Van
de redactie:
Na een te lange
afwezigheid in
Uw brievenbus – waarvoor onze excuses – het was een kwestie
van overmacht,
hebt U hier dan een dubbeldik exemplaar van het Berichtenblad in
handen. We
hebben een en ander aan verouderd nieuws moeten schrappen, van andere
dingen
meenden we dat het toch beeldbepalend was voor het Protestantisme in
Spanje, en
zo hebben we dit nummer gevuld met een verslag van de ontmoeting
die
voorzitter en penningmeester hadden met de Comisión Permanente,
in januari
2002, en we maken nogmaals melding van een reis van een aantal
SoW-gedelegeerden,
wier conclusies wij niet noodzakelijk geheel overnemen, maar die we U
niet
willen onthouden. U kunt ze vinden op onze website. Dan is er het
probleem van
de immigratie, en de (soms verwoestende) invloed die dit
verschijnsel
niet alleen heeft op de maatschappij, maar ook op de kerk! Wij laten U
een
beetje kennismaken met de I.E.R.E., de Iglesia Española
Reformada
Episcopal, en in het kader van onze serie ontmoetingen met predikanten
en andere
personen van belang in Spanje, stellen we U de bisschop van de
I.E.R.E.
voor, (de enige), Don Carlos López Lozano. Dan was er de opening
van het
project Ponce de la Fuente, in El Escorial, waar we verslag van
doen. Dat
komt terug in de Diasporacollecte voor dit jaar.
Ook willen we U op de hoogte brengen van een project in Barcelona.
We vermelden de predikanten die sinds het laatste bulletin van
post zijn
veranderd, en ook de kerkdiensten, voor wie op vacantie
gaan. Voor
hen ook: Jaca!
Verder is er enig kort nieuws,
en helaas: weer de rubriek: in
Memoriam. Een kort gedicht
rondt het geheel af.
Wij wensen U veel leesplezier, en hopen op een reactie uwerzijds. Soms
zijn via
de website: www.evangelie_in_spanje.html
aanvullende gegevens te vinden. U
kunt daar
ook reageren via het gastenboek en via e-mail.
De huwelijksbijbels van ons
kroonprinselijk paar, een in het Spaans en
een in het Nederlands, herinneren
aan onze verbondenheid met Spanje. (plaatje, dat hier niet is
afgebeeld.
De Nederlandse en de Spaanse bijbel naast elkaar vormen visuele een
geheel, door
het thema van vervlochten ringen op de boekrug. )
De
Comisión Permanente. Een ontmoeting tussen bestuurders.
Op Valentijnsdag 2002 vond in Madrid een bijeenkomst plaats van onze
voorzitter
(links) en penningmeester (rechts) met de vrijwel voltallige
Comisión Permanente van de I.E.E.
Deze was daar voor een meerdaagse vergadering en ruimde welwillend tijd
in om de
heren Van Laar en Van Delft te ontvangen.
Het werd een goed gesprek, waarbij
allereerst de hartelijke groeten
werden gedaan aan alle vrienden in Nederland die zo meeleven. Dat geldt
dus ook
voor U! Verder werd gesproken over
de vriendschapsbanden, die van ouds op persoonlijke contacten stoelen,
en over
de mogelijkheid en de wenselijkheid die contacten ook wat meer
kerkelijk in te
kaderen, zoals dat tegenwoordig heet. Daarbij zou het accent moeten
liggen op
verbondenheid van gelijkwaardige leden van het ene lichaam van
Christus. En op
oecumene, want van oudsher is de basis van Het Evangelie in Spanje
ruimer dan de
drie SoW-kerken, waar we nu de meeste contacten mee hebben. Hoe moest
die
kerkelijke verbondenheid precies gestalte krijgen? Wat wilde men in
Spanje zelf?
Wellicht zou Het Evangelie in Spanje een rol kunnen spelen in
het
bemiddelen van contact tussen de kleinere kerkgemeenschappen in
Nederland en
kerken / gemeenten in Spanje. Ook
valt te denken aan bepaalde projecten, waarbij vooral de gemeenten
worden
ingeschakeld.
Op deze gedachten van Nederlandse kant werd positief gereageerd,
al
blijkt wel de angst te bestaan dat onze eigenheid, en ons historisch
erfgoed
verzwakt en verwaterd zou kunnen raken, wanneer wij ons als Het
Evangelie in
Spanje teveel laten betrekken in het Samen op Weg gebeuren. De ervaring
van de
I.E.E. heeft geleerd dat bureaucratisering levende contacten verstikte.
De meer kerkelijke inkadering ziet
de Comisión Permanente op twee
manieren: het bijwonen van synoden, en daarbij het bezoek aan
gemeenten, aan de
ene kant, en ook wordt de wens uitgesproken elkaar meer op de hoogte te
houden
door middel van verslagen en gesprekken. Ook wordt de mogelijkheid
aangedragen
in projecten deel te nemen, zoals die van El Escorial, waar het SEUT
gevestigd
gaat worden. (Die aanbeveling hebben we vertaald in ons
Diaspora-project voor
het lopende jaar). Een project met betrekking tot migrantenkerken hier
en in
Spanje, waarbij uitwisseling van ervaringen op plaatselijk vlak voorop
staat,
zou een andere mogelijkheid zijn. Op de vraag van de penningmeester
waar de
schoen financieel het meest wringt, is het antwoord duidelijk: de
pensioenen!
Die ontwrichten het totale budget voor de komende jaren. Daar is veel
geld voor
nodig!
Als we kijken naar het budget van
de I.E.E. zien we dat de pensioenen
een onevenredig groot deel uitmaken van de uitgaven, nl. 32,8 %!
Het spreekt vanzelf dat deze zaak onze aandacht heeft! En naar
wij hopen:
ook de uwe!
GVvH
Ontmoeting
Nederland – Spanje
Onder de noemer Protestant-zijn
in de Verstrooiing heeft Hans Snoek een verslag gedaan van een
reis naar
Spanje, van 15-21 maart 2001, waarover we in ons Berichtenblad 66/2 op
blz. 4
berichtten. Zijn verslag daarvan is te vinden op de website, onder www.van-haselen.nl/spanje_reisSoW.html
Mocht U geen internet-toegang hebben, dan zullen we het op
aanvraag graag
toesturen.
Immigranten
en de kerk.
De groeiende immigratie bepaalt steeds meer de Spaanse
maatschappij –
en de Spaanse economie. Er is een grote toevloed van werkzoekers,
vooral uit
Afrika en uit Oost-Europa. Regelmatig horen we hartverscheurende
verhalen over
mensen die de oversteek van de Middellandse zee met de dood moesten
bekopen.
Wanneer het ze wèl lukt, komen deze mensen vaak terecht in de
glasbouw (onder
plastic) in het Zuiden van Spanje, waar ze een slavenbestaan leiden, en
accepteren omdat ze geen keus hebben, en omdat het in het thuisland nog
erger
is.
Een deel van deze mensen komt ook terecht in Catalonië, aan de
Spaanse
oostkust, waar een grote industriële sector is.
In heel Spanje vindt men immigranten, deels uit Oost-Europa
en Afrika, deels ook uit Zuid-Amerika. Deze laatsten hebben het
voordeel dat ze
tenminste deel hebben aan de taal en de cultuur van het land, zodat de
aanpassing voor hen minder zwaar valt.
Ook de kerken kunnen – en willen – niet om het
probleem heen.
Verschillende gemeenten van de I.E.E. hebben deze immigranten een warm
welkom
geheten. Die gaan voor een deel ook bij hen ter kerke, zonder enige
verplichting
daartoe, en voor een ander deel worden zij alleen ondersteund met
tweede hands
kleding, voedseluitdeling, en hulp bij het benaderen van allerlei
instanties.
De eerste groep, de groep die participeert in het gemeenteleven, brengt
daarin
een eigen kleurrijkheid mee, letterlijk en figuurlijk. Hoewel dat niet
altijd
makkelijk is voor gemeenten waar deze groep relatief groot is, heeft de
kerk
toch bewust open willen staan voor deze invloeden. De I.E.E. heeft het
thema van
de komende synode in Zaragoza (december 2003) dan ook aan dit
verschijnsel
gekoppeld: “Een kerk voor de integratie’ onder het
motto: ‘Ontvangt
elkaar’ (Romeinen 15:7). Met in het achterhoofd de notie dat het
Griekse
proslambanein (proslambanein) een actief werkwoord is, met als
betekenisveld o.a.: naar je toe halen, als metgezel nemen, vriendelijk
en
gastvrij ontvangen, toelaten tot je gezelschap, tot je vriendschap,
vriendelijk
en zachtaardig behandelen, naar je toehalen om iets te vertellen…
Neem elkaar in je vriendschap op, zoals ook Christus jullie
in Zijn
vriendschap opnam, tot glorie van God, zou je kunnen vertalen. Een
betere
omschrijving van integratie is niet te bedenken!
Een aanzienlijk deel van de gemeenten die aangesloten zijn bij de
I.E.E. heeft
met het verschijnsel van immigranten te maken. Zij het in meerdere en
mindere
mate. Verschillende gemeenten zijn er ingrijpend mee geconfronteerd, en
dat
heeft ze veranderd. Daarmee zijn ze mogelijke wegwijzers voor andere
gemeenten,
want niet alleen van de eigen fouten leert men: ook van die van
anderen. Maar
van het geslaagde voorbeeld van anderen leert men minstens
evenveel!
Een van de kerken die dat voorbeeld geven is die van Rubí,
iets ten
Westen van Barcelona gelegen in de bergen. Een andere is die van Móstoles,
ten Zuiden van Madrid, die al langer ervaring heeft met immigranten,
daarover
later.
Allereerst iets over Rubí: de stad ligt op 123 meter
boven zeeniveau op
23 km van Barcelona en het vliegveld El Prat. De officiële taal is
het
Catalaans. Het oppervlak beslaat 33 km2
en er wonen ruim 60,000 mensen. Er zijn allerlei veranderingen
gaande, en
de stad beschrijft zichzelf als dynamisch en energiek. Voor meer
informatie over
de stad Rubí zie: http://www.rubiciutat.net/
Rubí
Het begon
in Rubí
met Luis en Diego, die in april 2000 voor het eerst aanklopten.
Sindsdien is de
hulp aan immigranten en armen van de stad blijven bestaan. Op dit
moment worden
per maand 350 mensen opgevangen. Totaal zijn al zo’n 800 mensen
geholpen, en
dan worden de kinderen die er bij horen in het kader van
gezinshereniging er nog
niet eens bijgerekend.
Het gaat in Rubí vooral om mensen uit Equatoriaal Guinee, al
zijn er ook
enkelen bij uit Colombia en uit Marokko. In het algemeen komt een
dergelijke
immigrant alleen aan, zonder zijn of haar gezin, maar met een
koffer vol
zorgen en schulden. Vaak moest men een flinke hypotheek nemen op het
huis om de
overtocht te kunnen betalen, een retour natuurlijk, want werk of een
werkvergunning is er nog niet. Meestal weten ze wel dat ze het
retourbiljet
kwijt moeten, en zo komen ze aan zonder papieren. Dan begint hun lange
weg naar
integratie!
Er moet werk gevonden worden, om de
schulden af te betalen, en om het
thuisfront te onderhouden. Omdat er al een groot aanbod aan menskracht
is, moet
men wel genoegen nemen met zeer lage lonen. Ondernemingen kunnen zo
flink
uitsparen op de arbeidskosten, temeer daar er ook geen premies voor
deze mensen
worden afgedragen. Maar zelden komt de inspectie langs, en nog
zeldzamer zijn er
sancties of worden er mensen uitgewezen. Veel mensen werken zonder
papieren, en
zonder rechten, in de hoop dat er een algemeen pardon zal komen,
waardoor hun
verblijf gewettigd zal worden. In december 2001 is er een maatregel
geweest voor
mensen die konden bewijzen dat ze in Spanje aanwezig waren sinds
december 2000.
Men kan zich voorstellen dat zo’n massa illegale binnenkomers ook
problemen
heeft wat betreft de huisvesting. Zoals in Nederland in de jaren 60 de
gastarbeiders, eerst Spanjaarden(!) en vervolgens Joegoslaven, Turken
en
Noord-Afrikanen, vaak genoegen (moesten) nemen met kleine kamers vol
stapelbedden, zonder enige privacy, zo is dat ook hier het geval. Maar
door hun
grote aantal, en door hun illegaliteit, kunnen de
‘huisjesmelkers’
woekerprijzen vragen. Wanneer immigranten met een paar man een compleet
appartement proberen te huren, wordt niet zelden een sleutelgeld van
verscheidene maanden gevraagd. Zowel huurprijzen als de prijs van
bouwgrond zijn
dan ook over de hele linie omhoog gegaan.
Wat doet nu de kerk van Rubí? Er is begonnen met een
appartement voor 6
personen. Daarna is men met een plaatselijke instelling in zee gegaan
om een
opvangcentrum in te richten in een daarvoor gehuurd gebouw. Ook R.K.
charitatieve instellingen in Rubí participeren hierin. De kosten
worden
opgebracht door de bewoners, zodat die niet drukken op het budget van
de
instanties. Hún taak is: uitbuiting voorkomen.
Ook is er een bescheiden fonds in het leven geroepen van waaruit
renteloze
leningen kunnen worden verleend. Daarmee kunnen de schulden thuis
worden
afbetaald. De terugbetaling wordt in overleg vastgesteld, passend bij
de
mogelijkheden van de persoon in kwestie. Het fonds bedraagt ruim 8000
euro.
Daaruit is inmiddels al 13.256,41 euro aan hulp geboden. Het werkt!
Nu is dit alles niet uit de lucht komen vallen! De basis is een sociale
hulpdienst die de (kerkelijke) gemeente al in 1990 had georganiseerd.
De
inspiratie daarvoor was het document: Gerechtigheid, vrede, en
heelheid van
de schepping. Er werd een lezing hierover gehouden, waar een klein
deel van
de gemeente aanwezig was. Er deed zich vervolgens een noodgeval voor,
waarbij
hulp geboden moest worden. Een groep van drie vrouwen begon toen met de
predikant, ds. Carlos Capó, hulp te bieden aan arme families in
Rubí. In 1997
kwam er een hulppost, die open was op donderdag van 19 – 21 voor
de opvang van
arme gezinnen. Ze kregen voedsel, beroepsvoorlichting, en hulp bij het
omgaan
met de openbare instanties.
Hieruit groeide een goed
georganiseerde vrijwilligersgroep, die op dit moment uit 13
personen
bestaat. Ze helpen bij opvang en inschrijving, bij het inzamelen van
voedsel,
opslag, verdeling van kleding en voedsel, en bij het verkrijgen van
inlichtingen, die van nut kunnen zijn voor de andere groepen die van
buitenaf
mee werken.
Onder die groepen bevindt zich bijvoorbeeld El Far, de Protestant
se sociale hulpdienst van de E.E.C. d.i. de classis
Catalonië van de
I.E.E.
Deze hielp al vanaf het begin mee
aan de ondersteuning voor arme
gezinnen, door bij het zoeken naar kleding en voedsel te assisteren.
Bijvoorbeeld door hun contacten met het Rode Kruis en de
Wereldvoedselbank.
Totaal levert dat per jaar 40 ton voedsel op. Daarmee kan men de steeds
groeiende vraag het hoofd bieden, natuurlijk in samenwerking met de
sociale
diensten van Rubí.
Er is een jaarlijks budget
van 26000 euro. Dat wordt gedekt door bijdragen vanuit de gemeente, en
door die
van de immigranten zelf, voor zover het de huisvesting betreft. Voor
het
opvanghuis is er een subsidie van de gemeenteraad. In 2000 is er een
bijdrage
gekomen van een pensioenfonds in Barcelona van 12000 euro. Daarmee
heeft men op
de binnenplaats van de kerk een magazijn van 24 m2 kunnen
bouwen,
keukengerei voor het opvangcentrum gekocht, en een pc om de giften en
de
controle op inkomst en verstrekkingen aan voedsel te registreren.
Natuurlijk zijn er ook mensen
die pastorale zorg nodig hebben – en krijgen. Er zijn
onder de
immigranten nogal wat mensen met een Pinksterachtergrond. Wie aanklopt
bij het
hulpprogram wordt ook geïnformeerd over de activiteiten van de
kerk. Dit heeft
geleid tot een ontvangstcommissie van de kerk en dat heeft weer geleid
tot
verrijkende ervaringen over en weer. Op dit moment bestaat een derde
van de
gemeente uit immigranten, waarvan enkelen ook catechisatie volgen.
Al met al kan men stellen dat de komst van deze immigranten de kerk aan
de ene
kant heeft versterkt, doordat mensen worden uitgedaagd hun beste
beentje voor te
zetten, en creatief bezig te zijn voor de ander, terwijl aan de andere
kant de
geestelijke inbreng van de immigranten en hun frisse kijk op het
Evangelie en op
kerk-zijn de gedachten aan het werk hebben gezet.
GVvH
Móstoles.
Iglesia de la Esperanza.
Spaanse Protestanten
overdonderd door Migranten
door Hans Snoek en Kathleen Ferrier. Voorjaar 2002
De afgelopen tien jaar heeft
Spanje ettelijke honderdduizenden migranten opgenomen. De protestanten
onder hen
melden zich veelal bij een lokale gemeente, waar ze in eerste instantie
met open
armen ontvangen worden. Maar na enige tijd ontstaan er toch spanningen.
Dansen
of niet dansen na de preek? Kathleen Ferrier (SKIN) en Hans Snoek
(Kerken in
Actie) waren recentelijk (maart 2001) op bezoek in Madrid om ervaringen
met
Spaanse predikanten uit te wisselen.
De gemeente van Móstoles, onder de rook van Madrid, is binnen de
Iglesia Evangélica Española (IEE) beroemd. Ongeveer
80% van de
gemeenteleden is afkomstig uit Equatoriaal Guinee. De rest is in Spanje
geboren
(15%) of heeft Latijns-Amerikaanse wortels (5%).
De veelkleurigheid van de gemeente weerspiegelt zich ook in het
pastorale
team; de predikant is een Spanjaard, de hulppredikant, Jonás
Mitui, komt uit
Equatoriaal Guinee.
Volgens Mitui is voor de meeste
migranten de stap om lid te worden van een protestantse kerk niet al te
groot:
“In Móstoles zijn alle nieuwelingen afkomstig uit de
voormalige Spaanse
kolonies. We spreken dus dezelfde taal. Bovendien
zijn we, net als de Spanjaarden, opgegroeid onder een dictatuur en
weten we wat
het is om het geloof in het verborgene te beleven. Dat levert over en
weer veel
herkenningspunten op.”
Maar er zijn ook verschillen.
Mitui noemt drie terreinen die in het verleden tot problemen hebben
geleid. Om
te beginnen is het niet eenvoudig om een liturgie te ontwikkelen waar
iedereen
zich in kan vinden. Mensen uit Equatoriaal Guinee vinden het
bijvoorbeeld erg
belangrijk om in de dienst te kunnen dansen, terwijl veel Colombianen
daarvan
gruwen. Uiteindelijk is men tot een compromis gekomen. Gemeenteleden
mogen, als
ze dat willen, dansen bij de liederen die direct na de preek gezongen
worden. In
de rest van de dienst wordt niet gedanst.
Een tweede knelpunt is dat vooral de Afrikanen en Latijns-Amerikanen
het
belangrijk vinden om actief te participeren in de viering. De Spaanse
gemeenteleden vinden echter dat sommige nieuwkomers gebruik maken van
de ruimte
om zelf een preek af te steken. Ook op dat punt is men tot een
vergelijk
gekomen. Aan het begin van de dienst is er vijf minuten de tijd voor
gemeenteleden om en publique
iets te vertellen over een probleem of een ervaring. Vervolgens mogen
mensen na
de preek kort reageren op het verhaal van de predikant.
Tot slot zijn er in het verleden spanningen op pastoraal niveau
geweest.
Migranten worstelen nogal eens met eenzaamheid, problemen in het
huwelijk of
conflicten tussen ouders en kinderen. Vanwege het feit dat men zich
soms schaamt
voor dergelijke zaken, storten gemeenteleden niet gemakkelijk hun hart
uit bij
de Spaanse voorganger. Voor deze groep mensen functioneert Mitui als
achtervanger.
De gemeente in
Móstoles (foto) staat binnen de Iglesia
Evangélica Española wat betreft haar benadering van
migranten op eenzame
hoogte. Uit gesprekken met andere predikanten en vertegenwoordigers van
de IEE
bleek dat veel gemeentes zich overdonderd voelen door de toevloed van
migranten.
Volgens Dr. Zamora, rector van het protestantse seminarie in Madrid en
lid van
het IEE-moderamen, reageren de meeste predikanten in een reflex. “Tijdens
de Franco-dictatuur hebben we als kerk kunnen overleven, omdat we ons
terugtrokken in een kerkelijk getto en stug vast hielden aan de oude
vertrouwde
liturgie. Maar die traditie is niet de
meest geschikte manier om
vandaag de dag een open kerk voor migranten te zijn. Het is allemaal
nogal
tegenstrijdig. Aan de ene kant willen we graag bloeiende gemeentes
hebben en
worden de migranten dus hartelijk welkom geheten. Aan de andere kant
zijn veel
predikanten vervolgens nauwelijks bereid om met ze in gesprek te gaan.
Men heeft
niet eens een idee wat de nieuwelingen precies van het kerklidmaatschap
verwachten. Een vrolijke liturgie, een relatienetwerk, gastvrijheid? We
weten
het niet en misschien willen veel gemeentes het ook niet weten, in de
hoop dat
men daarmee de veranderingen buiten de deur kan houden,”
aldus Dr. Zamora.
De afgelopen jaren
heeft het moderamen van de I.E.E. zich
het hoofd gebroken over de vraag hoe gemeentes gestimuleerd kunnen
worden zich
wat opener op te stellen tegenover migranten. Niet toevallig kreeg de
synode-vergadering van de I.E.E. 2001 als thema mee: ‘Nieuwe
kerken voor
nieuwe tijden’.
El
Porvenir. Iglesia de Cristo.
Op zich wordt de betrokkenheid
van het I.E.E.-moderamen gewaardeerd.
Maar niet iedereen heeft even zoveel vertrouwen in initiatieven van
bovenaf. In
sommige gemeentes zijn migranten begonnen om op eigen houtje
liturgische vormen
te zoeken waar ze zich in kunnen herkennen. In ‘El
Porvenir’- een gemeente
in het centrum van Madrid - heeft de predikant besloten om, ondanks het
groeiende aantal Latino’s, stug vast te houden aan de oude,
vertrouwde
liturgie. Een van zijn argumenten daarvoor is dat het merendeel van de
gemeente
eraan gewend is en weg zou lopen als hij ‘charismatische
volksliedjes’ zou
laten zingen.
In reactie daarop hebben Colombiaanse en Equadoriaanse
gemeenteleden besloten om elke zondag, ná de reguliere
kerkdienst, een
bijbelstudie te organiseren. In theorie staat deze activiteit open voor
iedereen. In de praktijk komen echter alleen de migranten. Dr. Zamora,
lid van
‘El Porvenir’, vermoedt dat de bijbelstudie
in de loop der tijd gaandeweg opgefleurd zal worden door gebeden
en
liederen, waardoor de facto een parallel-dienst zal ontstaan. [2]
Tijdens de Synode-vergadering 2001 bleek dat men het verhelderend vond
om kennis
te nemen van de ervaringen van migrantenkerken in Nederland.
Sommige predikanten reageerden enigszins ongelovig op het
gegeven dat in
de SoW-kerken, afgezien van de gemeente in de Bijlmer, er geenszins
sprake is
van integratie tussen Nederlanders en migranten. Nog verbaasder was men
over het
feit dat er een eigen vereniging van migrantenkerken (SKIN) bestaat, die
vooralsnog weinig aandrang heeft om te integreren met Nederlandse
kerken.
Gelet op de grote verschillen spreekt het welhaast voor zich dat
het niet
verstandig is om in dergelijke discussies zomaar parallellen te trekken
tussen
Spanje en Nederland. De I.E.E. heeft als voordeel dat veel migranten
afkomstig
zijn uit de voormalige koloniën en dus bekend zijn met taal en
cultuur van het
gastland. Dit voordeel geldt in Nederland hoogstens voor protestanten
die
oorspronkelijk afkomstig zijn uit voormalige koloniën, zoals
Suriname, Indonesië
en de Molukken. Bovendien geldt
voor de I.E.E. dat het een relatief kleine kerk is en het dus minder
voor de
hand liggend is om een aparte kerkelijke vereniging voor migranten op
te zetten.
Niettemin vond men het boeiend om kennis te maken met de ervaringen van
SKIN.
In Nederland hebben verreweg de meeste migranten ervoor gekozen
om zich
niet aan te sluiten bij een lokale gemeente. Reden daarvoor is dat men
in een
‘blanke’ gemeente over het algemeen weinig ruimte krijgt om
het geloof op
eigen wijze te beleven. Door eigen gemeentes te stichten, ontstaat de
vrijheid
om zelf te bepalen wat voor liturgie men wil vieren. Verder blijkt uit
de
praktijk dat een eigen kerkelijke gemeenschap migranten kan helpen om
het gevoel
van eigenwaarde te versterken. In een samenleving waar migranten nogal
eens het
idee hebben als non persona beschouwd
te worden, heeft een gemeenschap
waar men zich geen minderheid hoeft te voelen, een positieve invloed op
het
zelfbeeld.
Misschien levert dit laatste inzicht een interessante
parallel op tussen Spanje en Nederland. De gemeentes van
Móstoles
en ‘El Porvenir’ laten, net zoals SKIN, zien dat
samenwerking tussen
migranten en autochtonen mogelijk is. Maar daarbij is wel van cruciaal
belang
dat migranten zich organiseren. Een gezonde samenwerking tussen twee
ongelijke
partijen lukt alleen als de minderheid een duidelijke identiteit en een
krachtige positie heeft.
Kathleen Ferrier; Hans Snoek voorjaar 2002
Situatie
in overige gemeenten:
Réus.
In Réus is sinds de komst van ds. Delson Goulart Lessa veel
veranderd. De
gemeente verkeerde al geruime tijd in zeer matige staat, en werd de
laatste tijd
vanuit Barcelona, totdat de Comisión Permanente in 2002 Ds.
Goulart – een
Braziliaanse ‘Fraternal Worker’ die niet harmonieerde met
de gemeente in
Puerto de Santa Maria – aanstelde in deze gemeente. Hij is van
huis uit een
gemeentestichter, en hij begon prompt met het uitbouwen van het
jeugdwerk, dat
vanuit Barcelona al was opgestart. Dit liep heel aardig. Zijn methode
is de
jeugd via sport bij de kerk betrekken. In Brazilië is (een zeer
bevindelijke
vorm van) Protestantisme op dit moment de leidende godsdienst, en het
hoeft,
waar in Spanje het religieuze klimaat in het algemeen net zo seculier
is als in
Nederland, dan ook geen verbazing te wekken, dat vanuit Barcelona, dat
op
anderhalf uur autorijden van Réus ligt, regelmatig veel
Brazilianen naar de
dienst komen. Dit resulteert in een vrij vlottende bevolking, waarbij
de
oorspronkelijke gemeente, die de nieuwkomers argeloos welkom heeft
geheten, zich
minder thuis voelt, zodat deze naar andere gemeenten gaat. Men heeft de
rijkdom
van elkaars culturele verscheidenheid nog niet ontdekt. De gemiddelde
kerkgang
ligt rond de 20 mensen.
Palma de
Mallorca is
ongeveer de
grootste gemeente
van de I.E.E. op dit
moment.
En een van de meest
actieve. De
nieuwe kerk geeft ruimte aan de vele activiteiten zoals werk voor
immigranten,
ouderen, verslaafden etc. De sfeer in de gemeente is tamelijk
eensgezind, en
nadat men in de jaren 70-80 een ommezwaai in de charismatische richting
heeft
overleefd, is de gemeente ook in staat gebleken allerlei andere
problemen het
hoofd te bieden, waaronder die van de immigranten.
In Madrid (zie blz. 13)
heeft de toestroom van relatief veel immigranten voor problemen gezorgd
in de
kerk aan de c/ Bravo Murillo, die bij het Porvenir inwoont. Deze
mensen, die
naast de zondagse kerkdienst ook nog hun eigen bijeenkomsten hadden,
legden door
hun aanwezigheid steeds steviger accenten. Ds. Julio Roberto Asensio
van de
Iglesia de Cristo aldaar kreeg weliswaar bij een stemming t.a.v. zijn
beleid in
de gemeente 17 stemmen voor en 13 tegen, maar daar kon hij niet mee
leven. Hij
stapte dus op, tweede helft 2001, en na hem de kerkeraad. In deze
impasse boden
de nieuwkomers aan een nieuwe kerkeraad te vormen. En die is niet van
gering
allooi! De voorzitter is ambassadelid van de Ivoorkust, de leidster van
de
liturgiegroep, Maria de los Ángeles, is Mexicaanse, de huidige
predikant is
Melanie Mitchell, een nog vrij jonge, uit de V.S. afkomstige (blanke)
vrouw, die
hiernaast als scholierenpredikant werkt op het college Juan de
Valdés, de
muzikale omlijsting van de dienst staat onder de verantwoordelijkheid
van de
niet minder Amerikaanse Donna Moros Laubach, die net als Melanie aan
het SEUT is
verbonden, en op een regelmatige basis kan men rekenen op 50 à
60 mensen.
Veel kleine gemeenten
veranderen onder toevloed immigranten.
In Valencia komen er meer
mensen, ook immigranten, sinds de
nieuwe kerk er staat. Dat is nu ruim een jaar.
Alicante, toch niet echt klein, legt zich toe op gevangeniswerk,
zoals
dat al een paar jaar groeiende was, en op vluchtelingenopvang.
De enthousiaste predikant, David Manzanas, weet zich omringd
door een
opmerkelijk aantal emeriti, die allemaal hun steentje bijdragen aan het
werk in
de gemeente of in de omgeving.
Conclusie: de multiculturele samenleving, waar Spanje vanuit
zijn wortels
(Christelijke, Joods, Moors) al eeuwenlang ervaring mee leek te hebben,
is iets
dat, na de zeer eenzijdige ‘zuiveringen’ van Franco, die
nog rondzingen in
het onderbewuste: Spaans = Rooms-katholiek = Spaans, ook binnen de
protestantse
gemeenschappen moeizaam moet worden bevochten. Daarbij is de bezielende
leiding
van enkelingen (vaak predikanten) van doorslag gevende betekenis. Ook
daarin
hebben we veel gemeen. Het feit dat een deel van de immigranten van
huis uit
Spaanstalig is, mitigeert een stuk van het probleem. Toch begint men
ook in
Spanje te lijden aan xenofobie, vooral waar bepaalde instanties
(verschillende
universiteiten bijv.) voor een groot deel door maar een of enkele
groepen worden
overspoeld.
GVvH
De
I.E.R.E. –
een kerk apart.
Van oudsher is Het Evangelie in Spanje niet alleen verbonden met de
I.E.E., maar
ook met de I.E.R.E., de Iglesia Española Reformada Episcopal, al
was de laatste
decennia dat contact wat verwaterd, en liep het voornamelijk via de
beminnelijke
Rogelio Prieto, mededirecteur van het SEUT, dat door beide kerken samen
wordt
ondersteund, zij het in verschillende mate.
De I.E.R.E.is een kerk die voluit Spaans wil zijn, Protestant,
èn
staande in de Apostolische successie. Daarmee zou ze een ideaal
tegenwicht voor
de R.K. kerk moeten vormen. En hoewel vrij wat afgevallen katholieken
in de
I.E.R.E. een plaatse hebben gevonden, is de kerk nog steeds niet het
Protestantse antwoord op de Rooms Katholieke kerk. De organisatie is
nogal hiërarchisch,
en geënt op de Anglicaanse kerk. Daarmee is
volledige intercommunie. Er is steeds een nauwe band geweest met
het
bisdom Gibraltar. De aartsbisschop van Canterbury was actief aanwezig
bij de
laatste bisschopswijding, en de bisschop van Gibraltar was
medeconsecrator. De
I.E.R.E. kent een aantal gelovigen dat op 1050 wordt geschat. Het
aantal
gemeenten en missieposten ligt rond de 21. Vroeger waren dat er 3x zo
veel!
Op de eigen website kenschetst de I.E.R.E. zich aldus:
De I.E.R.E. is Spaans. Ze
heeft haar ontstaan te danken aan
toegewijde mensen die de Rooms Katholieke Kerk hadden gediend, maar
waarvan ze
zich hebben afgescheiden omdat ze het niet eens waren met de leer en de
practijk
daarvan.
De I.E.R.E. is Protestant, hetgeen betekent dat ze verworpen
heeft en nog
verwerpt al die leerstellingen en handelswijzen, die vreemd zijn aan de
Bijbel,
of die niet in overeenstemming met de inhoud daarvan zijn.
De I.E.R.E. is Episcopaals, want ze houdt zich aan de
drievoudige orde
van ambten: bisschop, priester, diaken. En dat allemaal in wat men
noemt de lijn
van de Apostolische successie. Zowel de bisschoppen als de priesters en
diakenen
kunnen gehuwd zijn.
De I.E.R.E. is Bijbels, in zoverre dat ze leert dat in de
Heilige
Schrift alles is te vinden wat tot ons heil dienst. Zodoende kan van
niets, wat
daarin niet staat of daardoor niet bewezen kan worden, van
iemand geëist
worden dit te geloven of te beschouwen als voorwaarde voor het heil.
De I.E.R.E. is Liturgisch. De diensten volgen de Mozarabische
ritus, die in Spanje gebruikt werd tot in de XI eeuw, toen deze met
geweld
vervangen werd door de ritus van Rome.
De I.E.R.E. is Sacramenteel: de doop en het heilig Avondmaal
worden toegediend als sacramenten die door onze Heer Jezus Christus in
het
Nieuwe Testament zijn ingesteld.
De I.E.R.E. is Synodaal. De synodes worden om het jaar gehouden
en bestaan uit evenveel voorgangers als gemeenteleden, die in de
gemeente
gekozen zijn. Iedereen, man of vrouw, kan gekozen worden als
afgevaardigde ter
synode.
Voor de I.E.R.E. is het fundamenteel Christus te volgen, God te
aanbidden in Zijn kerk, te werken, te bidden, en de verspreiding van
Zijn
Koningschap te bevorderen.
De ontstaansgeschiedenis van de I.E.R.E. is verbonden met die
van de I.E.E.:
het is er namelijk een afsplitsing van. In 1880 vond een van de
Protestanten van
het eerste uur: Don Juan
Veel Protestantse zending is Spanje via Gibraltar en de Engelsen binnen
gekomen,
zeker vanaf de eerste helft van de 19de eeuw. Maar de Ierse
en
Schotse zending mag ook niet verwaarloosd worden, net zo min als de
Duitse
inbreng. Toch is voor de I.E.R.E. juist die relatie met Gibraltar, en
daarmee
met de grote Anglicaanse Gemeenschap, van groot belang geweest en
gebleven.
Zeker is dat mevrouw Constance van Loon, een van de oprichters van het
Comité
voor Spanje, waaruit de Stichting Het Evangelie in Spanje uiteindelijk
is
ontsprongen, niet onwelwillend stond tegenover de stichting van de
I.E.R.E.,
want ook Cabrera werd door haar financieel gesteund, en wel in
aanzienlijk mate.
Met name bij de bouw van de kathedraal aan de die ook na het concilie
van Trente door Rome is erkend. Ook heeft J.B. Cabrera, die voordien
een van de
leidende figuren was geweest bij het stichten van de oorspronkelijke
Protestantse kerk van Spanje, naderhand heel veel liederen voor de
eredienst
zelf in het Spaans geschreven dan wel hertaald.
calle Beneficencia,
waar ook het
bisschoppelijk paleis is gevestigd, en waar tot voor kort het SEUT
gehuisvest
was.
Vandaar dat Het Evangelie in Spanje, in de persoon van ons
oudste lid, en
verwant van voornoemde dame, Jhr. Maurits van Lennep, zou worden
begiftigd met
een penning of medaille van de I.E.R.E.
De I.E.R.E. is dol op medailles. Bij allerlei gelegenheden laten ze er
een
slaan, om daardoor de gemeenschap hechter te maken. Wel moeten de
mensen in de
gemeenten die medailles dan zelf betalen, want ‘wat je schenkt
wordt niet op
waarde geschat’. Zo werd rond 2000 bij een feestelijke
bijeenkomst van de
I.E.R.E. door het kapittel besloten dat er eens een medaille moest
komen voor
alle comités en verenigingen die hun op de een of andere manier
bijstaan. Het
bestaan van Het Evangelie in Spanje was op dat moment even
weggezakt uit
de herinnering, maar kwam daarin terug bij ons bezoek.
Het gebouw in c/ Beneficencia is indertijd gebouwd door bisschop
Cabrera, met
veel hulp van Mevrouw van Loon. Ook ten aanzien van diens vorige
parochie,
Zamora, is mevrouw Van Loon financieel zeer behulpzaam is geweest. Ze
kocht een
stuk land ten behoeve van de gemeente. Op de dag dat mevrouw Constance
van Loon
overleed, heeft bisschop Cabrera gezegd: Er is een engel gestorven
die Spanje
veel heeft geholpen. Een engel heeft ons verlaten, en is naar de hemel
gegaan.
Het gebouw aan de calle
Beneficencia, midden in Madrid, is vrij groot, maar intensief in
gebruik. Links
zijn de gebouwen waar vooral kantooractiviteit is. Het SEUT was er
gevestigd, de
tweedehands kleding wordt er bewaard, een alternatieve gemeente kerkt
er, (er is
daar een fikse kapel, al is deze kleiner dan de kathedraal!) er is een
stukje
bibliotheek, er repeteert een koor, er is de Leprastichting etc. Rechts
zijn de
woningen van de bisschop en verschillende anderen, waaronder leden van
de I.E.E.
In het midden de ruim bemeten kathedraal. We gingen er ter kerke met
Pinkster,
een paar jaar geleden. De sfeer was toch wel erg Engels, inclusief de
beschaafde
afstandelijkheid, die je in een gemeente van de I.E.E. zo niet zou
vinden. Daar
is het ondenkbaar dat je niet wordt aangesproken na de dienst.
De liturgie brengt een ingewikkeld gehannes met boekjes en
boekenleggers mee, al
wordt tegenwoordig gewerkt met een vel waarop de liederen en lezingen
staan,
plus de bladzijden die moeten worden opgeslagen, om de gebeden mee te
bidden.
Het lijkt veel op een Oud-Katholieke dienst. Natuurlijk zijn er altijd
wel
mensen die je daarmee willen helpen, als je dat vraagt.
Hoewel de kerk in zijn geheel niet groot is, zijn de leden tamelijk
actief, en
zo zijn er vrij veel activiteiten waaronder het werk voor de Lepra een
belangrijke plaats in neemt. Ook zijn er talrijke pastorale contacten
met de
immigranten uit Bolivia en Colombia, die er dikwijls bijzonder slecht
aan toe
zijn. Voor hen lopen er verschillende projecten, van resocialisatie tot
voedselhulp, en natuurlijk de onvermijdelijke ‘ropero’,
de uitdeling van tweedehands kleding, of de verkoop daarvan voor een
zeer laag
bedrag.
Er is
een gekleurde
gemeente die ook kerkt in de kathedraal, maar de onverenigbaarheid der
humeuren
heeft men opgelost door elkaar niet voor de voeten te lopen, en op
verschillende
momenten en locaties binnen het gebouw te vieren.
Dit zijn de kinderen van de kinderkerk van de migranten, aan wie de
beschei-den
bijdrage die Het Evangelie in Spanje onlangs aan de I.E.R.E. schonk,
ten goede
zal komen.
De I.E.R.E. brengt een eigen blad
uit, La Luz, dat de laatste tijd
aanmerkelijk interessanter is geworden. De website van de I.E.R.E. als
kerk is wat
mager, maar wel aardig: http://www.netministries.org/see/churches.exe/ch10650
- die van de kerk in Sevilla
is veel interessanter, daar is de gemeente ook actiever en groter dan
in Madrid:
http://teleline.terra.es/personal/iere.es/
Door de recente contacten kreeg de I.E.R.E. voor ons een meer actueel
gezicht.
Tot nu toe was dat vooral ingevuld door D. Rogelio Prieto, die de
I.E.R.E.
binnen het S.E.U.T. vertegenwoordigt, en door de vroegere bisschoppen,
D. Arturo
Sánchez, die een
van de
pupillen is geweest van ds. Voerman aan het seminarie in Madrid,
destijds, en
door Don Ramón Taibo, die de kerk door zijn aanwezigheid naar
werkelijk
internationaal niveau tilde. We zijn zeer benieuwd naar de manier
waarop de
uitdaging van deze nieuwe tijden wordt beantwoord door deze nieuwe
bisschop.
We
houden U op de hoogte! GVvH
Even
kennismaken: Don Carlos López Lozano.
Van 9-11 november 2001 bracht Don Carlos López Lozano, de
(enige) bisschop van
de I.E.R.E., de Iglesia Española Reformada Episcopal, een bezoek
aan ons land.
Of liever: een bezoek aan Het Evangelie in Spanje. Een mooie
aanleiding
om hem u voor te stellen.
Bij de promotie van Pedro Zamora,
eind october 1999, maakten ds. en
mevrouw Voerman kennis met de bisschop, waarbij deze hen uitnodigde hem
op te
zoeken. Een bezoek dat ze herhaalden in november 2002. Ondanks het feit
dat deze
bisschop er om bekend staat dat hij veel op reis is, lukte dit. Zijn
reislust is
zelfs een van de redenen geweest om hèm tot bisschop te kiezen:
hij was
ongeveer de jongste van alle priesters, en zou de meeste energie en
kracht
hebben om de gelovigen, die werkelijk door heel Spanje verspreid wonen,
te
bezoeken.
Daarnaast heeft hij een deel van
het pastoraat aan de gemeente in Madrid
aan de c/ Beneficencia, en de verantwoordelijkheid voor de bestuurlijke
kant van
het bisdom.
Bovendien verzorgt hij met veel
enthousiasme de buitenlandse
betrekkingen, met name met de Anglicaanse gemeenschap. Een
‘vliegende keep’!
De aanspreektitel is Reverendísimo,
maar Don Carlos is hem
liever. Hoewel hij de ‘Pomp and circumstance’ wel mooi vindt, is hij in
wezen een bescheiden en vriendelijk man.
Hij heeft geschiedenis gestudeerd, en was bezig met de voorbereidselen
voor zijn
promotie, toen de toenmalige bisschop, Don Arturo
Sánchez, die het
materiaal voor
het eerste hoofdstuk in handen kreeg, hem beval er een boek van te
maken.
Precedentes
de la Iglesia
Española
Reformada Episcopal heet
het, en het lukt hem daarin bijna te bewijzen dat de I.E.R.E. van Adam
en Eva
afstamt. Bij wijze van spreken dan. Hij weet daar naast allerlei
geschiedkundig(e)
stof ook smakelijke anecdotes te berde te brengen. Juist deze
achtergrond maakte
dat hij verrukt was over de herontdekking – nee, niet van de
hemel, maar van
onze stichting! Met name de wetenschap dat een ver familielid van
mevrouw
Constance van Loon nog in leven was, en lid van ons bestuur, raakte hem
diep.
Vandaar de medaille die hij kwam uitreiken aan onze toenmalige
vice-voorzitter,
jhr. M.J. van Lennep, die ondanks de falende gezondheid en de sterk
afgenomen
krachten, gaarne met zijn echtgenote, een heel bijzondere vrouw, de
bisschop en
het bestuur wilde ontmoeten. U
ziet hem hier
met de medaille, die naar een vierde-eeuws ontwerp is gemaakt. XP
(Christus) en
AΩ (alfa en omega: begin en einde) gevat in een circel. Gesproken
werd er over het boek De hervorming in Spanje in de XVI eeuw
van Dr.
Maximiliaan Ferdinand van Lennep, de grootvader van onze
vice-voorzitter, dat
volgens de bisschop zo’n 10 jaar geleden in het Spaans is
vertaald, en de
geschiedenis van het Protestantisme in Spanje verhaalt vanuit het
gezichtspunt
van de Inquisitie. De schrijver kwam dikwijls naar Spanje en logeerde
dan bij de
familie Fliedner om zijn onderzoek te doen. Verder spraken we over de Precedentes.
Dat dit de laatste keer was, dat
wij als bestuur onze vice-voorzitter in
levenden lijve zagen: we hadden er geen idee van. Het is een groot
gemis!
Na de eerste foto’s wordt
opgemerkt dat Don Carlos zijn borstkruis
heeft verstopt in zijn borstzakje, hetgeen moet worden goedgemaakt.
Natuurlijk
wimpelt hij het bescheiden af met: 'Het
enige kruis dat van belang is, is dat van Jezus', maar hij moet er
aan
geloven. Jhr. Van Lennep vertelt nog dat de grootvader en diens
broer het
mogelijk hebben gemaakt dat de tante, mevrouw Van Loon, veel voor
Spanje heeft
kunnen doen, zonder het familiekapitaal werkelijk aan te tasten. Zo
ging dat in
die tijd.
Don Carlos had geluk, bleek later,
want Amsterdam had een museumnacht
bedacht, zodat hij, op weg naar zijn hotel, nog in het Van Goghmuseum
terecht
kon! Hij heeft er gretig gebruik van gemaakt.
De volgende dag was hij alweer
vroeg in de weer: hij kwam naar Utrecht,
om de dienst bij te wonen in de Kathedraal van de Oud-Katholieken. De
week
ervoor had hij, alsof het zo had moeten wezen, in Engeland de nieuwe
aartsbisschop van de Oud-Katholieken al ontmoet.
Kinderen hebben Don Carlos en zijn
Ana, de dochter van
ds. Sebastián en Eunice
Rodriguez niet. Ze komen beiden uit een groot gezin, en hebben een
overmaat aan
neefjes en nichtjes, zodat ze niet speciaal eigen kinderwens hebben.
Doña Ana
geeft les en doet veel in de gemeente. Ze houdt de teugels stevig in
haar kleine
handen, en biedt haar man een goed tegenwicht.
Tijdens ons eerste gesprek vertelde de bisschop een en ander over zijn
sociale
bewogenheid met de armen van de stad Madrid, en door zijn contacten met
een
collega uit Colombia is er een specifieke belangstelling voor deze
categorie
immigranten, al zijn ook anderen welkom voor tweedehands kleding, en
practische
hulp bij het aanpakken van de problemen die het leven als rechteloze in
Spanje
meebrengt. In feite was dit werk al opgezet, maar Don Carlos heeft zich
er toe
gezet het zoveel mogelijk te promoten. Dat lukt hem aardig. Hij
ís ook aardig.
Toen wij hen bezochten in october 2002 bleek de bisschop zich zeer te
interesseren voor het Samen-op-Weg-gebeuren.
Als historicus bezoekt hij graag de Iberische ontmoetingen van
(kerk)historici.
En zo kent U nu een echte bisschop
in Madrid ook een beetje.
GVvH
Een
feestelijke opening.
Aan de voet van de bergen, in een vallei naast de
Guadarrama, niet ver
van
Franco’s monument voor de (eigenlijk: zijn) gevallenen in
de
burgeroorlog, ligt een terrein dat in 1880 werd gekocht door Federico
Fliedner
van een burgemeester die geen idee had aan wie het land eigenlijk
toebehoorde,
en blij was op die manier de achterstallige belasting ervoor bij elkaar
te
krijgen. Een ‘finca’ was het, een buitenplaats, of een stuk
land met
bebouwing, maar die benaming was wel erg weids voor een ongelijk stuk
grond met
enkele huisjes en een stel ruines. Federico ontdekte echter een bron op
het
terrein die helder water gaf, en dat was een geweldig pré in een
tijd dat er
nog geen vaste waterleiding was overal.
Hij zag de mogelijkheden die het
terrein bood, en ging met hulp uit het
buitenland over tot de aankoop. Grootse plannen had hij, tot en met het
planten
van een botanische tuin. Veel van die plannen heeft hij kunnen
realiseren: een
school, een vacantie-onderkomen voor kinderen uit de stad Madrid, de
herbouw van
het oude huis, dat door de mensen het ‘Castillo’
werd genoemd, en dat dateerde uit de 16de eeuw, of eerder. Vandaar uit
immers
heeft Philips II tussen 1563 en 1584 de bouw gadegeslagen van zijn
levenswerk:
het klooster-kasteel San
Lorenzo del Escorial.
El Escorial heet het plaatsje, naar de slakkenhopen die overal lagen
als afval
van de mijnbouw die daar had plaatsgevonden in betere tijden.
Een wonderlijke bestiering dus dat
de oprichter van het Fliednerwerk in
Spanje juist de hand kon leggen op dít terrein, waar vervolgens
de Protestantse
minderheid in Spanje zich kon laven uit de zelfde bron als die waaruit
Philips
II, de grote vervolger van de Hervorming heeft gedronken!
Het terrein, dat destijds ruim buiten het dorp lag, en een helder
uitzicht had
op het klooster, is nu volkomen ingebouwd, en heeft zijn landelijk
aspect verloren. Het lijkt daardoor ook wat gekrompen. Maar
gekrompen
zijn de mogelijkheden niet, die de Protestanten van dit moment er in
zien: de
nazaten van Federico Fliedner, zijn kleindochter Elfriede, en zijn
geestelijke
nazaten, die verenigd zijn in de Fliednerstichting!
Integendeel. Juist het
Casa de Paz, het Huis
van
Vrede, zoals Federico het terrein noemde, moet een plaats van
verzoening
worden. Een plaats waar oecumene geleefd en geleerd wordt. Oecumene
allereerst
onder de vele verschillende Protestantse varianten die er te vinden
zijn in
Spanje, een zeer veelkleurige rok aan
het Lichaam des Heren, maar ook een plaats waar het gesprek met de
Rooms
Katholieken plaats kan vinden. Waar openheid en respect de plaats
kunnen gaan
innemen van angst en achterdocht die in het verleden zo terecht de
houding was
van de protestantse minderheid in Spanje, en waar de andere kant
heldere
informatie kan krijgen over wat de Protestanten beweegt, en wat hun
leer nu
eigenlijk inhoudt. Dat alles is toekomstmuziek, net als de botanische
tuin, die
nog altijd op het programma staat, en er vast zal komen, als er ooit
het geld
voor zal zijn.
Toen wij er waren lagen er overal
in de tuin hopen stenen, werktuigen,
blijken van grote activiteit, want er wordt hard gebouwd aan een
Protestantse
aanwezigheid die zal getuigen van een kijk op de maatschappij die
dienstbaar is
aan heel de samenleving.
Zaterdagavond 12 october 2002 vond onder grote belangstelling uit
binnen- en
buitenland, Protestanten én Rooms Katholieken, de feestelijke
inauguratie
plaats van het project Ponce de la Fuente,
als een tastbaar bewijs hier van het Protestants vermogen de dromen ook
in daden
om te zetten, en zo deel uit te maken van de toekomst van Spanje.
Constantino Ponce de la Fuente
(1502-1560) was
kapelaan van de Spaanse keizer, een zeer geëerd man, een groot
filosoof en
theoloog, een fantastisch predikant, zoals een hoveling uit die tijd
hem
beschreef. Maar hij behoorde ook tot de Hervormers, of tenminste tot de
voorlopers van de Hervorming in Spanje, en heeft zijn laatste jaren
moeten
slijten in de kerker. Desondanks bleven zijn werken gelezen en gebruikt
tot in
de hoogste kringen. Dit hoorden we uit de mond van prof. José
Nieto, een
voormalig leerling van ds. Voerman aan het Seminarie - het
opleidings-instituut
voor predikanten - te Madrid. Hij was speciaal overgekomen uit Amerika,
waar hij
gezien wordt als een van de grote specialisten op het gebied van de
Spaanse
kerkgeschiedenis, om de opening van dit project speciale kracht bij te
zetten
met een serie van vier lezingen over de kerk en de sacramenten, zoals
Constantino Ponce de la Fuente en tijdgenoten daar tegen aankeken, en
over Don
Quichote, en het pleidooi voor Godsdienstvrijheid, dat daarin verwerkt
is.
Voorafgaand aan de lezing van prof. Nieto waren er relatief korte
verhandelingen
door ds. Pedro Zamora, een van de directeuren van het S.E.U.T., en
mede-initiatiefnemer van het project, waarover we nog meer zullen
vertellen,
door Sergio
Rossell, een van de docenten, en door Joel Cortés, de huidige
voorzitter van de
Comisión Permanente van de Iglesia Evangélica
Española. Vervolgens kreeg uw
nieuwe vice-voorzitter het woord: ds. Voerman, die tijdens de laatste
vergadering van de Stichting Het Evangelie in Spanje in die functie is
benoemd
in de plaats van wijlen Jhr. van Lennep. Namens de Stichting bood hij
met een
geestige speech, die zeer gewaardeerd werd, een set boeken aan: een
recent
uitgekomen interlineaire bijbelvertaling, waarbij direct onder het
Hebreeuwse /
Griekse woord de Spaanse vertaling staat, zodat ook de student die niet
zo
geverseerd is in de grondtalen van de bijbel een idee kan krijgen van
wat er nu
eigenlijk staat.
Na ds. Voerman kreeg dr. Tamara Appel het woord. Zij vertegenwoordigde Diakonisches
Werk der Evangelische Kirche Deutschland, een van de grotere
geldschieters
voor dit project, en overhandigde een ‘aandachtsdoek’, met
een diepe
spirituele betekenis, die ze helder uitlegde. Deze doek zal zeker een
goede
plaats krijgen in het toekomstig centrum, wanneer eenmaal de
bouwactiviteiten
voleindigd zijn. Want ja, die waren nog volop bezig, zoals we zelf
konden zien
tijdens de rondleiding, die volgde op het gemeenschappelijk gebed, de
muziek, de
lezing van Prof. Nieto en de hapjes en drankjes in de tuin.
Intussen is de bouw zeer ver gevorderd. De bibliotheek zagen we op
internet
intussen in volle glorie (rechts) en ook de verblijven voor de
studenten zijn
klaar. Dat was niet zo op 12 october. Eigenlijk was het enige dat voor
ons
gevoel min of meer klaar was, de conferentieruimte, waar we ontvangen
werden, en
de kantoortjes van Pedro Zamora en de fraternal workers Donna en Edgar
Moros. De
laatste leidde ons als groep rond door de gebouwen. Inderdaad moest er
nog veel
gebeuren, maar dat is allemaal een kwestie van afwerken, vond Edgar
Moros. En zo
zagen we de kantoren voor het personeel van het S.E.U.T., de
bibliotheek in
aanbouw, waar nu een kleine expositie was van het lesmateriaal, een
fotocollage
van het werk dat al gebeurt in Madrid, de boeken die zijn uitgegeven in
eigen
beheer, en dergelijke. Ook stond er een boekentafel van de
Librería Calatrava,
waar onder
andere de laatste boeken van prof. Nieto te koop waren. We zagen de
studentenkamers in aanbouw, in het gebouw dat nu Ponce de la Fuente
heet, en dat
de hoeksteen is van heel dit op de toekomst gerichte project, en we
werden
rondgeleid door de tuin, waar we de bron zagen, en de toekomstige
bibliotheek,
in een latere fase: la Chimenea, (zie foto) d.i. de Oven. Daar werd
destijds al
het glas voor het klooster vervaardigd. En ook is het in een andere
tijd
kennelijk de keuken geweest voor de fraters ter plaatse. Het gebouw is
ooit
gehalveerd, en daarom leek het ons nu heel klein, maar die verminking
zal weer
ongedaan gemaakt worden is het plan, zodat er plaats zal zijn voor een
studieruimte en een bibliotheek, die ook toegankelijk zal zijn voor de
inwoners
uit de stad. Toekomstmuziek? Zeker. Maar er zit muziek in, en we hebben
het
volste vertrouwen dat het - ook met uw en onze hulp - allemaal van de
grond zal
komen. Daar staan mensen als dr. Zamora en de nuchtere beheerders van
de
Fliednerstichting, waarmee het S.E.U.T. intussen een
samenwerkings-verband is
aangegaan, wel borg voor. We bezagen vervolgens het Castillo, dat omgebouwd
wordt tot woning voor dr. Zamora, en waar een vergaderruimte zal worden
aangepast, zodat die geschikt is om bezoekers uit binnen- en buitenland
te
herbergen. We kijken er naar uit!
Project.
Nu dan, dat project, waar steeds maar sprake van was. U hebt er al
een en
ander over kunnen lezen in berichtenblad nr. 67. We
zullen het nog eens memoreren: het gaat om een project in
twee delen, waarvan het eerste nu een tastbaar begin heeft gekregen.
Dit eerste
project is genoemd naar Constantino Ponce
de la Fuente en behelst de zorg, vanuit een christelijke
betrokkenheid, voor
een twaalftal studenten in verschillende studierichtingen, zodat ze
kunnen
studeren in een warme omgeving, waar ook aandacht is voor hun
geestelijke
(op)voeding. Een arbeidsintensieve zaak dus, waarmee de docenten van
het S.E.U.T.,
dat in het
Casa de Paz wordt
gehuisvest,
zich nauw verbonden weten. De
bedoeling is een Protestants kader te kweken, dat niet beperkt is tot
predikanten, maar in alle geledingen van de maatschappij zinnig kan
meepraten,
en een Protestantse aanwezigheid waar kan maken, die hout snijdt. Het
is de
bedoeling dat de 12 studenten van nu uitgroeien tot een 30-tal, wanneer
de
faciliteiten eenmaal voltooid zijn. Een universitaire campus op
Protestantse
grondslag. Van die 30 die blijk hebben gegeven van interesse, komen er
uit
zo’n 20 verschillende denominaties, zodat er een geweldige stap
voorwaarts zal
worden gezet, samen op weg naar een echte oecumene.
Een droom die uitkomt. Die
waargemaakt wordt door noeste volharding en
eigenzinnigheid, tegen alle tegenwerking en tegenslagen in.
Het volgende deel van het project is
genoemd: León
Felipe en dat
behelst
een conferentieoord, een vormingsoord voor predikanten en leken, waar
door
middel van cursussen en lezingen mensen op hoog niveau kunnen worden
bijgespijkerd, maar tegelijk in de warme atmosfeer die daar heerst ook
emotioneel op verhaal kunnen komen. Léon Felipe
zelf was een dichter. In Berichtenblad 67 treft u achterop een gedicht
van zijn
hand.
Voor dit project moet er nog een heel gebouw bijkomen, en moeten er nog
verdiepingen op bestaande gebouwen gezet. Ook zou een kapel moeten
worden
herbouwd – die er in de tijd van Philips II heeft gestaan, en
waarvan slechts
de muur nog overeind gebleven is. Te
Zijner tijd.
El Escorial is een studentenstad aan het worden. Die doelgroep is nu al
voorhanden, en de atmosfeer waarbinnen een dergelijk oord een succes
kan worden
is geen utopie, maar een realiteit. Laten we bidden en werken,
bijdragen met
geld en liefde en aandacht, en wie weet: spierkracht, om dit grote werk
mogelijk
te maken. Het begin is er. GVvH
Zoals op pagina 25
van het Berichtenblad vermeld staat, viel aan professor Dr. José
Constantino
Nieto de eer te beurt aan de inauguratie van het project Ponce de la
Fuente
luister bij te zetten door het geven van enkele colleges. In de eerste
twee
daarvan besteedde hij uitvoerig aandacht aan de persoon onder wiens
naam dit
project gerealiseerd zal worden. De tweede reeks van twee colleges had
betrekking op het nationale ‘epos’ van Spanje, de Don
Quixote van Cervantes,
waaraan volgens hem een maatschappij-critische betekenis moet worden
toegekend.
Constantino Ponce de la Fuente, door Nieto doorgaans als Constantino
betiteld, zoals hij wetenschappelijk bekend staat, was een tijdgenoot
van keizer
Karel de Vijfde en van koning Philips de Tweede. Een portret van hem is
helaas
nergens te vinden, (vernietigd door de Inquisitie – een lot dat
velen ten deel
viel, die door de Inquisitie werden veroordeeld), maar van zijn
persoonlijkheid
en geestelijke betekenis getuigt de geschiedschrijver Calvete, die
belast was
met het optekenen van de gebeurtenissen tijdens een reis van Philips II
door
Noord – Europa (1548-1552). Dr. Constantino wordt daarin
beschreven als een
groot filosoof en diepzinnig theoloog, en als een buitengewoon begaafd
prediker,
die de prins en diens gevolg op hun tocht gaarne beluisterden.
Desondanks liep
het – werelds gezien – slecht met hem af. Hij overleed in
1560 in een kelder
van de Inquisitie op 58 jarige leeftijd in Sevilla, na een
gevangenschap van
drie jaar, waartegen blijkbaar noch de gunst van het hof, noch zijn
voorzichtige
theologische formuleringen hem hadden kunnen beschermen. Het blijft
intussen
toch een interessante vraag hoe hij er in geslaagd is zolang uit de
handen van
zijn vijanden te blijven. Nieto wijst er op, dat een van de factoren
zijn
‘sutileza’ (subtiliteit) moet zijn geweest.
Hij was uiterst behendig in het kiezen van een terminologie, die
Rooms-katholiek klonk zonder het wezenlijk te zijn. Nieto komt dan ook
met
voorbeelden die aantonen, dat we er goed aan doen vooral te letten op
wat
Constantino niet zegt. Met name zwijgt hij over de
hiërarchische
priesterlijke opbouw van de Rooms-Katholieke kerk, die op het misoffer,
dat door
de priester op het altaar telkens weer herhaald wordt, de redding van
de mens
fundeert. Ook noemt hij niet de transsubstantiatie, de verandering van
brood en
wijn in vlees en bloed van Christus, die volgens de kerkleer plaats
vindt op het
ogenblik dat de priester de instellingswoorden uitspreekt, waartoe
alleen hij
bevoegd is: ‘Hoc est corpus meum…; hic est sanguis meus..’
(Dit is
mijn lichaam… dit is mijn bloed…).
Constantino haalt de hier voor
met enkele
woorden geschetste fundamentele betekenis van het priesterschap naar
rooms-katholieke opvatting onderuit door zich te verdiepen in het
algemeen
priesterschap der gelovigen. Hij gaat daarbij uit van een onderzoek
naar de
betekenis van de namen van Jezus. Elke enigszins in deze materie
onderlegde
Spanjaard hoort hierin dadelijk een verwachtschap met een boektitel uit
het werk
van Fray Luís de León: Over de namen van Christus
(1583).
(De los Nombres de Cristo.)
Nieto vergelijkt dan de behandeling
van deze twee nauw verwante
thema’s bij beide schrijvers.
Fray Luís begint zijn tractaat met een twee
pagina’s lange
verhandeling over de suprematie van de apostel Petrus, wiens opvolgers
de pausen
zijn. Volgens hem zullen in het pausschap de ware leer en de ware
geloofsbelijdenis blijven bestaan tot het einde der tijden, zoals het
van den
beginne af ook geweest is. Nieto merkt op, dat deze uitweiding niet
door
de keuze van zijn onderwerp vereist wordt. Constantino echter spreekt
in het
geheel niet over onderwerping aan het pausdom.
Hij gaat uit van de naam Jezus
als eigennaam. Daaraan verbindt
hij direct de uitleg van de tweede naam Christus, de gezalfde.
De zalving
werd in Israël voltrokken aan koningen, profeten en priesters. Zo
fundeert hij
het drievoudig ambt in Jezus Christus als mens.
Samen met aartsbisschop Carranza[3],
door de Inquisitie eveneens van reformatorische tendensen verdacht,
maakt
Constantino onderscheid tussen het Joodse priesterschap naar de orde
van Aäron
en het christelijke priesterschap naar de orde van Melchizedek, waarvan
Jezus de
middelaar is door Zijn zoendood. Carranza gaat dan verder en baseert
het
eigenlijke priesterschap op die orde van Melchizedek, waarnaast er voor
hem ook
nog een priesterschap der gelovigen in overdrachtelijke zin bestaat.
Voor
Constantino evenwel is het zo, dat het nieuwe priesterschap naar de
orde van
Melchizedek alle christenen zonder uitzondering tot priester aanstelt.
Het
nieuwe verbond maakt het hele volk tot priesterschap, zonder
hiërarchische
onderscheidingen. Hij beroept zich voor die opvatting op de brief aan
de Hebreeën
en op Jeremia 31: 31-34/ En natuurlijk ook op de eerste brief van
Petrus. Het is
enigszins ironisch, dat juist in een aan Petrus toegeschreven brief de
rooms-katholieke uitleg van de Petrus-belijdenis van Cesarea Filippi
(Mattheüs
16: 18-19) ontkracht wordt. Constantino zegt letterlijk, dat alle
christenen
delen in de priesterlijke geest, die in Gods Zoon is.
Hij maakt hen allen tot profeten, koningen en priesters.
Voor Constantino bestaan er dus
geen priesters als aparte klasse in het
volk. Zijn standpunt is voluit reformatorisch. De kern van het
christelijke
geloof bestaat niet in de aanvaarding van een priesterlijk
hiërarchisch heilsinstituut met zeven sacramenten, waardoor het
heil bewerkt en
verkregen wordt in de samenwerking van de menselijke vrijheid en de
goddelijke
genade. Het bestaat integendeel in de vrije en genadige verkiezing van
God in
Christus zonder toedoen van onze werken.
In zijn
Doctrina Cristiana, verschenen in
1549, heeft hij zijn overtuiging uiteengezet. Hij stond in hoog aanzien
bij
Keizer Karel V, (links) die gezegd moet hebben: 'Als Constantino
een ketter
is, dan is hij wel een grote ketter'. De inventaris van de
bibliotheek van
de keizer, die bij zijn overlijden in 1558 werd opgemaakt, vermeldt de
Doctrina
Cristiana van Constantino Ponce de la Fuente. Hij bleef daarin lezen
voor het
slapen gaan… Een aardige anecdote is ook nog dat een bisschop in
Mexico zijn
werken is blijven gebruiken voor het godsdienstonderwijs, ook al wist
hij dat
Constantino Ponce de la Fuente veroordeeld was door de Inquisitie. En
met hem
zijn hele werk.
We mogen dus wel stellen dat Constantino terecht wordt gezien als een
voorloper
van het Spaanse Protestantisme, en dat de subtiliteit, waarmee een
project, op
de grond die ooit Philips II huisvestte, naar hem genoemd is, zijner
waardig is!
A.V.
(De
Spaanse tekst van de lezing kan op verzoek worden toegestuurd)
Stoelendans
Weinig predikanten
dienen in Spanje tientallen jaren dezelfde gemeente.
De laatste twee jaar zijn er weer verschillende veranderingen
geweest:
Alfredo Abad is augustus 2001
losgemaakt van Granada om naar Madrid te gaan, calle Calatrava, Iglesia de Jesús.
In zijn plaats wordt in Granada benoemd: Felipe
Lobo, nu nog
student bij het SEUT. Hij heeft al met verschillende kerken in Madrid
samengewerkt. Hij moet wel blijven studeren, en ging in mei 2002 naar
Granada.
De pastorie is voor zijn komst verbouwd. Daar doet hij het blijkbaar
naar volle
tevredenheid. Hij heeft naast studie en gemeente ook de zorg
voor een
zendingspost in Almuñecar waar hij iedere zondagmiddag heen gaat.
Samuel
Arnoso
(links) van Cartagena is in 2002 twee maanden
lang naar Noord Ierland geweest met zijn vrouw. Hij heeft veel
opgestoken van de
Presbyterial Church of Ireland. Naar verwachting gaat hij in mei naar Bilbao.
Hij wordt in Cartagena afgelost door Daniel Reyes,
(rechts) die in
Barcelona-Centrum heeft gestaan en een jaar weg geweest is.
Daniel is in maart in Cartagena begonnen. Ook neemt hij de
Engelssprekende gemeente van Torrevieja voor zijn rekening. Hij heeft
daar al
eerder ervaring opgedaan. Zijn vrouw is Ierse.
De kerk van
Palma de Mallorca heeft
gevraagd of Jonatan Landeira, die heeft gestudeerd aan het
IBSTE bij
Barcelona, en al meer dan een jaar mee werkt in de kerk van Palma de
Mallorca
als assistent van Paco Guerra, (foto) in Palma
predikant
kan worden. Beide partijen willen het graag. De zaak heeft een zekere
urgentie
gekregen toen Paco Guerra enige tijd in het ziekenhuis werd opgenomen.
Besprekingen zijn gaande.
Julio
Roberto Asensio heeft in 2002 de verantwoordelijkheid voor de Iglesia
de Cristo (c/ Bravo Murillo) in Madrid neergelegd. Er is een nieuwe
predikant
gezocht, intussen zorgde de kerkeraad voor de lopende zaken. Julio
Roberto was
enige tijd in algemene dienst van de Comisión Permanente.
Intussen is Melanie
Mitchell predikant van Iglesia de Cristo
in Madrid. Ze is Noord-Amerikaanse,
woont al een paar jaar in Madrid, heeft theologie gestudeerd, en volgt
nu
doctoraalcursussen aan de universiteit van Comillas. (Madrid). Zij is
lid van de
Presbyteriaanse kerk in de VS, daarmee is al gesproken over de
mogelijkheid dat
ze als predikant werkt in Spanje. Ze geeft ook theologie aan de
universiteit van
San Luis (VS), die een zetel heeft in Madrid. Samen met Juan Medrano
heeft ze verder een functie als geestelijk verzorger voor de scholen El
Porvenir
en Juan de Valdés. Juan heeft drie
jaar in Barcelona gestudeerd, en studeert nu aan de Comillas
onder
supervisie van het SEUT. Hij assisteert in de kerken van Madrid w.b.
preken. Hij
heeft een jaar de kerk van Clot (Barcelona) verzorgd, tot groot
genoegen van de
mensen daar. Hij werkt op het bredere vlak van de kerk vooral met de
jeugd. Dit
jaar hoopt hij af te studeren, en gaat dan terug naar Catalonië,
om gedurende
tenminste drie jaar de gemeente van Santa Coloma bij te staan, (en nog
een
gemeente, daar wordt nog over beslist), terwijl de huidige predikant
van Santa
Coloma, Carmen Sánchez, zich
in die tijd wijdt aan een zendingsproject.
Ds. Juan
Varela, de administrateur
van de I.E.E., heeft tot nu toe deze baan gecombineerd met een half
pastoraat in
de Iglesia de Cristo, c/ Noviciado. Deze combinatie werd te zwaar, toen
beide
banen uitgroeiden. Sinds maart 2003 wijdt ds. Varela zich nu helemaal
aan de
administratie van de kerk, en een stuk ambulante pastorale zorg.
De Iglesia de Cristo is dus vacant.
Jacqueline Hartsmith
Foy neemt nu de Ierse
predikant Mark Henderson enige tijd
geleden vertrokken is uit Torredelmar de staf over. De Ierse predikante
Margaret
Neil heeft totnogtoe bij tijden waargenomen. Mevr. Hartsmith woont
in
Torredelmar en in overleg met de Presbyt. kerk van Ierland zal ze nog
wat
cursussen lopen aan een bijbelschool.
Mevr.
Hartsmith Foy
werkt intussen met veel plezier in Torredelmar. De laatste tijd komen
er meer
mensen naar de kerk. ‘s Winters wel 30 mensen. Het
probleem is dat er eigenlijk geen goede plek is om te kerken.
De kerk van Capdepera
(Mallorca) heeft gevraagd om een predikant nadat Juan Varela
Alvarez
de I.E.E. heeft verlaten.
In Zaragoza staat Augusto Milián, die in de plaats van
Daniel Vergara is
gekomen, en nog studeert aan het SEUT. Vroeger deelde Jaca deze
predikantsplaats
met Zaragoza. Met de komst van Augusto Milián verzocht Jaca een
jaar op eigen
benen te mogen staan. Hoewel de kerk aan het groeien is, is die
zelfstandigheid
kennelijk niet zo bevallen, want Augusto Milián heeft nu als
predikant van
Zaragoza opnieuw de zorg op zich genomen voor de gemeente van Jaca. Hij
gaat
iedere week naar Jaca voor huisbezoek en voor catechese.
(Nieuwe) Fraternal Workers
David
en Cinthya Ceballos,
leden
van de Methodistenkerk in de VS zijn half maart met hun drie kinderen
naar
Barcelona gekomen om in Clot het pastoraat te verzorgen, en te
integreren in de
EEC. (De Protestantse kerk in Catalonië.) Op nationaal niveau
beginnen ze aan
training voor zondagschoolpersoneel.
Ralph Baudisch
is een
Duitser, en lid van de Lutherse kerk in Beieren. Hij volgde de
officiële weg om lid te worden van de I.E.E. waarna hij
Barcelona-Centrum te
verzorgen kreeg. Ds. Ralph Baudisch ging in december 2002 met zijn
vrouw naar
calle Tallers (Barcelona-Centrum). Toen was
aan alle officiële vereisten voldaan.
De fraternal workers uit de
Levant, (Alicante en omstreken), Derek en Jane French, van de
Presb. Kerk
van Ierland, gaan voor een paar maanden terug naar huis.
Als Fraternal Workers vervullen
ook Donna Moros Laubach en Edgar Moros Juano die
bij
het SEUT werken een belangrijke rol!
Project
Moisés
Aan de rand van Barcelona ligt de wijk Santa Coloma
de Gramenet. De zeer
actieve
Protestantse gemeente is in deze zeer dichtbevolkte[4]
achterstandswijk een baken van hoop. Er worden allerlei cursussen
gegeven, er
worden verslaafden opgevangen, er zijn veel activiteiten voor de wijk.
U hebt
daarover kunnen lezen in Berichtenblad 64 van mei 2000 (nog te vinden
op 64 )
Sinds twee jaar is men bezig met een nieuw project, dat na allerlei
tegenslagen
dit jaar toch van de grond is gekomen: het project Moisés.
[5]
De gemeente wil een biezen kistje
vormen voor de vele kinderen in de
wijk, wier leven en welzijn gevaar loopt door de gezinsomstandigheden.
Het gaat om kinderen met problemen op het gebied van affectie
(ongewenste kinderen, kinderen die geen relaties kunnen aangaan), kennis
(geen plannen kunnen maken voor de toekomst), moraal
(geïsoleerde
kinderen, of agressief, passief, intolerant), en van onderwijs
(kinderen
die achter lopen of niet kunnen leren). Het gaat hier om kinderen
tussen de 3 en
12 jaar, waarbij vooral interessant is dat men de directe omgeving ook
heel
bewust wil betrekken bij het proces. Niet alleen het kind is
gehandicapt, maar
ook zijn omgeving, is het uitgangspunt. Het
project voorziet in een dagopvang, juist om zo de ouders / verzorgers
in hun
waarde te laten, en te leren hoe ze voor dit kind
verantwoordelijk kunnen
zijn. Primair wil het Centrum
participeren in het Interdepartementale programma: ‘Minimum
inkomen voor
Sociale Reïntegratie’ dat door de regionale regering wordt
gesponsord. Dit
heeft het voordeel dat de staat betrokken is bij het hele gebeuren, en
zelf
kinderen aandraagt. Daarbij zou de staat zorgen voor een ruimte.
Vorig jaar waren de berichten opgetogen: we kregen een mooie
folder met
plaatjes van de toegewezen lokalen, een vroegere kleuterschool, die
vreselijk
uitgewoond was, en die intensief gerenoveerd moest worden. Een
duidelijke
begroting is voorhanden. Een niet alledaags gebeuren, in (kerkelijk)
Spanje.
Helaas bleek er een ambtenaar een verordening gevonden te hebben, die
verbood
dat een dergelijk instituut op de eerste verdieping huist. Maar vrees
toch
geen nood, ’s Heren trouw is groot: er kwam een andere ruimte
vrij, nu in
een mooie school, die een andere bestemming krijgt, en waar men de
beschikking
krijgt over 3 klaslokalen en een goede keuken.
Men is enthousiast, want er is veel licht, een enorme patio,
waar de
kinderen kunnen spelen, en een gymnastiekzaal waar men ook gebruik van
kan
maken. Wel moest de badruimte vergroot worden, en moesten 3 extra
douches worden
geïnstalleerd. Schilderen doen de
mensen uit de gemeente natuurlijk zelf, en allerlei meubilair moet nog
worden
gekocht. Dat is voor rekening van de kerkelijke gemeente, die ons en U
ook heeft
verzocht daarin bij te dragen.
Bovendien moet men voorzien in het salaris van twee personen
gekwalificeerd
personeel dat betrokken is bij de directe opvang van de kinderen, en in
de
kosten van allerlei (les)materiaal, het eten dat de kinderen krijgen
etc.
Voorwaar geen kleine onderneming, maar de nood is hoog, en men verheugt
zich er
op de eerste 21 kinderen op te kunnen vangen.
De stadsdeelraad zorgt voor ander gekwalificeerd personeel in
deeltijd,
zoals kinderartsen, kinderpsychologen en wat er verder in die richting
nuttig en
nodig is.
De achtergrond van dit werk ligt
voor een deel in de samenstelling van
de buurt, ook wel La
Latina geheten, die de jongste
bevolking kent van heel Catalonië, waarvan ruim 40% onder de 30
jaar is.
Daarbij zijn er veel jonge ongehuwde moeders, verbroken gezinnen, en
werklozen
boven de 45 jaar. Er is vooral ongeschoold werk en dat wordt slecht
betaald.
Het gemiddeld inkomen is dan ook het laagst van de regio
Barcelona. Santa
Coloma
ziet steeds meer buitenlandse inwoners komen, vooral uit Afrika en
Azië.
Dat brengt grote economische en culturele problemen mee.
De Raad voor Kinderbescherming ontdekte in 1999 dat 71% van de
gevallen
speelde rond minderjarigen die problemen thuis hadden.
Er zou dringend meer opvang moeten komen, want alleen in een
naburige
wijk is een dagopvang, en die is ontoereikend.
De doelen van het project Moisés
zijn gericht op de kinderen, hun omgeving en de buurt: 1)
risico’s voor
kinderen en adolescenten in de buurt opsporen en verhelpen en
voorkomen; 2) een
holistische aanpak van de problemen, d.w.z. gericht op lichaam en
geest, kind en
verzorgers; training in de dingen van het dagelijks leven staat daarbij
voorop;
3) hulp bij persoonlijke ontwikkeling van het kind, waarbij het
versterken van
het zelfrespect en het aanpakken van de sociale- en kennis-tekorten; 4)
kinderen
begrip bijbrengen van hun persoonlijke leefwereld, en de mogelijke
antwoorden
daarop; 5) gezinnen helpen het kind te helpen; 6) goede
coördinatie ontwikkelen
tussen gezin, dagcentrum, sociale dienst en school;
7) reeds bestaande hulpmiddelen in de wijk versterken en doen
participeren in gezamenlijke projecten;. 8) meedoen aan, en zo nodig
coördineren
van projecten die er al zijn in de wijk;. 9) een informele sfeer binnen
deze
verbanden creëren, die maakt dat men makkelijk contacten legt en
overleg
pleegt; 10) de rechten van de kinderen duidelijk maken en bevorderen;
11) meer
bekendheid geven aan de hulp die vanuit het dagcentrum geboden kan
worden; 13)
contact houden op alle terreinen en niveaus, ook (inter)nationaal, met
instituten die gespecialiseerd zijn in sociaal-educatieve opvang van
probleemjongeren, om feedback te krijgen.
Voor dit alles zijn er verschillende programma’s
ontwikkeld:
1) Gezond en Gelukkig
Dit probeert kinderen, ouders en
onderwijzers de weg te wijzen in keuzes
voor een gezonde leefwijze. Dieet,
hygiëne, kinderartsen, psychologische zorg.
Hulp wordt geboden in de vorm van voedsel (maandag tot
zaterdag),
dagelijks douchen, kleding, onderzoek door een kinderarts, en
persoonlijke
sessies met een psycholoog.
2) We vormen een Familie
Men wil ook ouders helpen hun
zelfgevoel te versterken, en hun relatie
met de kinderen en elkaar te verbeteren. Natuurlijk
zijn dit vrijwillige activiteiten, waarbij ouders voorlichting kunnen
krijgen in
kinderopvoeding, maar ook workshops mee kunnen maken, en vragen kunnen
stellen.
3) Samen Leren
Waar veel achterstand is in leren
en kennisoverdracht, wil men
garanderen dat de verplichte vakken in elk geval gehaald worden. Ook richt men zich op de scholen en hun
houding ten opzichte
van deze kinderen. Daarbij worden
eveneens ouders en verzorgers betrokken, zodat ook zij weten wat de
kinderen
moeten kennen en kunnen, en zelf toegang hebben tot deze stof. Iedere
dag wordt
er tijd vrijgemaakt voor huiswerk, en dit alles wordt gericht op de
familie als
zodanig, en niet op leeftijdsgroepen, zoals gewoonlijk gebeurt.
De volwassen gezinsleden kunnen minstens eenmaal per week
daarbij
aanwezig zijn.
4) Tijd voor Ontspanning
De meeste probleemjongeren zijn
veel op straat, en
zijn op zoek naar plaatsen en activiteiten waardoor ze zich
speciaal
voelen. Men wil minderjarigen en
hun familie een plek bieden waar dat te vinden is. Een
ontmoetingsplaats, ruimte
voor recreatie, die tegelijk
aansluit op de sociale en culturele activiteiten in de buurt.
Daarvoor wil men in en buiten het dagcentrum
allerlei activiteiten ontwikkelen, van kinderspelletjes tot
culturele
excursies, en alles wat daar tussenin zit. Niet alleen tijdens de
schooltijden,
maar ook in de vacanties!
Voor dit alles is veel inzet en liefde nodig van heel wat mensen. Naast
de twee
vaste krachten zijn er nu 17 vrijwilligers van allerlei slag; koks,
tandarts,
kinderarts, administratief personeel, leraren in sociale omgang, en
assistenten
in de vrije tijd en bij werkgroepen. Men
hoopt in september nu werkelijk te kunnen beginnen.
Aan de gedegen opzet ziet u dat dit een plan is dat wel moet
slagen.
Er is alleen veel geld vereist. De
mensen van de kerkelijke gemeente in deze achterstandswijk doen zelf al
veel, en
zoals de kerk daar intensief gebruikt wordt, tot in alle hoekjes, op
alle uren
van de dag, zo zal ook het dagcentrum zeker intensief worden gebruikt.
Daar kunnen we zeker van zijn. De jaarlijkse kosten zijn
niet
gering. Ze zijn aldus begroot:
Huur |
8.700,00 |
euro |
Salaris voor 2 vaste krachten |
30.000,00 |
|
Kosten (sociale lasten ed.) |
10.000,00 |
|
Electriciteit, gas en water |
2.000,00 |
|
Telefoon en fax |
715,00 |
|
Kantoorkosten |
800,00 |
|
Schoolmiddelen |
1.600,00 |
|
Verbandtrommel etc |
275,00 |
|
Ontspanning |
2.650,00 |
|
Voedsel |
20.000,00 |
|
Hygiëne |
300,00 |
|
Schoonmaakmiddelen |
275,00 |
|
Vrije tijdsactiviteiten |
1.500,00 |
|
Totaal:
|
78.815
,00 |
euro |
Daarbij komt nog bijna 16.000 €
aan inrichtingskosten voor meubilair en keukenmateriaal. Uitgaande van
de
begroting die in 2000 is opgesteld mogen we bij elkaar wel uitkomen op
een
kleine 100.000 €.
Daarbij rekent men aan
subsidies
binnen te krijgen: 63.000 €,
zodat er via giften en relaties nog 37.000 €
bij elkaar gebracht
moest
worden. Op de andere kerken is een beroep gedaan, en
hoewel deze zelf grotendeels armlastig zijn, weten we dat er her
en der
bijdragen zijn geleverd voor concrete doelen, zoals meubilair e.d.
Een beschrijving van het project
in het
Engels, met een budget gebaseerd op
de situatie van 200-2001 is te vinden op:
www.van-haselen.nl/projects.html
Wie zet er een geweldige actie op touw? Ze zijn het waard!
In elk geval kunt U uw persoonlijke gaven voor het project kwijt
op ons
gironummer: bankrekening 45.67.74.068 of giro 315800 ten name van
‘Het
Evangelie in Spanje’ te Zeist onder vermelding: project Mozes.
Diasporacollecte
Ook dit jaar wordt in verscheidene gemeenten een Diasporacollecte
gehouden
ten behoeve van het werk in Spanje, en dat van Silo in
België.
Dit kalenderjaar wordt er
gecollecteerd voor het studentencomplex Ponce
de la Fuente, en het komend jaar voor de ombouw van La
Chimenea, de
toekomstige
bibliotheek van het zelfde project.
Informeert U eens bij
Uw
gemeente of ze meedoen, alstublieft!
Nieuwtjes:
De Duitse
Bondspresident
Johannes Rau en diens echtgenote Christina brachten van 11-12
november
2002 in functie een bezoek aan Madrid. Daarbij werd tijd
uitgetrokken
voor een bezoek op de 12e van mevrouw Rau aan het Porvenir
en aan Doña
Elfriede Fliedner, aangezien de Rau’s, zelf protestanten,
een grote bewondering koesteren voor het Fliednerwerk in
Duitsland.
Niet alleen de zaken van de school werden besproken: ook de
(slechte)
contacten van de F.E.R.E.D.E. met de Spaanse Staat; alle informatie
werd in het
Duits vertaald mee gegeven. Bij een receptie ter ere van de koning van
Spanje in
het Pardo-paleis, bevonden zich die avond onder de 500 genodigden ook
Elfriede
Fliedner met haar assistente Gunhilde Hecker en de predikanten van de
IEE:
Alfredo Abad, zijn echtgenote Esther Ruiz, (óók
predikant!), Luis Ruiz Poveda
met echtgenote, en de bisschop van de IERE
Carlos López met zijn echtgenote. Aangezien er
gelegenheid was na afloop
handjes te schudden met de koning en koningin van Spanje, en met de
Rau’s, was
dit een mooie gelegenheid het Spaanse protestantisme onder de
officiële
aandacht te brengen.
Mérida In het Centrum voor
Vluchtelingen zijn 40 mensen opgenomen uit Rusland, Tsjechië,
Armenië,
Colombia, Afghanistan... verschillende vrijwilligers en medewerkers
maken het
mogelijk. Men helpt ze werk te
vinden, en te integreren. De kinderen gaan naar school, de volwassenen
krijgen
les in Spaans. Ze worden geholpen met hun legalisatiepapierwinkel etc...
Utrecht:
Het heeft Hare Majesteit de Koningin behaagd onze nieuwe
vice-voorzitter ds.mr.
A.A.A.E.A. Voerman te benoemen tot ridder in de orde van Oranje Nassau.
Dit
onder meer voor zijn vele verdiensten voor het Evangelie in Spanje, en
daarmee
voor de relaties tussen Nederland en Spanje. Dit jaar zal hij 45 jaar
lid zijn
van het bestuur.
Op zijn 50 jarig jubileum wilde
HM. denkelijk
niet wachten.
Madrid:
er is een wetsvoorstel ingediend om de zigeuners als etnische
minderheid te
erkennen. Of het ook wordt aangenomen is een tweede: de Spanjaarden
zijn niet zo
dol op minderheden. En zeker niet op zigeuners. Onder hen zijn
overigens velen
lid van de kerk van Filadelfia, een protestantse kerk, die een sterk
evangelisch/ charismatische inslag heeft. Daarmee
is de kans dat het ‘brave burgers’ zijn een stuk groter
geworden, maar dit
begrip is in de algemene sfeer nog niet zo doorgedrongen. Een programma
voor
integratie van deze bevolkingsgroep is ook weer van de plank gehaald.
Buenos Aires. In de Deense kerk daar is een Kierkegaard-bibliotheek ingericht, zodat de werken van deze grote protestantse denker ook in Argentinië ter beschikking van de mensen staan. Andere activiteiten volgen. TV-uitzendingen voor de Protestanten op TVE waren voorzien voor juni, maar worden nu uitgesteld, onder meer door tegenwerking van de TVE, naar juli. Deze wekelijkse uitzendingen van Buenas Noticias TV (Goed Nieuws TV) moeten oudere programma’s als Tiempo de Creer, (Tijd om te Geloven) dat onregelmatig en op ongunstige tijdstippen werd uitgezonden, vervangen. TVE werkt wel met enthousiasme mee aan de vele uitzendingen die de RKK betreffen, getuige de massieve aandacht die het recente bezoek van de paus aan Spanje kreeg. Allemaal zijn ze gelijk, verzuchtte Orwell, maar sommigen zijn gelijker dan anderen…
Kerkdiensten in Spanje en Portugal.
Op verzoek plaatsen we nogmaals een bijgewerkte lijst
met plaatsen waar U in Spanje en Portugal terecht kunt om een Spaanse /
Portugese dienst mee te ma-ken. Neemt U wel even contact op, als dat
mogelijk
is, in verband met de tijden. Hoewel we in het Vademecum de adressen
zoveel
mogelijk hebben nagekeken, kunnen we niet garanderen dat alles correct
is. Maar
als U enig Spaans spreekt of begrijpt, zal men het fijn vinden U in de
kerkdienst te ontmoeten.
SPANJE:
Alicante
11:00
Iglesia Evangélica, Maestro Caballero 32 03009 ALICANTE. (
96/5253 479
Almuñecar winter 17:30
Av Costa del Sol 37 18690
ALMUÑECAR Almuñecar
zomer
18:30
Badajoz
11
:00 Iglesia del Salvador, Muñoz Torrero 22 06001 BADAJOZ.
( 924/ 250 291
Barcelona
11:00 Iglesia de
San Pablo, Aragon 51, 08015 BARCELONA.
( 93/2263880
11:00
Iglesia Ev. de Sants,
Carreras Candi 60, 08028 Barcelona
(93/4551771
Barcelona
11:00
Església de Betlem, Nacio 24,
08026 BARCELONA.
( 93/435 17 63
11:00 Iglesia de Pueblo Nuevo, Llull 161, 08005 BARCELONA. ( 93/485
48 41
11:00 Església de Barcelona Centre Tallers 26 08001
BARCELONA
(93/3189798
Bilbao
11:00 Iglesia Evangélica,
Juan de Garay 2 48003
BILBAO
( 94/
44 49 237
Cadiz
11:30 Igl. del Salvador, Gen. García Escámez
3” . 1010 CADIZ
( 95/66 258 067
Capdepera 11:00 Iglesia Evangélica, San Pedro 3, 07580
CAPDEPERA (MALLORCA). ( 971563111
Cartagena
11:30 Iglesia de
Cristo, Juan Fernandez 14 30204 CARTAGENA MURCIA ( 968508028
El Escorial
18:30 Iglesia El
Escorial, Alfonso XII n° 9,
28180 EL ESCORIAL
(918901101
Es Castell
11:00 Igl.
Evangélica.
Carrer Gran 78, 07720 VILLACARLOS (MENORCA) ( 971362757
Granada
11:30 Igl. de
San Pablo. Callejon del Pretorio
11
18008 GRANADA (958/122306
Jaca
‘s middags Iglesia Evangélica Bellido 9 22700 JACA
(974361547, 974363271
Jerez de la Frontera onreg. (19 u) Igl.de El SaIvador. Argüelles
11 1401 ( 956
882 711, 956 343 871
l'Hospitalet
11:00 Igl. Evangélica.
Orient 28, 08904 L'HOSPITALET DE LLOBREGAT
(933339905
La Llagosta
11:00 Iglesia del
Redentor. Pintor Picasso 3 sn 08120
LA LLAGOSTA ( 932682499
Los Rubios
10:00 Iglesia
Evangélica.
Camino viejo de Vélez 26 Los Rubios 2970 Rincón de la
Victoria (Chilches)
(bij Málaga)
(95240 11 99)
Málaga
11:00 Iglesia Evangélica Ollerías
31 29012 Málaga
(95221 07 66
Madrid
11:00 Iglesia
de Cristo. Bravo MurilIo 85, 28003 MADRID.
(9152 17 360
11:00 Iglesia de Jesus. Calatrava 25,
28005 MADRID (91365
68 15)
11:00 Iglesia del Salvador. Noviciado 5, 28015 MADRID (9153
21 742
11:00 Iglesia de la Resurrección. Butrón 20, 28022
MADRID. (9157
03 572
Mahon
11:00 Iglesia Evangélica.
Angel 20, 07703 MAHON (MENORCA)
( 971354 631
Merida
11:00 Igl. del Espíritu Santo. Suárez Somonte 62
06800 MERIDA. (924250 291
Miajadas
‘s middags Iglesia Evangélica. Veguilla 22 10100
MIAJADAS (CACERES) (924250291
Móstoles
11:30 Iglesia
de la Esperanza. Paséo de Goya no 19 post MOSTOLES
(MADRID)
(916129328
Palma de Mallorca 11:00 Iglesia Evangélica C. de Barcelona 20,
07013 PALMA DE
MALLORCA (971731810
Puerto Real
11:30
Igl. Evangélica Véjer 2 sn (Villa Mari) 11510 PUERTO REAL
(CADIZ) (956831331
Réus
11:00
Iglesia Evangélica.
Vidal 9-11, 43201
REUS
(977344502
Rubí
11:00
Igl Evangélica Descobridor Colom 6 08191
RUBI (BARCELONA) (936990319
San Fernando 11:30 Igl. El Buen Pastor. Pérez Galdós 43
11100
S.FERNANDO (CADIZ) (956882711
Santa Coloma 11: 00 Igl. Ev. Monturiol 32, 08923 S. COLOMA DE GRAMANET
(BARCELONA). (933851662
Santander
11
:00 Iglesia de Cristo. Gómez Orena 11 , 39003 SANTANDER.
(942211099
Sevilla
11:00 Igl. de la Santísima Trinidad. Conde Negro 9, 41006
SEVILLA
(955793554
Torre del Mar
12:00 Edificio Ronda
esc. 5G, 29740 TORRE DEL MAR (MÁLAGA)
(952544837
Valencia
11:00 Iglesia Evangélica. Goya 7 46008
VALENCIA
(962742605
Zaragoza
11:00
Igl. del Espíritu Santo. Mariano Supervía 52,
50006 ZARAGOZA (976/353568
Portugal:
Bebedouro 11 : 30 (in de buurt van Coimbra)
Ermida
11 : 30 (in de buurt van Mira)
Figueira da Foz
15 : 00 Rua Dez de Agosto
Moura
11 : 00 (in de buurt van Mira)
Portomar
9 : 00 (in de buurt
van Mira)
Rossio do Sul do Tejo
11 : 30 (bij Abrantes) Rua do Cavaco
Lissabon en omstreken:
11 : 00 Febo Moniz 17 - 19
11 . 00 Tomas de Anunciaçao 56
11 : 00 Calçaa da Ajuda 205 - 207
11 : 00 Algès, Rua EduardoAugusto Pedrosa
10 : 00 Setubal, Rua Camilo Castelo-Branco 8
Acores
11 : 00 Sa Miguel, Ponta
Delgada, Rua Madre de Deus
Madeira Funchal
12 : 00 Rua do Conselheiro 47
Nederlandse
kerkdiensten in Spanje en Portugal
Veel Nederlanders
vestigen zich in Spanje en Portugal of
brengen daar jaarlijks enkele maanden door. Voor deze residenten,
overwinteraars
en vakantiegangers worden er op verschillende plaatsen Nederlandse
Interkerkelijke diensten georganiseerd, gesteund door de St. voor
Evangelisch
Pastoraat onder Nederlanders in Spanje en Portugal (IPNZE),
secretariaat Francien van Pijkeren, Endepol 42,
7241 LG Lochem. Tel 0573 460555. E-mailadres info@ipnze.nl
of francienvanpijkeren@gmail.com
De meeste diensten in Spanje en Portugal van de bij de EPNSP aangesloten
gemeentes hebben een zomerstop van mei tot september. In Benidorm
en Denia
zijn er echter het gehele jaar door diensten. De meest recente gegevens
kunt u
altijd lezen op de website: www.ipnze.nl
onder
de links Kerkdiensten Spanje en Kerkdiensten Portugal. U kunt ze goed
uitprinten.
U zult daar eerder landgenoten ontmoeten dan Spanjaarden en Portugezen.
Kerkdiensten Portugal
In Portugal worden kerkdiensten gehouden in de volgende plaatsen,
alle
georganiseerd door de Igreja Protestante Holandesa do Algarve.
Informatie in Nederland: 0512 510754 of 072 5164023 of 055 3662280
Informatie in Portugal: Jaap Hut 00351 282798713 of Cor Wagenaar 00351
282314427
(Nederlands gesproken)
Oura (bij Albufeira) tussen 1 oktober en 30 april iedere
zondagmorgen om
10.30 uur in de kapel bij appartementenhotel 'Paraiso' aan de
parallelweg van de
hoofdrijbaan in Albufeira, voorbij Modelo richting Praia da Oura.
Praia da Rocha (bij Portimao) vanaf de 1e zondag in januari tot 1
april
iedere
zondagmorgen om 10.30 uur in appartementencomplex Clube Praia da Rocha,
aan de
grote weg.
Armaçao de Péra vanaf 1e zondag in januari tot 1
april iedere zondagmiddag
om 17.00 uur in appartementenhotel 'Rosamar II'
Quarteira vanaf 1e zondag in januari tot 1 april iedere
zondagmiddag om
16.30 uur in restaurant "Seahorse" aan het eind van de boulevard.
Monte Gordo, de St. Oec. Geloofsgemeenschap Monte Gordo houdt
iedere
zondagmorgen om 10.00 uur in de maanden januari ÷ maart een
dienst in de nieuwe
gemeentezaal Parish Hall, vlak achter de RK-kerk in het centrum van
Monte Gordo.
De Parish Hall is een benedenzaal van de witte flat met de roze balcons
achter
de RK-kerk. (Inf. in Ned.: Mevr.H.Raven, tel. 026 3118961)
In Spanje worden kerkdiensten gehouden in de
volgende
plaatsen:
Benidorm (Costa Blanca), iedere zondagmorgen om 10.00 uur in "Het
Anker", Calle Doctor Severo Ochoa 10 (naast BP-benzinestation). Tel.:
+34 96 680 9201 , pastorie +34 96 686 5977
Denia (Costa Blanca), iedere zondagmorgen om 11.00 uur in
"Evangelio El
Arca da Noé", Sanchis Guarner 9 (achter het kasteel, vlak bij de
vissershaven). Informatie: A.P.Gerth,
tel.: +34 96 579 5152, pastorie + 34 96
578 5045
Fuengirola (Costa del Sol), iedere zondagmorgen om 9.30 uur in de
Boulevardkerk, Skandinaviska Turistkyrken, Edif.Maria del Carmen, Paseo
Maritimo
77. Pastorie +34 95 258 3346
Torremolinos (Costa del Sol), iedere zondagmorgen om 11.30 uur in
het Hollandhuis, Avenida de Montemar, hoek Calle al Andaluz (tegenover
hotel Las
Palomas). Pastorie +34 95 258 3346
Gran Canaria, vanaf 1e kerstdag tot en met 1e paasdag iedere
zondagmiddag om
16.30 uur in Templo Ecuménico in Playa del Inglés. Informatie
mevr. C.de Feyter, tel.: +34 92 876 3165
Bij alle diensten, die een interkerkelijk karakter hebben met een
Nederlandse voorganger is iedereen van harte welkom. Na de diensten is
er
gelegenheid om elkaar nader te ontmoeten en gezamenlijk een kopje
koffie te
drinken.
Uit, goed voor U: Jaca.
Hebt U wel eens gehoord van Jaca? Het is een lief stadje
aan de
Spaanse kant van de Pyreneeën, op 70 km van Huesca, dat weer
halverwege
Zaragoza en de grens ligt. Het ligt op een hoogte van 820 m en kent al
sinds
1928 een zomer-universiteit. En dat met 14000 inwoners. Men kan er ook
fantastisch wandelen, skiën en klimmen. Dit
alles zou voor ons niet zo belangrijk zijn, wanneer er, behalve de
eerste
Romaanse kathedraal in Spanje, gebouwd tussen 1040 en 1063, de Citadel,
die
onder Philips II is gebouwd, en de Casa Consistorial, uit de XVI eeuw,
niet ook
een bescheiden Protestantse kerk was, verbonden met het Hogar Salvador
Ramírez.
Deze kerk is ontstaan uit de Franse Zending van Hoog Aragon, die
aanvankelijk
werd gevoed door colporteurs vanuit Frankrijk; Salvador Ramírez
opende in 1920
de kerk, en even later de school, die wel 175 leerlingen heeft gehad in
de
bloeitijd. Dit alles werd (natuurlijk) gesloten aan het begin van de
burgeroorlog, al bleef de kerk ondergronds bestaan. De kerk is ook
officieel
heropend, maar de school niet meer. Daar is nu ruimte voor een
conferentieoord,
met 15 kamers, waarvan sommige voor 4 personen, op de 1e en 2e
verdieping. Op de begane vloer is de kapel, een grote keuken, (foto
rechts) een
eetzaal en een patio. Allerlei activiteiten zijn er mogelijk, terwijl
in de
omtrek ook verschillende interessante plaatsen te bezoeken zijn.
Aangezien Jaca
ook ligt op het Sint-Jacobspad, de weg naar Santiago de Compostela,
zijn er interessante ontmoetingen mogelijk. Natuurlijk zijn de douches,
toiletten, kamers en keuken niet luxe te noemen naar onze maatstaven,
maar ze
zijn voldoende voor mensen die geen drie-sterren hotel zoeken, maar een
eenvoudig onderdak voor een groep, of zelfs voor privé-personen.
Wellicht iets voor U?
Of voor een (jeugd)groep van de kerk?
De I.E.E. wil het huis wat meer onder de aandacht brengen, en daar doen
we graag
aan mee.
Enkele gegevens:
Hogar Salvador Ramírez, calle Del Arco no. 1 22700 Jaca
(Huesca)
+34-974-36-15-47
Prijs per persoon per dag (2003): mei - october: 8 euro.
November - april: 9 euro. Grote groepen: 8,5 euro.
We zijn er zelf geweest, en het is een indrukwekkende omgeving wat
natuurschoon
betreft. Voor de ouderen is het vele dalen en stijgen wellicht een
bezwaar. Maar
dat heb je, wanneer je tegen de bergen aan zit.
De administrateur is Onésimo Bartlomé, die woont aan de
calle Ferrenal no 25 3o
22700 Jaca tel +34-974-36-15-47.
Ik herinner me niet of hij nog iets anders spreekt dan Spaans en
wellicht Frans.
GVvH
In Memoriam Godert
Baron van Lijnden
Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen.
De naam des Heren zij geloofd.
Op 12 januari 2002 heeft de Heer Thuis gehaald Zijn geliefde kind
Mr. Godert Alexander Frederik Baron van Lijnden.
weduwnaar van A.M.C. van den Bosch
eerder weduwnaar van E.D.E. Barones Sloet van Marxveld
Oud-burgemeester van de gemeenten Elburg en Valburg
Ridder in de Orde van Oranje Nassau
Rechtsridder der Johannieter Orde
Hij was lid van de Vereniging Het Evangelie in Spanje, en was met zijn
echtgenote mevrouw A.M.C. van Lijnden – van den Bosch, die jaren
lang lid was
van ons bestuur, een enthousiast liefhebber van Spanje, en de
Protestanten daar.
Beiden waren actief en stonden open voor contacten met velerlei mensen.
Na het overlijden van zijn lieve vrouw op 7 juli 1998, viel het leven
hem zwaar.
De laatste jaren werd zijn gezondheid meer en meer aangetast, en hoewel
hij op
het punt stond zijn zelfstandigheid te verruilen voor een plek in een
verzorgingshuis, heeft hij dat net niet meer hoeven mee te maken. De
Heer heeft
hem bij Zich thuis genodigd.
In hem verliezen we een trouw en intelligent vriend, die ons nog
tijdens de
aanloop naar de omzetting van de Vereniging in een Stichting van advies
diende.
Ook voor de vele vrienden in Spanje, en allerlei andere landen, is zijn
overlijden een groot verlies. Dan blijft de herinnering, en in
het licht
van Pasen de zekerheid dat Godzelf de troost wil zijn voor allen die
hem
dierbaar waren.
Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen.
De Naam des Heren zij geloofd.
In
memoriam Jonkheer Maurits Jacob van Lennep
23 mei 1921 – 13 maart 2002
Al weer ruim een jaar geleden, maar nog vers in onze herinnering,
ontviel ons
tot onze droefheid onze zeer gewaardeerde vice-voorzitter; te
plotseling
voor ons gevoel. In feite echter hadden de voortekenen niet ontbroken,
maar wie
wil er in zulke omstandigheden nu niet telkens weer het beste van
blijven hopen?
Hemzelf zal de ernst van de toestand niet ontgaan zijn. Hij had zich
een
grondige medische kennis van zijn ziekteproces eigen gemaakt.
Met zijn verscheiden kwam er een einde aan een jarenlange persoonlijke
betrokkenheid bij de voortgang van het Evangelie in Spanje en bij onze
gelijknamige Stichting. Het was een zaak, die zijn hart had en waarmee
hij
gedurende de 21 jaar waarin hij lid van ons bestuur was, tevens in een
familietraditie stond, die terugreikt tot de hernieuwde opkomst van het
Protestantisme in Spanje, in het laatste kwart van de 19de
eeuw. De
vervolging van Protestanten aldaar gaf overal in Midden-Europa
aanleiding tot
het ontstaan van nationale comités tot ondersteuning van de in
nood verkerende
geloofsgenoten. Freule Constance van Loon, een verwante van de Van
Lenneps,
speelde een belangrijke rol bij de oprichting van de Nederlandse
Vereniging Het
Evangelie in Spanje. Nog geen half jaar voor zijn overlijden ontving
jhr. Van
Lennep uit handen van de bisschop van de I.E.R.E., Don Carlos
López Lozano, een
medaille als tastbaar blijk van de waardering, die in Spaanse
Protestantse kring
voor deze betrokkenheid nog altijd voortleeft.
Onze vice-voorzitter vertegenwoordigde in ons midden ook de Evangelisch
Lutherse
Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden. Die band wordt met zijn
heengaan
uiteraard niet verbroken, maar toch zal het zoeken naar een opvolger
wel enige
tijd in beslag nemen.
Tijdens de uitvaartdienst op de Algemene Begraafplaats, aan de
Kerkhoflaan in
Den Haag, memoreerde de familie dat papier vanouds in het leven van de
overledene een dominante rol gespeeld had. Dat was ook wel te
verwachten bij
iemand, die van beroep archivaris was. Hoeveel ruimte al die papieren
op den
duur ook in zijn eigen huis in beslag namen, niets mocht weggegooid
worden. Wij
zullen zijn wakend oog over onze eigen archiefstukken die hij in beheer
had nog
wel missen.
Als nakomeling van bankiers mankeerde het hem niet aan inzicht in
financiële
zaken. Hij was in ons bestuur natuurlijk niet de enige in dat opzicht.
Maar twee
zien nu eenmaal meer dan één.
Ten slotte betreuren wij het, dat met zijn verscheiden ons iemand
ontvallen is,
die met zijn eenvoud, bescheidenheid, en voorname vriendelijkheid
wezenlijk
bijdroeg tot de aangename sfeer in onze bestuurlijke samenwerking.
Niets verhindert ons evenwel een voorbeeld aan hem te blijven nemen.
Wij gedenken hem in genegenheid en dankbaarheid. Moge hij in vrede
rusten.
Antonio
Machado
Cantares – 1913 Gedichten
– 1913
Señor, me
cansa la vida,
Heer, het leven
hangt me
tengo la
garganta ronca
de keel uit, die
is rauw
de gritar
sobre los mares,
van het schreeuwen over de zeeën.
la voz de
mar me asorda.
De zee overstemt mij, verstomt mij.
Señor, me
dejaste solo,
O Heer, U liet
me alleen,
solo, con
el mar a solas.
met de zee in
mijn
eentje. Alleen.
O tú y yo jugando estamos
Ofwel, mijn
Heer, zijn U
en ik
al
escondite, Señor,
verstoppertje
aan ’t
spelen,
o la voz
con que te llamo
ofwel de stem
waarmee
‘k U roep
es tu voz.
is die van U.
Por todas partes te busco,
Allerwegen zoek
ik U,
sin
encontrarte jamás.
zonder U ooit te
ontmoeten.
Y en todas
partes te encuentro
En allerwegen
vind ik U,
sólo por
irte a buscar.
gewoon: door U
te gaan
zoeken.
Vert.: GVvH
http://jaserrano.com/Machado/ biedt een goed overzicht over zijn leven
en werken
[1] Dit stuk is voor een deel een bewerking van een bijdrage van Ds. Carlos Capó aan l’Étoile du Matin nr 307 feb 2003. U ziet hem op blz 8 in zijn kerk in Rubí op de preekstoel staan. Voor een ander deel vallen we terug op een verslag van Dr. Hans Snoek en mevr. Kathleen Ferrier.
[2]
Uiteindelijk is de predikant opgestapt na een
stemming
die zijn instemming niet had, en
vervangen door een ander. Zie blz. 15 en 33
[3]
http://www.newadvent.org/cathen/03376a.htm
geeft een uitgebreid overzicht van het leven van Carranza.
Over Fray Luís de Léon is vrij veel te vinden. Dat is
nogal divers.
[4] Met zijn 7 km2 en ruim 125.000 inwoners is deze wijk een van ’s werelds dichtstbevolkte, samen met Tokio.
[5] Mozes