen in de versplintering van het Protestantisme in Spanje?
Bijv. door vriendschappen over kerkmuren heen en door gezamenlijke projecten na te streven met dwarsverbindingen tussen denominaties, zowel in Spanje als in ons land.
We zullen eraan moeten wennen nu ook aan de ontvangende kant te staan en niet alleen (soms in een paternalistische houding) te
geven.
Hoe kunnen wij onze relaties in Spanje en Latijns-Amerika inhoud geven vanuit het besef van
wederkerigheid in gelijkwaardigheid? Kunnen wij daarbij meer kerkelijk denken door relaties van kerk tot kerk te bevorderen?
Wat ons met de Spanjaarden verbindt is dat wij samen onze identiteit zoeken in het nieuwe Europa en in de vragen rond de integratie van migrantenstromen, ook uit Latijns-Amerika.
Bij de verspreiding van Spaanstalige literatuur zouden wij ons terughoudend moeten opstellen in het overbrengen van
(vaak verouderde) vertaalde werken uit Europa en
Noord-Amerika.
Vruchtbaarder is het om kerken en theologische instellingen in aanraking te brengen met verantwoorde theologische literatuur uit de eigen cultuur. Ik denk bv. aan Editorial Kairos, Buenos Aires en publicaties van de Fraternidad Teológica Latino-americana.
Een goed initiatief is het om contacten te leggen met Spaanstalige christengemeenschappen in Nederland, ook als deze 'pentecostaal' of charismatisch van karakter zijn. Dat deze ons cultureel en confessioneel vreemd zijn en zich soms aan de 'onderkant' van de samenleving bevinden, mag geen
belemmering zijn om hen open tegemoet te treden en bereid te zijn zich te laten verrassen door Gods aanwezigheid in hun midden.
Wout van Laar
Het Spanje van de Stilte
Wat voor beelden roept het begrip "Spanje" bij ons op?
De een ziet in gedachten het strand bij de Middellandse Zee, waar je hoofd aan voeten ligt te roosteren, een ander denkt aan de wilde hartstochten in de opera "Carmen" met het namaak Spaanse woord "toreador" (normaal Spaans is "torero"), en
verder kunnen we denken aan Picasso, flamenco muziek, bomaanslagen, Don Quijote, paella, sinaasappelen en ten slotte aan de Tachtigjarige Oorlog en de Inquisitie. Allemaal uiterst kleurrijk en vol levenskracht of levensgevaar en altijd wel boeiend. Maar zelden komt er dan iets als het zoeken van de stilte tevoorschijn.
Nog veel minder aan een geloofsbeleving, die zo krachtig was, dat die ook doordrong in de Nederlanden tijdens de Tachtigjarige Oorlog tot stichting van protestantse lezers. Toch is dat zo. Er deden hier boeken de ronde, geschreven door Johannes van het Kruis of anders naamloos, en vertaald in onze taal.
C.S. Lewis zou hier hetzelfde zeggen, wat hij eens in een ander verband schreef: "Ik vind dit merkwaardig vertroostend. Het is juist in het midden (van een gemeenschap - WFF), daar waar de oprechtste kinderen wonen, dat elke kerkgemeenschap de
andere het dichtst nabij is in de geest, al is dat misschien niet in de leer. Dit wijst er op, dat in het midden er iets of Iemand is, die tegen alle uiteenlopende geloofsopvattingen,
temperamentverschillen en herinneringen aan wederzijdse vervolgingen in, met dezelfde stem spreekt".
Wij zijn hier dan aangekomen bij de Spaanse mystiek, die juist in de zestiende eeuw, de tijd van Filips II en Alva, een grote bloei beleefde en drie topfiguren voortbracht. v.l.n.r.: Teresa van Avila, Johannes van het Kruis en Fray Luis de León.
Drie mensen, die bovendien niet alleen een buitengewoon diepe omgang met de Heer kenden, maar ook zeer begenadigde
schrijvers en dichters waren en prachtig Spaans schreven, zodat ze tot de klassieken van de Spaanse letteren behoren.
Zij waren overigens niet de enigen; er zijn er nog veel meer geweest, die in proza of poëzie van hun liefde tot de Heer getuigden en als voorbeeld verwijs ik naar Gezang 406 van het Liedboek der Kerken.
Het is hier een lied met coupletten van vier regels, toegeschreven aan Franciscus Xaverius, ook een Spanjaard.
Maar eigenlijk is het een sonnet geweest, geschreven door een onbekende mysticus en de deskundigen hebben het bovendien aan de zo pas genoemde Grote Drie toegewezen.
Jaren geleden hebben zowel Slauerhoff als een mij verder niet bekende arts, G.J. Schoue, er een vertaling van gemaakt.
De tekst van de laatste sluit bijzonder goed aan bij het origineel en daarom volgt die nu hier als staaltje van de Spaanse mystieke dichtkunst:
't Is niet de hemel, Heer, hoezeer die mij behage,
Die mij doet scharen onder Uwe zonen,
Noch is wat mij weerhoudt Uw naam te honen,
De hel, hoezeer gevreesd om al zijn zware plagen.
Gijzelf ontroert mij, Heer als ik U zie geslagen
Aan 't kruis, en hoor met smaad Uw liefde loonen,
En zie de wonden die Uw lichaam tonen,
En al Uw smartvol lijden, tot den dood gedragen.
Uw voorgaan, Heer. zal mij den weg tot U bereiden,
Gij hoeft mijn liefde niet met hemelgunst te koopen,
En 'k zal me ook zonder hellevrees van U niet keeren,
Mij is geen gunst van noode, opdat ik U belijde,
Want ook wanneer al wat ik hoop, in niet zou hopen,
Zou 'k U niet minder dan 'k U nu vereer, vereeren.
Luis de León, Teresa van Avila, Johannes van het Kruis of Franciscus Xaverius - het doet er niet toe, wie het was. Ze zouden het alle vier hebben kunnen schrijven en aangezien het hier gaat om
Johannes van het Kruis nemen we maar aan dat hij er in elk geval achter zou hebben gestaan.
Hij werd in 1542 geboren als Juan de Yepes in een adellijk gezin, dat volkomen verarmd was en zo aan de grond zat, dat hij als jochie al moest gaan werken om voor de familie wat te verdienen. Dat mislukte volkomen, want hij faalde al als leerling-meubelmaker, kleermaker, beeldhouwer en schilder (hoewel hij toch graag schijnt te hebben getekend).
Toen stuurde zijn
moeder hem maar naar een hospitaal, waar hij zich moest bezighouden met "fondsenwerving", beter gezegd aalmoezen ontvangen, want voor meer was hij niet geschikt. Ten slotte trad hij in bij de Karmelieten - en dat heeft hij wel geweten.
Het was daar, dat men ontdekte, dat de jongen over een uitmuntend stel hersens beschikte, zodat hij naar de Universiteit van Salamanca werd gestuurd om theologie te studeren.
Dat ging uitstekend en op zijn vijfentwintigste jaar werd hij priester gewijd. Tot zover geen problemen, maar die kwamen toen wel.
Hij had tijdens zijn studie een enorme kennis gekregen van de Bijbel, de kerkvaders en vooral de werken van de woestijnvaders - en dat was goed bij hem aangeslagen. Dit betekende ook, dat hij steeds minder opgetogen was over zijn eigen gemeenschap, die niet al te moeilijk meer deed over kloosterdiscipline en
geloofsopbouw, terwijl juist hij steeds verder de kant opging van de strakke tucht. Hij dacht er al over om maar van
kloostergemeenschap te gaan veranderen en naar de Kartuizers te gaan, toen hij kennismaakte met Teresa van Avila, die met dezelfde moeilijkheden zat en aan de slag was gegaan met de hervorming van de vrouwelijke tak van de Karmelieten. Zij wilde daar ook de mannen bij betrekken en toen iemand haar de raad gaf om eens met pater de Yepes te praten, zocht ze contact met hem - en het klikte meteen.
Het waren wel twee verschillende temperamenten, die elkaar ontmoetten, een zeer levendige non, die een grote mystica was met een uiterst nuchter gezond verstand en een grote dosis
gevoel voor humor, en een kleine, weinig spraakzame monnik. Maar ze voelden elkaar precies aan en samen gingen ze aan de slag om de Karmelieten weer begrip voor hun roeping bij te brengen. Dat werd in elk geval van Johannes niet gewaardeerd door zijn ordebroeders en dat merkte hij maar al te gauw.
Het zag er ook niet erg aanlokkelijk uit, want hij stichtte in de plaats Duruelo een klooster in een krot van een huis, dat zelfs aan de minimumeisen voor bewoonbaarheid niet meer
voldeed. Het portaal werd ingericht als kerk, versierd met een paar houten kruisen en schedels als versiering en voor de rest niets. De regels waren buitengewoon streng, maar toch werden er mensen gepakt door deze opzet van volledige afsterving aan de wereld en uitsluitend leven in stilte voor God. De kennis van de woestijnvaders was niet voor niets geweest. Afstand doen van alles, maar open staan voor God en voor iedereen en niemand veroordelen, maar in liefde aanvaarden, dat waren de richtlijnen.
Het sloeg aan, want men merkte, dat de stichter het niet alleen maar in woorden uitte, maar ook in praktijk bracht en zelfs zijn naam, het laatste restantje adel opgaf. Voortaan heette hij alleen nog maar Juan de la Cruz (Johannes van het Kruis), zoals Teresa hem al eens genoemd had.
Zoals gezegd werd één en ander echter niet door zijn medebroeders gewaardeerd. Er ontstond prompt een hevige strijd, waarbij de hervormer ten slotte werd ontvoerd door zijn ordegenoten en gevangen gezet werd in Toledo onder omstandigheden, die ook nu nog maar al te bekend zijn uit de folterpraktijken van
hedendaagse dictaturen. Het enige verschil was, dat de ordebroeders hier niet handelden als agenten van de regering doch als doe-het-zelvers; wat het nog veel erger maakte.
Ten slotte slaagde Johannes erin te ontsnappen en toevlucht te vinden in een nonnenklooster. Van daaruit werd Teresa
gewaarschuwd en die riep Filips II te hulp om orde op zaken te stellen. Zo gebeurde het ook en van dat ogenblik af werd er gewerkt aan een herstel van de interne verhoudingen door een scheiding van de geschoeide en de ongeschoeide Karmelieten, de laatsten
uiteraard die van Juan de la Cruz en Teresa.
Een tijd lang ging alles goed, tot er weer problemen uitbraken onder de 'ongeschoeiden', die wat aan missionair werk wilden gaan doen. Dat was niet helemaal de bedoeling geweest en weer was Johannes het slachtoffer. Ditmaal werd hij niet lichamelijk gemarteld maar geestelijk, door een meer dan gemene roddel-campagne. Ten slotte kreeg hij het bevel om als missionaris naar Mexico te gaan, maar onderweg werd hij ziek en moest
opgenomen worden in het klooster van Ubeda (waarvan de prior een van zijn gezworen vijanden was). Zijn ziekbed werd dan ook zijn sterfbed in een hel van verwaarlozing en getreiter.
Na zijn dood kwam de erkenning en toen vloog iedereen elkaar in de haren om de overledene in de eigen stad te mogen begraven. Het enige resultaat was, dat het stoffelijk overschot verminkt werd en uiteindelijk het graf zelf nergens meer is te vinden.
De positieve kant is echter, dat men doorkreeg, wat Teresa zelf al tijdens zijn leven had gezegd, dat hij een echte heilige was. Niet, dat dit in de lijn van Johannes was, want die had steeds de raad gegeven om nooit een voorbeeld aan (heilige) mensen te nemen, omdat de duivel toch wel zijn onvolmaaktheden zou laten zien.
Jezus is de Enige, die navolging waard is en verder niemand!
Een niet erg opwekkend leven uiterlijk gezien, maar geestelijk van een buitengewone kracht. Dat kwam pas goed tot uiting
tijdens de gevangenschap in Toledo, toen hij verstoken was van alle menselijkheid en hij het alleen van Gods hulp moest hebben. In die periode begon hij te dichten, waarbij hij overigens geen letter kon vastleggen, omdat schrijfmaterialen verboden waren. Hij moest dus alles maar trachten te onthouden en later op
papier zetten, wat hij deed in een toen zeer geliefde dichtvorm, die ook zijn mede-mysticus Luis de León gebruikte. Het resultaat waren prachtige, bloedwarme gedichten over de liefde tot Christus, geschreven met een stralende erotische glans als een soort Spaans Hooglied. Niet vreemd, als men bedenkt, dat de Bijbel zelf ook op die manier lyrisch wordt over de verhouding God en de ziel of Jezus en de bruidsgemeente. Toch mogen we dat alles ook weer niet te lieflijk voorstellen.
Johannes maakte ook de duisternis in volle verschrikking door.
Periodes van Godverlatenheid waren er eveneens, waarin uitsluitend en alleen zijn geloofsvertrouwen hem voor een totale
ondergang kon behoeden en die hij aanduidde als de "duistere nacht van de ziel". Een ontlediging van alles om zo uiteindelijk alleen nog maar open te staan voor Gods liefde en aanwezigheid en geheel tot Hem te kunnen naderen.
Dat is het onderwerp van de Spaanse mystiek, dat steeds opnieuw terugkeert bij Johannes van het Kruis en de andere schrijvers op dat gebied.
Maar het is niet alleen de lyriek van de gedichten, waarin Johannes zich uitspreekt.
Op verzoek van anderen heeft hij bij zijn
poëzie ook de toelichtingen geschreven, hoewel hij dat zelf een moeizaam werk vond. Maar hij heeft het gedaan met een schat aan Bijbelkennis, wijsheid en belezenheid, waarin hij geduldig zijn werk nader verklaart. Af en toe moeilijk te volgen, omdat bij mensen als hij was, de zeggingskracht juist ligt in de spontane toespelingen en de klank van de taal. Je moet die dingen dan ook lezen, zoals je naar muziek luistert en tot je laat doordringen. Maar zoals je nog van een compositie kunt genieten, als je iets afweet van harmonieleer, analyse en instrumentatie, zo kun je ook dieper doordringen in deze dichtkunst, als ook die verklaringen duidelijk maken, wat er door de dichter heen is gegaan onder onvoorstelbaar duistere omstandigheden.
Het zal bepaald niet iedereen aanspreken tegenwoordig. Maar we zouden in de verraderlijke val van de populaire opvatting lopen, als we deze stem het zwijgen opleggen met kreten als "gedateerd", "niet van belang voor de samenleving van nu" en wat dies meer zij. Het feit alleen al, dat Johannes van het Kruis en zijn geestverwanten tot zelfs in de Nederlandse gelederen toe nog lezerspubliek vonden, die misschien zelfs dank zij Ruusbroec en Hadewych op vertrouwd terrein waren, moet ons al voorzichtig maken. En wie garandeert ons eigenlijk, dat onze huidige activiteit niet een grote innerlijke leegte moet verbergen? Wie garandeert ons verder, dat op een gegeven ogenblik alle parmantigheid van nu even hopeloos onbruikbaar is als een verroest en gedeukt conservenblik en de christelijke mystici de mode-mystiek van nu wegblazen als een orkaan?
W.F. Feenstra.
(Eerder verschenen in 'Vuur'.)
Eerbetoon aan Ponce de León.
Een eenvoudige plaquette eert sinds 8 november 2016 de eerste Protestant van het plaatsje Bailén (Jaén): Juan Ponce de León, een edelman uit Sevilla die in 1559
als eerste protestant uit die buurt door de Inquisitie werd vermoord. Hij was
tot geloof gekomen door de boeken die vanuit Europa Spanje binnen gekomen waren.
En zo was hij ook de eerste protestant van deze stad. De plaquette bevindt zich in de calle del Aqua, waar in 1895 de eerste protestantse kerk van de stad werd gevestigd. Juan Ponce de Léon was een zoon van de hertog van
Bailén en familie van de
ontdekkingsreiziger met de zelfde naam. De gemeenteleden van de Betania-kerk
zijn er maar wat trots op.
De IERE heet de pelgrims op weg naar Santiago
welkom.
De Iglesia Española Reformada Episcopal heeft een extra dimensie willen geven aan het welkom aan de pelgrims op weg naar Santiago, door van hun kathedrale kerk in Madrid een 'welkomstcentrum' te maken.
Bisschop Carlos López-Lozano zegende een symbolische tegel naast de deur van de kerk als teken van welkom voor de pelgrims. De stap wordt gezien als schrede op het pad naar het opzetten van een eigen Anglicaans centrum in Santiago, dat door sommigen wordt gezien als het derde heiligste pelgrimsoord van de Christenheid, na Jeruzalem en Rome. Daar zouden dan ook Protestanten na het maken van de tocht een kerkdienst kunnen vieren.
Leden van de Gemeente van de IERE in Madrid wuiven met de gouden Jakobsschelp, die een internationaal bedevaartssymbool is geworden.
Het is een feit dat ook veel Protestanten tegenwoordig die tocht maken, te voet, per fiets, of deels met de trein, vaak in
gedeelten. 'In de Bijbel zien we Jezus vaak onderweg met medepelgrims', is het argument.
Tijdens de dienst zei de bisschop dat het verlangen leeft dat de kathedraal een plaats mag worden waar pelgrims uit de hele
wereld welkom zullen zijn. Zo willen ze de radicale gastvrijheid van het geloof uitdrukken.
'Pelgrimeren is een centraal deel van ons geloof, onze geestelijke weg, dat tijd biedt voor nadenken en het licht zien, zoals de leerlingen op weg naar Emmaüs. Het geloof is binnen ons - is draagbaar - en dat kunnen we meenemen, waar we ook heen gaan.
Deze Advent zeg ik u allen: 'Welkom!' 'Bienvenido todos!''
Een gebed zonder eind: de pensioenen.
Er heerste onlangs veel verontwaardiging in de I.E.E., toen bleek dat de Spaanse Staat op grote schaal dwars lag, waar het de pensioenen betrof.
Waar gaat het om? De kerk heeft tot nu toe alle rechtszaken gewonnen, uitgezonderd in het geval van ds. Julio Roberto Asensio. En in dit concrete geval heeft de I.E.E. beroep aangetekend.
Maar in de rest van de uitspraken is de Spaanse Staat nu door middel van de advocaten van de Staat of van het Openbaar
Ministerie in beroep gegaan.
Gelukkig betekent dat niet dat de I.E.E. geld moest terug geven van wat tot nu toe is uitbetaald aan de gepensioneerden, maar als zij het proces zou verliezen, zouden de gepensioneerden
vanaf dat moment het zo verdiende pensioen niet meer ontvangen. Dat zou de kerk verplichten om door te gaan met procederen.
En met het uitbetalen van een pensioen uit eigen zak.
In het licht van de uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is dit een onverkwikkelijke ontwikkeling, die helaas helemaal past in de Rooms-gerichte stemming van de nieuwe (oude) regering van Minister President Mariano Rajoy.
Ferede 60 jaar
Op 24 october 2016 vierde de F.E.R.E.D.E. (Federación de Entidades Religiosas Evangélicas de España) (= Federatie van Protestantse rechtspersonen <verenigingen, gemeenten, kerken etc.> in Spanje) haar 60ste verjaardag in een plechtige en ontroerende ceremonie, die werd bijgewoond door ruim 150 gelovigen, vrienden en soms (prominente) vertegenwoordigers van andere geloven en burgerlijke en religieuze overheden in de kathedraal van de Verlosser (I.E.R.E.)
Bisschop Carlos López heette hen als gastheer welkom, waarna de viering werd geleid door de voorzitter en secretaris van de FEREDE, Daniel Rodríguez en Mariano Blázquez. De
vice-voorzitter, Manuel Sarrias, las een gedeelte uit de Schrift. Een Koreaanse cellist verrukte de aanwezigen met zijn spel: van Bach tot en met het bekende "Amazing Grace".
Natuurlijk werd gesproken over de ontstaansgeschiedenis, die liep van de Comisión de Defensa Evangélica in 1956 (dus nog in de Franco-tijd), via de Wet op de Godsdienstvrijheid van 1980 en de Samenwerkingsovereenkomst met de Staat in 1992, tot de huidige situatie. Er is door de FEREDE niet alleen gevochten voor de vrijheid en de erkenning van de Protestanten, maar ook voor die van de Joden en Moslims.
Vijf mensen werden met name geëerd als grondleggers van de FEREDE: Santos Molina (bisschop van de IERE), Francisco García (IEE), Juan Luis Rodrigo (UEBE = Baptisten) en José Flores (Spaans Bijbelgenootschap).
Later heeft ook ds. José Cardona Gregori heel veel werk verzet. Natuurlijk werd de komende viering van 500 jaar Hervorming vermeld! Met dank aan God en een Spaans wijntje werd de
bijeenkomst afgesloten.
Bron: Actualidad Evangélica / Foto: M. Gala
Vijf jaar later.
Het is nu ruim vijf jaar geleden dat de regering van José Luis Rodríguez Zapatero het
K.B. van 16-11-2011 ratificeerde,
waarbij officieel de graden Bachelor en Master werden erkend, als die werden verleend door de Protestantse Theologische Faculteiten. Een hoogtepunt in de geschiedenis van het Spaanse
Protestantisme. Na lang en moeizaam onderhandelen bereikten vijf instanties dat punt: de theologische faculteiten van de UEBE, het IBSTE, het SEUT (via colleges en digitaal), de CSTAD (Asambleas de Dios) en de Adventisten. Sindsdien zijn er 5 jaren
verstreken, en de eerstelingen van de oogst zijn binnen. In de cursus 2014/1015 werd de eerste Bachelor gehaald, en een jaar later, afgelopen september, de eerste Master. Vertegenwoordigers van de protestantse faculteiten Theologie poseren hier met de eerste verleende Bachelor- en Master-diploma's met Staatserkenning. (Pedro Zamora, de directeur van het SEUT is de vierde van links.) Zij kwamen op 24 november 2016 bijeen in de kantoren van de FEREDE, om hun dankbaarheid voor dit pionierswerk uit te drukken. Hun dank aan de autoriteiten, de docenten en de eerdere studenten die dit niet meemaakten, maar bovenal aan Christus, die trouw blijft aan zijn belofte bij ons te blijven tot aan het einde der dagen, is groot.
Bron: FEREDE
Hervorming
Ook in Spanje is men volop bezig met 500 jaar Hervorming.
De FEREDE heeft een paar jaar geleden al een balletje op gegooid of er niet een speciale Luther-postzegel zou kunnen komen in Spanje, maar daar hebben we nog niets van gehoord.
De Protestantse kerken doen apart en/of gezamenlijk hun uiterste best om er iets van te maken. Concerten, lezingen, veel lezingen, workshops, en als het lukt: een speciale kerkdienst op de TV!
Plannen zijn er genoeg, we hopen u op de hoogte te houden.
Groei inkomensongelijkheid in Spanje tijdens de crisis.
De armste 20% van de Spaanse bevolking is de groep die, vergeleken met de midden- en hogere klasse, tijdens de
economische crisis, 2008 - 2015, relatief de meeste inkomsten is kwijt geraakt. Zij zijn verder achterop geraakt dan de anderen. De krant El Diario heeft gegevens van de INE, de staatsinstantie voor publieke statistieken, bewerkt, om te kijken hoe de crisis heeft doorgewerkt in de verschillende bevolkingsgroepen, en daaruit blijkt dat de sterkste schouders weinig last hebben gehad, terwijl de middenklasse vrij wat en de armen onevenredig veel te lijden hadden onder de omstandigheden.
Het betekent dat, terwijl aan de ene kant het verschil in inkomen van de 10% armsten van de bevolking tussen voor en nà de
crisis gemiddeld 21,8% bedroeg, aan de andere kant het inkomen aan de bovengrens van de bevolking met het hoogste inkomen nauwelijks was aangetast.
Er zijn uitgebreide statistieken, waar ik u niet mee wil vermoeien, als ik tijd heb komen die wel op de website; maar per regio verschillen de veranderingen nogal.
Wie in Andalusië tot de middenklasse hoort, zou bijv. in Baskenland onderaan kunnen bungelen. En het is een heel verschil of je tot de 10% rijksten behoort op de Canarische eilanden of in
Catatonie! Natuurlijk is ook dat allemaal uitgezocht. Het meest in het oog springen:
In Andalusië en Murcia, altijd al de armste regio's, is iedereen er armer op geworden, zelfs de (zeer) rijken. Maar de armsten weer het allermeest. De werkloosheid is er groot.
Op de eilanden, in Castilië - La Mancha en Castilië & Léon hebben de 10% armsten veel meer verloren dan die gemiddelde 20%, op de Canarische eilanden tot wel 30%! Op de Canarische eilanden en de Balearen werkt een groot deel in de dienstensector, 14% werkte in de bouw, 7 jaar later nog geen 5%. Bovendien heb je in die gebieden de grootste verschillen tussen arm en rijk.
In Aragón en Galicië ging iedereen, behalve de armsten, er een beetje op vooruit. De armen werden wat armer. In Catalonië verloren de armen ook behoorlijk, was het lot de middenklasse een beetje welgezind, en kwamen de rijken er niet beter af. Extremadura deed het maar een beetje beter, met een werkloosheid die opliep van 16% tot 30%.
Allerlei factoren spelen mee. Niet alleen de voornaamste bronnen van inkomen, maar ook de leeftijdsopbouw.
In Cantabrië en Valencia is bijna iedereen er relatief evenveel slechter aan toe.
Maar in Madrid en Asturië is de 20% rijksten er beter op geworden, ten koste van de armen en middenklasse.
In de industriële driehoek in het Noorden (Navarra, Baskenland, Rioja) waren de verschillen het kleinst. Het inkomen van de meeste groepen veranderde nauwelijks, afgezien van de 10% armsten in Baskenland en Rioja, die een belangrijk deel van hun inkomsten zagen verdampen. De regio's die al meer welvaart hadden dankzij hun solide industrie, blijken het meest stabiel.
De 20% van de armsten waren het kind van de rekening, en zij zijn er een stuk armer op geworden, is de conclusie.
Ook in Nederland is dat het geval, maar in Spanje zijn de verschillen wel veel groter.
Na de verkiezingen
Na maanden gesteggel is er dan een minderheidsregering, maar in Spanje is het nog een puinhoop. Corruptie ondermijnt het
vertrouwen van de burgers, en de nieuwe partijen doen maar half mee. J.M. Aznar, die van 1996 to 2004 Minister President was, heeft pas zijn lidmaatschap van de P.P. opgezegd,
en dat was (ook bedoeld als) een klap in het gezicht van de huidige Minister President Mariano
Rajoy.
Financiën
Dat was de beste
collectepreek die ik ooit gehoord heb!
Dank voor uw bijdragen en voor het gevolg geven aan ons verzoek de bestemming aan te willen geven!
Wij vragen graag de aandacht voor de Diasporacollecte 2017 met als doel het Hulpverleningsproject "El Camino" in Alicante.
Begin volgend jaar hopen wij weer €6.500 over te kunnen maken voor de predikantssalarissen. Dit bedrag
was evenwel nog niet geheel bijeen toen het berichtenblad in druk verscheen,
maar dankzij een gulle gift nu wel.
Uw bijdragen voor bovengenoemde doelen blijven nodig.
Uw bijdragen kunt u overmaken op bankrekening NL 58 ABNA 0456 774 068 of NL 46 INGB 0000 315 800 beide ten name van Het Evangelie in Spanje te Zeist.
Graag onder vermelding van het doel.
G.B. van Delft Penningmeester
Diasporacollecten
Voor het Diasporaproject 2016 (verse groenten en fruit voor Rubí) was begin december een bedrag van € 367,25 binnen.
Ons project voor de Diasporacollecte 2017 is het Hulpverleningsproject 'El Camino' in
Alicante: een voorbeeld van naastenliefde
Ook dit jaar vragen wij, als Stichting Het Evangelie in Spanje, op verzoek van de Iglesia Evangélica Española (IEE), om uw
aandacht. In Alicante, aan de oostkust, is 'El Camino' (De Weg) een bekend begrip in de buurt. Iedere week worden na de zondagse dienst de banken van de lokale IEE-gemeente in Alicante
verwijderd. De kerkruimte verandert dan in een ruimte waar de meest behoeftige mensen uit de omgeving worden ontvangen en waar hen zorg wordt geboden. Ook schoolkinderen vormen een
belangrijke groep die aandacht krijgt. Dat houdt niet alleen het delen van voedsel en kleding in, maar ook pastorale en sociale hulp en advies op maat.
De inzet van de kleine christengemeente is groot. De bijdrage van vrijwilligers, ook uit de omgeving is indrukwekkend; ook mensen aan wie hulp verstrekt wordt, helpen enthousiast mee.
Het afgelopen jaar was moeilijk. Door de economische crisis kwam er te weinig binnen aan fondsen en middelen. Ook de
verandering van regelgeving van de kant van de overheid die nieuwe normen stelde werkte remmend. De kerk geneerde zich soms omdat ze, zelf met weinigen en arm, zo weinig te bieden had. Het besef tekort te schieten drong zich op. Maar juist de hulpvragers benadrukten: ook kleine beetjes hulp en aandacht zijn heel belangrijk.
Toen kwam er zeer gewaardeerde hulp van de provincie Valencia, waar ambtenaren onder de indruk raakten van de kwaliteit van 'Camino' en spontaan zelf hulp aanboden. Dankzij steun van de Provincie, de voedselbank en andere instanties is de Camino nu uitgegroeid tot een organisatie die op geregelde basis sociale zorg geeft aan zo'n 200 families (vanaf 2014 zijn ongeveer 1000 families bereikt!). U bemerkt wel, het project 'Camino' mag zich in een goede naam verheugen. De inzet van de christelijke gemeente daarachter geldt als een voorbeeld van onzelfzuchtige naastenliefde in een verharde en materialistische samenleving waar mensen uitsluitend gaan voor zichzelf en hun portemonnee.
Een volgende stap die volgens de nieuwe normen en ter wille van de goede voortgang is vereist, is het aantrekken van een professionele kracht. Maar allereerst is dringend meer geld nodig voor de voedsel- en kledinghulp. Met het oog daarop doet het bestuur van de kerk in Spanje een beroep op uw vrijgevigheid!
Gedicht
Antonio Machado 1875 - 1939
El Dios que todos llevamos, De God die wij allen in ons dragen,
el Dios que todos hacemos, de God die wij allen trachten vorm te geven,
el Dios que todos buscamos de God die wij allen zoeken te behagen
y nunca encontramos.
en niet vinden, heel ons leven...
Tres dioses o tres personas Drie goden of drie vormen
del solo Dios verdadero. van de éne ware God.
Vert. GVvH