Inhoudsopgave:
Van de redactie: De Comisión Permanente. Een ontmoeting tussen bestuurders.   Ontmoeting Nederland – Spanje  Immigranten en de kerk.   De kerk en de immigratie.   Rubí   Móstoles. Iglesia de la Esperanza.   El Porvenir. Iglesia de Cristo. Situatie in overige gemeenten:   De I.E.R.E.  – een kerk apart.   Even kennismaken: Don Carlos López Lozano.   Een feestelijke opening. Project. Een interessant college van Professor Nieto  Stoelendans   Project Moisés  Diasporacollecte  Nieuwtjes:   Kerkdiensten in Spanje en Portugal. Nederlandse kerkdiensten in Spanje en Portugal  Uit, goed voor U: Jaca. In Memoriam Godert Baron van Lijnden  In memoriam Jonkheer Maurits Jacob van Lennep  Antonio Machado  
Van de redactie.

Van de redactie: Na een te lange afwezigheid in Uw brievenbus – waarvoor onze excuses – het was een kwestie van overmacht, hebt U hier dan een dubbeldik exemplaar van het Berichtenblad in handen. We hebben een en ander aan verouderd nieuws moeten schrappen, van andere dingen meenden we dat het toch beeldbepalend was voor het Protestantisme in Spanje, en zo hebben we dit nummer gevuld met een verslag van de ontmoeting die voorzitter en penningmeester hadden met de Comisión Permanente, in januari 2002, en we maken nogmaals melding van een reis van een aantal SoW-gedelegeerden, wier conclusies wij niet noodzakelijk geheel overnemen, maar die we U niet willen onthouden. U kunt ze vinden op onze website. Dan is er het probleem van de immigratie, en de (soms verwoestende) invloed die dit verschijnsel niet alleen heeft op de maatschappij, maar ook op de kerk! Wij laten U een beetje kennismaken met de I.E.R.E., de Iglesia Española Reformada Episcopal, en in het kader van onze serie ontmoetingen met predikanten en andere personen van belang in Spanje, stellen we U de bisschop van de I.E.R.E. voor, (de enige), Don Carlos López Lozano. Dan was er de opening van het project Ponce de la Fuente, in El Escorial, waar we verslag van doen. Dat komt terug in de Diasporacollecte voor dit jaar.  Ook willen we U op de hoogte brengen van een project in Barcelona.
We vermelden de predikanten die sinds het laatste bulletin van post zijn veranderd, en ook de kerkdiensten, voor wie op vacantie gaan. Voor hen ook: Jaca!

Verder is er enig kort nieuws, en helaas: weer de rubriek: in Memoriam.  Een kort gedicht rondt het geheel af.
Wij wensen U veel leesplezier, en hopen op een reactie uwerzijds. Soms zijn via de website: www.evangelie_in_spanje.html aanvullende gegevens te vinden. U kunt daar ook reageren via het gastenboek en via e-mail.

De huwelijksbijbels van ons kroonprinselijk paar, een in het Spaans en een in het Nederlands,  herinneren aan onze verbondenheid met Spanje. (plaatje, dat hier niet is afgebeeld. De Nederlandse en de Spaanse bijbel naast elkaar vormen visuele een geheel, door het thema van vervlochten ringen op de boekrug. )

De Comisión Permanente. Een ontmoeting tussen bestuurders.


Op Valentijnsdag 2002 vond in Madrid een bijeenkomst plaats van onze voorzitter (links) en penningmeester (rechts) met de vrijwel voltallige Comisión Permanente van de I.E.E. Deze was daar voor een meerdaagse vergadering en ruimde welwillend tijd in om de heren Van Laar en Van Delft te ontvangen.

Het werd een goed gesprek, waarbij allereerst de hartelijke groeten werden gedaan aan alle vrienden in Nederland die zo meeleven. Dat geldt dus ook voor U!  Verder werd gesproken over de vriendschapsbanden, die van ouds op persoonlijke contacten stoelen, en over de mogelijkheid en de wenselijkheid die contacten ook wat meer kerkelijk in te kaderen, zoals dat tegenwoordig heet. Daarbij zou het accent moeten liggen op verbondenheid van gelijkwaardige leden van het ene lichaam van Christus. En op oecumene, want van oudsher is de basis van Het Evangelie in Spanje ruimer dan de drie SoW-kerken, waar we nu de meeste contacten mee hebben. Hoe moest die kerkelijke verbondenheid precies gestalte krijgen? Wat wilde men in Spanje zelf? Wellicht zou Het Evangelie in Spanje een rol kunnen spelen in het bemiddelen van contact tussen de kleinere kerkgemeenschappen in Nederland en kerken / gemeenten in Spanje.  Ook valt te denken aan bepaalde projecten, waarbij vooral de gemeenten worden ingeschakeld.
               Op deze gedachten van Nederlandse kant werd positief gereageerd, al blijkt wel de angst te bestaan dat onze eigenheid, en ons historisch erfgoed verzwakt en verwaterd zou kunnen raken, wanneer wij ons als Het Evangelie in Spanje teveel laten betrekken in het Samen op Weg gebeuren. De ervaring van de I.E.E. heeft geleerd dat bureaucratisering levende contacten verstikte.

De meer kerkelijke inkadering ziet de Comisión Permanente op twee manieren: het bijwonen van synoden, en daarbij het bezoek aan gemeenten, aan de ene kant, en ook wordt de wens uitgesproken elkaar meer op de hoogte te houden door middel van verslagen en gesprekken. Ook wordt de mogelijkheid aangedragen in projecten deel te nemen, zoals die van El Escorial, waar het SEUT gevestigd gaat worden. (Die aanbeveling hebben we vertaald in ons Diaspora-project voor het lopende jaar). Een project met betrekking tot migrantenkerken hier en in Spanje, waarbij uitwisseling van ervaringen op plaatselijk vlak voorop staat, zou een andere mogelijkheid zijn. Op de vraag van de penningmeester waar de schoen financieel het meest wringt, is het antwoord duidelijk: de pensioenen! Die ontwrichten het totale budget voor de komende jaren. Daar is veel geld voor nodig!

Als we kijken naar het budget van de I.E.E. zien we dat de pensioenen een onevenredig groot deel uitmaken van de uitgaven, nl. 32,8 %!  Het spreekt vanzelf dat deze zaak onze aandacht heeft! En naar wij hopen: ook de uwe!                                                                                                                                                      GVvH

Ontmoeting Nederland – Spanje

Onder de noemer  Protestant-zijn in de Verstrooiing heeft Hans Snoek een verslag gedaan van een reis naar Spanje, van 15-21 maart 2001, waarover we in ons Berichtenblad 66/2 op blz. 4 berichtten. Zijn verslag daarvan is te vinden op de website, onder www.van-haselen.nl/spanje_reisSoW.html  Mocht U geen internet-toegang hebben, dan zullen we het op aanvraag graag toesturen.

 

Immigranten en de kerk.


De kerk en de immigratie.[1]

De groeiende immigratie bepaalt steeds meer de Spaanse maatschappij – en de Spaanse economie. Er is een grote toevloed van werkzoekers, vooral uit Afrika en uit Oost-Europa. Regelmatig horen we hartverscheurende verhalen over mensen die de oversteek van de Middellandse zee met de dood moesten bekopen. Wanneer het ze wèl lukt, komen deze mensen vaak terecht in de glasbouw (onder plastic) in het Zuiden van Spanje, waar ze een slavenbestaan leiden, en accepteren omdat ze geen keus hebben, en omdat het in het thuisland nog erger is.
Een deel van deze mensen komt ook terecht in Catalonië, aan de Spaanse oostkust, waar een grote industriële sector is.  In heel Spanje vindt men immigranten, deels uit Oost-Europa en Afrika, deels ook uit Zuid-Amerika. Deze laatsten hebben het voordeel dat ze tenminste deel hebben aan de taal en de cultuur van het land, zodat de aanpassing voor hen minder zwaar valt.

Ook de kerken kunnen – en willen – niet om het probleem heen. Verschillende gemeenten van de I.E.E. hebben deze immigranten een warm welkom geheten. Die gaan voor een deel ook bij hen ter kerke, zonder enige verplichting daartoe, en voor een ander deel worden zij alleen ondersteund met tweede hands kleding, voedseluitdeling, en hulp bij het benaderen van allerlei instanties.

De eerste groep, de groep die participeert in het gemeenteleven, brengt daarin een eigen kleurrijkheid mee, letterlijk en figuurlijk. Hoewel dat niet altijd makkelijk is voor gemeenten waar deze groep relatief groot is, heeft de kerk toch bewust open willen staan voor deze invloeden. De I.E.E. heeft het thema van de komende synode in Zaragoza (december 2003) dan ook aan dit verschijnsel gekoppeld: “Een kerk voor de integratie’ onder het motto: ‘Ontvangt elkaar’ (Romeinen 15:7). Met in het achterhoofd de notie dat het Griekse proslambanein (proslambanein) een actief werkwoord is, met als betekenisveld o.a.: naar je toe halen, als metgezel nemen, vriendelijk en gastvrij ontvangen, toelaten tot je gezelschap, tot je vriendschap, vriendelijk en zachtaardig behandelen, naar je toehalen om iets te vertellen…  Neem elkaar in je vriendschap op, zoals ook Christus jullie in Zijn vriendschap opnam, tot glorie van God, zou je kunnen vertalen. Een betere omschrijving van integratie is niet te bedenken!

Een aanzienlijk deel van de gemeenten die aangesloten zijn bij de I.E.E. heeft met het verschijnsel van immigranten te maken. Zij het in meerdere en mindere mate. Verschillende gemeenten zijn er ingrijpend mee geconfronteerd, en dat heeft ze veranderd. Daarmee zijn ze mogelijke wegwijzers voor andere gemeenten, want niet alleen van de eigen fouten leert men: ook van die van anderen. Maar van het geslaagde voorbeeld van anderen leert men minstens evenveel!
Een van de kerken die dat voorbeeld geven is die van Rubí, iets ten Westen van Barcelona gelegen in de bergen. Een andere is die van Móstoles, ten Zuiden van Madrid, die al langer ervaring heeft met immigranten, daarover later.
Allereerst iets over Rubí: de stad ligt op 123 meter boven zeeniveau op 23 km van Barcelona en het vliegveld El Prat. De officiële taal is het Catalaans. Het oppervlak beslaat 33 km2  en er wonen ruim 60,000 mensen. Er zijn allerlei veranderingen gaande, en de stad beschrijft zichzelf als dynamisch en energiek. Voor meer informatie over de stad Rubí zie: http://www.rubiciutat.net/


Rubí
Het begon in Rubí met Luis en Diego, die in april 2000 voor het eerst aanklopten. Sindsdien is de hulp aan immigranten en armen van de stad blijven bestaan. Op dit moment worden per maand 350 mensen opgevangen. Totaal zijn al zo’n 800 mensen geholpen, en dan worden de kinderen die er bij horen in het kader van gezinshereniging er nog niet eens bijgerekend.

Het gaat in Rubí vooral om mensen uit Equatoriaal Guinee, al zijn er ook enkelen bij uit Colombia en uit Marokko. In het algemeen komt een dergelijke immigrant alleen aan, zonder zijn of haar gezin, maar met een koffer vol zorgen en schulden. Vaak moest men een flinke hypotheek nemen op het huis om de overtocht te kunnen betalen, een retour natuurlijk, want werk of een werkvergunning is er nog niet. Meestal weten ze wel dat ze het retourbiljet kwijt moeten, en zo komen ze aan zonder papieren. Dan begint hun lange weg naar integratie!

Er moet werk gevonden worden, om de schulden af te betalen, en om het thuisfront te onderhouden. Omdat er al een groot aanbod aan menskracht is, moet men wel genoegen nemen met zeer lage lonen. Ondernemingen kunnen zo flink uitsparen op de arbeidskosten, temeer daar er ook geen premies voor deze mensen worden afgedragen. Maar zelden komt de inspectie langs, en nog zeldzamer zijn er sancties of worden er mensen uitgewezen. Veel mensen werken zonder papieren, en zonder rechten, in de hoop dat er een algemeen pardon zal komen, waardoor hun verblijf gewettigd zal worden. In december 2001 is er een maatregel geweest voor mensen die konden bewijzen dat ze in Spanje aanwezig waren sinds december 2000.

Men kan zich voorstellen dat zo’n massa illegale binnenkomers ook problemen heeft wat betreft de huisvesting. Zoals in Nederland in de jaren 60 de gastarbeiders, eerst Spanjaarden(!) en vervolgens Joegoslaven, Turken en Noord-Afrikanen, vaak genoegen (moesten) nemen met kleine kamers vol stapelbedden, zonder enige privacy, zo is dat ook hier het geval. Maar door hun grote aantal, en door hun illegaliteit, kunnen de ‘huisjesmelkers’ woekerprijzen vragen. Wanneer immigranten met een paar man een compleet appartement proberen te huren, wordt niet zelden een sleutelgeld van verscheidene maanden gevraagd. Zowel huurprijzen als de prijs van bouwgrond zijn dan ook over de hele linie omhoog gegaan.

Wat doet nu de kerk van Rubí? Er is begonnen met een appartement voor 6 personen. Daarna is men met een plaatselijke instelling in zee gegaan om een opvangcentrum in te richten in een daarvoor gehuurd gebouw. Ook R.K. charitatieve instellingen in Rubí participeren hierin. De kosten worden opgebracht door de bewoners, zodat die niet drukken op het budget van de instanties. Hún taak is: uitbuiting voorkomen.
Ook is er een bescheiden fonds in het leven geroepen van waaruit renteloze leningen kunnen worden verleend. Daarmee kunnen de schulden thuis worden afbetaald. De terugbetaling wordt in overleg vastgesteld, passend bij de mogelijkheden van de persoon in kwestie. Het fonds bedraagt ruim 8000 euro. Daaruit is inmiddels al 13.256,41 euro aan hulp geboden. Het werkt!

Nu is dit alles niet uit de lucht komen vallen! De basis is een sociale hulpdienst die de (kerkelijke) gemeente al in 1990 had georganiseerd. De inspiratie daarvoor was het document: Gerechtigheid, vrede, en heelheid van de schepping. Er werd een lezing hierover gehouden, waar een klein deel van de gemeente aanwezig was. Er deed zich vervolgens een noodgeval voor, waarbij hulp geboden moest worden. Een groep van drie vrouwen begon toen met de predikant, ds. Carlos Capó, hulp te bieden aan arme families in Rubí. In 1997 kwam er een hulppost, die open was op donderdag van 19 – 21 voor de opvang van arme gezinnen. Ze kregen voedsel, beroepsvoorlichting, en hulp bij het omgaan met de openbare instanties.

Hieruit groeide een goed georganiseerde vrijwilligersgroep, die op dit moment uit 13 personen bestaat. Ze helpen bij opvang en inschrijving, bij het inzamelen van voedsel, opslag, verdeling van kleding en voedsel, en bij het verkrijgen van inlichtingen, die van nut kunnen zijn voor de andere groepen die van buitenaf mee werken.
Onder die groepen bevindt zich bijvoorbeeld El Far, de Protestant      se sociale hulpdienst van de E.E.C. d.i. de classis Catalonië van de I.E.E.

Deze hielp al vanaf het begin mee aan de ondersteuning voor arme gezinnen, door bij het zoeken naar kleding en voedsel te assisteren. Bijvoorbeeld door hun contacten met het Rode Kruis en de Wereldvoedselbank. Totaal levert dat per jaar 40 ton voedsel op. Daarmee kan men de steeds groeiende vraag het hoofd bieden, natuurlijk in samenwerking met de sociale diensten van Rubí.

Er is een jaarlijks budget van 26000 euro. Dat wordt gedekt door bijdragen vanuit de gemeente, en door die van de immigranten zelf, voor zover het de huisvesting betreft. Voor het opvanghuis is er een subsidie van de gemeenteraad. In 2000 is er een bijdrage gekomen van een pensioenfonds in Barcelona van 12000 euro. Daarmee heeft men op de binnenplaats van de kerk een magazijn van 24 m2 kunnen bouwen, keukengerei voor het opvangcentrum gekocht, en een pc om de giften en de controle op inkomst en verstrekkingen aan voedsel te registreren. Natuurlijk zijn er ook mensen die pastorale zorg nodig hebben – en krijgen. Er zijn onder de immigranten nogal wat mensen met een Pinksterachtergrond. Wie aanklopt bij het hulpprogram wordt ook geïnformeerd over de activiteiten van de kerk. Dit heeft geleid tot een ontvangstcommissie van de kerk en dat heeft weer geleid tot verrijkende ervaringen over en weer. Op dit moment bestaat een derde van de gemeente uit immigranten, waarvan enkelen ook catechisatie volgen.

Al met al kan men stellen dat de komst van deze immigranten de kerk aan de ene kant heeft versterkt, doordat mensen worden uitgedaagd hun beste beentje voor te zetten, en creatief bezig te zijn voor de ander, terwijl aan de andere kant de geestelijke inbreng van de immigranten en hun frisse kijk op het Evangelie en op kerk-zijn de gedachten aan het werk hebben gezet.                                                                                                                GVvH

Móstoles. Iglesia de la Esperanza.

Spaanse Protestanten overdonderd door Migranten   door Hans Snoek en Kathleen Ferrier. Voorjaar 2002

De afgelopen tien jaar heeft Spanje ettelijke honderdduizenden migranten opgenomen. De protestanten onder hen melden zich veelal bij een lokale gemeente, waar ze in eerste instantie met open armen ontvangen worden. Maar na enige tijd ontstaan er toch spanningen. Dansen of niet dansen na de preek? Kathleen Ferrier (SKIN) en Hans Snoek (Kerken in Actie) waren recentelijk (maart 2001) op bezoek in Madrid om ervaringen met Spaanse predikanten uit te wisselen.
De gemeente van Móstoles, onder de rook van Madrid, is binnen de Iglesia Evangélica Española (IEE) beroemd. Ongeveer 80% van de gemeenteleden is afkomstig uit Equatoriaal Guinee. De rest is in Spanje geboren (15%) of heeft Latijns-Amerikaanse wortels (5%).  De veelkleurigheid van de gemeente weerspiegelt zich ook in het pastorale team; de predikant is een Spanjaard, de hulppredikant, Jonás Mitui, komt uit Equatoriaal Guinee.

Volgens Mitui is voor de meeste migranten de stap om lid te worden van een protestantse kerk niet al te groot: “In Móstoles zijn alle nieuwelingen afkomstig uit de voormalige Spaanse kolonies. We spreken dus dezelfde taal.  Bovendien zijn we, net als de Spanjaarden, opgegroeid onder een dictatuur en weten we wat het is om het geloof in het verborgene te beleven. Dat levert over en weer veel herkenningspunten op.”

Maar er zijn ook verschillen. Mitui noemt drie terreinen die in het verleden tot problemen hebben geleid. Om te beginnen is het niet eenvoudig om een liturgie te ontwikkelen waar iedereen zich in kan vinden. Mensen uit Equatoriaal Guinee vinden het bijvoorbeeld erg belangrijk om in de dienst te kunnen dansen, terwijl veel Colombianen daarvan gruwen. Uiteindelijk is men tot een compromis gekomen. Gemeenteleden mogen, als ze dat willen, dansen bij de liederen die direct na de preek gezongen worden. In de rest van de dienst wordt niet gedanst. 

Een tweede knelpunt is dat vooral de Afrikanen en Latijns-Amerikanen het belangrijk vinden om actief te participeren in de viering. De Spaanse gemeenteleden vinden echter dat sommige nieuwkomers gebruik maken van de ruimte om zelf een preek af te steken. Ook op dat punt is men tot een vergelijk gekomen. Aan het begin van de dienst is er vijf minuten de tijd voor gemeenteleden om en
publique iets te vertellen over een probleem of een ervaring. Vervolgens mogen mensen na de preek kort reageren op het verhaal van de predikant.

Tot slot zijn er in het verleden spanningen op pastoraal niveau geweest. Migranten worstelen nogal eens met eenzaamheid, problemen in het huwelijk of conflicten tussen ouders en kinderen. Vanwege het feit dat men zich soms schaamt voor dergelijke zaken, storten gemeenteleden niet gemakkelijk hun hart uit bij de Spaanse voorganger. Voor deze groep mensen functioneert Mitui als achtervanger.

De gemeente in Móstoles (foto) staat binnen de Iglesia Evangélica Española wat betreft haar benadering van migranten op eenzame hoogte. Uit gesprekken met andere predikanten en vertegenwoordigers van de IEE bleek dat veel gemeentes zich overdonderd voelen door de toevloed van migranten. Volgens Dr. Zamora, rector van het protestantse seminarie in Madrid en lid van het IEE-moderamen, reageren de meeste predikanten in een reflex. “Tijdens de Franco-dictatuur hebben we als kerk kunnen overleven, omdat we ons terugtrokken in een kerkelijk getto en stug vast hielden aan de oude vertrouwde liturgie.  Maar die traditie is niet de meest geschikte manier om vandaag de dag een open kerk voor migranten te zijn. Het is allemaal nogal tegenstrijdig. Aan de ene kant willen we graag bloeiende gemeentes hebben en worden de migranten dus hartelijk welkom geheten. Aan de andere kant zijn veel predikanten vervolgens nauwelijks bereid om met ze in gesprek te gaan. Men heeft niet eens een idee wat de nieuwelingen precies van het kerklidmaatschap verwachten. Een vrolijke liturgie, een relatienetwerk, gastvrijheid? We weten het niet en misschien willen veel gemeentes het ook niet weten, in de hoop dat men daarmee de veranderingen buiten de deur kan houden,” aldus Dr. Zamora.

De afgelopen jaren heeft het moderamen van de I.E.E. zich het hoofd gebroken over de vraag hoe gemeentes gestimuleerd kunnen worden zich wat opener op te stellen tegenover migranten. Niet toevallig kreeg de synode-vergadering van de I.E.E. 2001 als thema mee: ‘Nieuwe kerken voor nieuwe tijden’.


El Porvenir. Iglesia de Cristo.

Op zich wordt de betrokkenheid van het I.E.E.-moderamen  gewaardeerd. Maar niet iedereen heeft even zoveel vertrouwen in initiatieven van bovenaf. In sommige gemeentes zijn migranten begonnen om op eigen houtje liturgische vormen te zoeken waar ze zich in kunnen herkennen. In ‘El Porvenir’- een gemeente in het centrum van Madrid - heeft de predikant besloten om, ondanks het groeiende aantal Latino’s, stug vast te houden aan de oude, vertrouwde liturgie. Een van zijn argumenten daarvoor is dat het merendeel van de gemeente eraan gewend is en weg zou lopen als hij ‘charismatische volksliedjes’ zou laten zingen. 

In reactie daarop hebben Colombiaanse en Equadoriaanse  gemeenteleden besloten om elke zondag, ná de reguliere kerkdienst, een bijbelstudie te organiseren. In theorie staat deze activiteit open voor iedereen. In de praktijk komen echter alleen de migranten. Dr. Zamora, lid van ‘El Porvenir’, vermoedt dat de bijbelstudie  in de loop der tijd gaandeweg opgefleurd zal worden door gebeden en liederen, waardoor de facto een parallel-dienst zal ontstaan. [2]
Tijdens de Synode-vergadering 2001 bleek dat men het verhelderend vond om kennis te nemen van de ervaringen van migrantenkerken in Nederland.  Sommige predikanten reageerden enigszins ongelovig op het gegeven dat in de SoW-kerken, afgezien van de gemeente in de Bijlmer, er geenszins sprake is van integratie tussen Nederlanders en migranten. Nog verbaasder was men over het feit dat er een eigen vereniging van migrantenkerken (SKIN) bestaat, die vooralsnog weinig aandrang heeft om te integreren met Nederlandse kerken. Gelet op de grote verschillen spreekt het welhaast voor zich dat het niet verstandig is om in dergelijke discussies zomaar parallellen te trekken tussen Spanje en Nederland. De I.E.E. heeft als voordeel dat veel migranten afkomstig zijn uit de voormalige koloniën en dus bekend zijn met taal en cultuur van het gastland. Dit voordeel geldt in Nederland hoogstens voor protestanten die oorspronkelijk afkomstig zijn uit voormalige koloniën, zoals Suriname, Indonesië en de Molukken.  Bovendien geldt voor de I.E.E. dat het een relatief kleine kerk is en het dus minder voor de hand liggend is om een aparte kerkelijke vereniging voor migranten op te zetten.

Niettemin vond men het boeiend om kennis te maken met de ervaringen van SKIN.  In Nederland hebben verreweg de meeste migranten ervoor gekozen om zich niet aan te sluiten bij een lokale gemeente. Reden daarvoor is dat men in een ‘blanke’ gemeente over het algemeen weinig ruimte krijgt om het geloof op eigen wijze te beleven. Door eigen gemeentes te stichten, ontstaat de vrijheid om zelf te bepalen wat voor liturgie men wil vieren. Verder blijkt uit de praktijk dat een eigen kerkelijke gemeenschap migranten kan helpen om het gevoel van eigenwaarde te versterken. In een samenleving waar migranten nogal eens het idee hebben als non persona beschouwd te worden,  heeft een gemeenschap waar men zich geen minderheid hoeft te voelen, een positieve invloed op het zelfbeeld.

Misschien levert dit laatste inzicht een interessante  parallel op tussen Spanje en Nederland. De gemeentes van Móstoles en ‘El Porvenir’ laten, net zoals SKIN, zien dat samenwerking tussen migranten en autochtonen mogelijk is. Maar daarbij is wel van cruciaal belang dat migranten zich organiseren. Een gezonde samenwerking tussen twee ongelijke partijen lukt alleen als de minderheid een duidelijke identiteit en een krachtige positie heeft.
Kathleen Ferrier; Hans Snoek voorjaar 2002

Situatie in overige gemeenten:

Réus.
In Réus is sinds de komst van ds. Delson Goulart Lessa veel veranderd. De gemeente verkeerde al geruime tijd in zeer matige staat, en werd de laatste tijd vanuit Barcelona, totdat de Comisión Permanente in 2002 Ds. Goulart – een Braziliaanse ‘Fraternal Worker’ die niet harmonieerde met de gemeente in Puerto de Santa Maria – aanstelde in deze gemeente. Hij is van huis uit een gemeentestichter, en hij begon prompt met het uitbouwen van het jeugdwerk, dat vanuit Barcelona al was opgestart. Dit liep heel aardig. Zijn methode is de jeugd via sport bij de kerk betrekken. In Brazilië is (een zeer bevindelijke vorm van) Protestantisme op dit moment de leidende godsdienst, en het hoeft, waar in Spanje het religieuze klimaat in het algemeen net zo seculier is als in Nederland, dan ook geen verbazing te wekken, dat vanuit Barcelona, dat op anderhalf uur autorijden van Réus ligt, regelmatig veel Brazilianen naar de dienst komen. Dit resulteert in een vrij vlottende bevolking, waarbij de oorspronkelijke gemeente, die de nieuwkomers argeloos welkom heeft geheten, zich minder thuis voelt, zodat deze naar andere gemeenten gaat. Men heeft de rijkdom van elkaars culturele verscheidenheid nog niet ontdekt. De gemiddelde kerkgang ligt rond de 20 mensen.
Palma de Mallorca is ongeveer de grootste gemeente van de I.E.E. op dit moment. En een van de meest actieve. De nieuwe kerk geeft ruimte aan de vele activiteiten zoals werk voor immigranten, ouderen, verslaafden etc. De sfeer in de gemeente is tamelijk eensgezind, en nadat men in de jaren 70-80 een ommezwaai in de charismatische richting heeft overleefd, is de gemeente ook in staat gebleken allerlei andere problemen het hoofd te bieden, waaronder die van de immigranten.

In Madrid (zie blz. 13) heeft de toestroom van relatief veel immigranten voor problemen gezorgd in de kerk aan de c/ Bravo Murillo, die bij het Porvenir inwoont. Deze mensen, die naast de zondagse kerkdienst ook nog hun eigen bijeenkomsten hadden, legden door hun aanwezigheid steeds steviger accenten. Ds. Julio Roberto Asensio van de Iglesia de Cristo aldaar kreeg weliswaar bij een stemming t.a.v. zijn beleid in de gemeente 17 stemmen voor en 13 tegen, maar daar kon hij niet mee leven. Hij stapte dus op, tweede helft 2001, en na hem de kerkeraad. In deze impasse boden de nieuwkomers aan een nieuwe kerkeraad te vormen. En die is niet van gering allooi! De voorzitter is ambassadelid van de Ivoorkust, de leidster van de liturgiegroep, Maria de los Ángeles, is Mexicaanse, de huidige predikant is Melanie Mitchell, een nog vrij jonge, uit de V.S. afkomstige (blanke) vrouw, die hiernaast als scholierenpredikant werkt op het college Juan de Valdés, de muzikale omlijsting van de dienst staat onder de verantwoordelijkheid van de niet minder Amerikaanse Donna Moros Laubach, die net als Melanie aan het SEUT is verbonden, en op een regelmatige basis kan men rekenen op 50 à 60 mensen.

Veel kleine gemeenten veranderen onder toevloed immigranten.

In Valencia komen er meer mensen, ook immigranten, sinds de nieuwe kerk er staat. Dat is nu ruim een jaar.
Alicante, toch niet echt klein, legt zich toe op gevangeniswerk, zoals dat al een paar jaar groeiende was, en op vluchtelingenopvang.  De enthousiaste predikant, David Manzanas, weet zich omringd door een opmerkelijk aantal emeriti, die allemaal hun steentje bijdragen aan het werk in de gemeente of in de omgeving.


Conclusie: de multiculturele samenleving, waar Spanje vanuit zijn wortels (Christelijke, Joods, Moors) al eeuwenlang ervaring mee leek te hebben, is iets dat, na de zeer eenzijdige ‘zuiveringen’ van Franco, die nog rondzingen in het onderbewuste: Spaans = Rooms-katholiek = Spaans, ook binnen de protestantse gemeenschappen moeizaam moet worden bevochten. Daarbij is de bezielende leiding van enkelingen (vaak predikanten) van doorslag gevende betekenis. Ook daarin hebben we veel gemeen. Het feit dat een deel van de immigranten van huis uit Spaanstalig is, mitigeert een stuk van het probleem. Toch begint men ook in Spanje te lijden aan xenofobie, vooral waar bepaalde instanties (verschillende universiteiten bijv.) voor een groot deel door maar een of enkele groepen worden overspoeld.                                                                                            GVvH



De I.E.R.E.  – een kerk apart.

Van oudsher is Het Evangelie in Spanje niet alleen verbonden met de I.E.E., maar ook met de I.E.R.E., de Iglesia Española Reformada Episcopal, al was de laatste decennia dat contact wat verwaterd, en liep het voornamelijk via de beminnelijke Rogelio Prieto, mededirecteur van het SEUT, dat door beide kerken samen wordt ondersteund, zij het in verschillende mate.

De I.E.R.E.is een kerk die voluit Spaans wil zijn, Protestant, èn staande in de Apostolische successie. Daarmee zou ze een ideaal tegenwicht voor de R.K. kerk moeten vormen. En hoewel vrij wat afgevallen katholieken in de I.E.R.E. een plaatse hebben gevonden, is de kerk nog steeds niet het Protestantse antwoord op de Rooms Katholieke kerk. De organisatie is nogal hiërarchisch, en geënt op de Anglicaanse kerk. Daarmee is  volledige intercommunie. Er is steeds een nauwe band geweest met het bisdom Gibraltar. De aartsbisschop van Canterbury was actief aanwezig bij de laatste bisschopswijding, en de bisschop van Gibraltar was medeconsecrator. De I.E.R.E. kent een aantal gelovigen dat op 1050 wordt geschat. Het aantal gemeenten en missieposten ligt rond de 21. Vroeger waren dat er 3x zo veel!
Op de eigen website kenschetst de I.E.R.E. zich aldus:

De I.E.R.E. is Spaans. Ze heeft haar ontstaan te danken aan toegewijde mensen die de Rooms Katholieke Kerk hadden gediend, maar waarvan ze zich hebben afgescheiden omdat ze het niet eens waren met de leer en de practijk daarvan.
De I.E.R.E. is Protestant, hetgeen betekent dat ze verworpen heeft en nog verwerpt al die leerstellingen en handelswijzen, die vreemd zijn aan de Bijbel, of die niet in overeenstemming met de inhoud daarvan zijn.
De I.E.R.E. is Episcopaals, want ze houdt zich aan de drievoudige orde van ambten: bisschop, priester, diaken. En dat allemaal in wat men noemt de lijn van de Apostolische successie. Zowel de bisschoppen als de priesters en diakenen kunnen gehuwd zijn.  
De I.E.R.E. is Bijbels, in zoverre dat ze leert dat in de Heilige Schrift alles is te vinden wat tot ons heil dienst. Zodoende kan van niets, wat daarin niet staat of daardoor niet bewezen kan worden, van iemand geëist worden dit te geloven of te beschouwen als voorwaarde voor het heil.  
De I.E.R.E. is Liturgisch. De diensten volgen de Mozarabische ritus, die in Spanje gebruikt werd tot in de XI eeuw, toen deze met geweld vervangen werd door de ritus van Rome.  
De I.E.R.E. is Sacramenteel: de doop en het heilig Avondmaal worden toegediend als sacramenten die door onze Heer Jezus Christus in het Nieuwe Testament zijn ingesteld.  
De I.E.R.E. is Synodaal. De synodes worden om het jaar gehouden en bestaan uit evenveel voorgangers als gemeenteleden, die in de gemeente gekozen zijn. Iedereen, man of vrouw, kan gekozen worden als afgevaardigde ter synode.  
Voor de I.E.R.E. is het fundamenteel Christus te volgen, God te aanbidden in Zijn kerk, te werken, te bidden, en de verspreiding van Zijn Koningschap te bevorderen.

De ontstaansgeschiedenis van de I.E.R.E. is verbonden met die van de I.E.E.: het is er namelijk een afsplitsing van. In 1880 vond een van de Protestanten van het eerste uur: Don Juan
Bautista Cabrera e Ibars, dat de mensen die zeiden: Dat Protestantisme is allemaal buitenlandse invloed, en dus anti-Spaans, de wind uit de zeilen genomen moest worden. Hij zocht naar een meer Spaanse insteek, en die vond hij in de liturgie van Toledo, die inderdaad een van de weinige afwijkende liturgieën is, ijHij zdie ook na het concilie van Trente door Rome is erkend. Ook heeft J.B. Cabrera, die voordien een van de leidende figuren was geweest bij het stichten van de oorspronkelijke Protestantse kerk van Spanje, naderhand heel veel liederen voor de eredienst zelf in het Spaans geschreven dan wel hertaald.
Veel Protestantse zending is Spanje via Gibraltar en de Engelsen binnen gekomen, zeker vanaf de eerste helft van de 19de eeuw. Maar de Ierse en Schotse zending mag ook niet verwaarloosd worden, net zo min als de Duitse inbreng. Toch is voor de I.E.R.E. juist die relatie met Gibraltar, en daarmee met de grote Anglicaanse Gemeenschap, van groot belang geweest en gebleven.
Zeker is dat mevrouw Constance van Loon, een van de oprichters van het Comité voor Spanje, waaruit de Stichting Het Evangelie in Spanje uiteindelijk is ontsprongen, niet onwelwillend stond tegenover de stichting van de I.E.R.E., want ook Cabrera werd door haar financieel gesteund, en wel in aanzienlijk mate. Met name bij de bouw van de kathedraal aan de
calle Beneficencia, waar ook het bisschoppelijk paleis is gevestigd, en waar tot voor kort het SEUT gehuisvest was.
Vandaar dat Het Evangelie in Spanje, in de persoon van ons oudste lid, en verwant van voornoemde dame, Jhr. Maurits van Lennep, zou worden begiftigd met een penning of medaille van de I.E.R.E.
De I.E.R.E. is dol op medailles. Bij allerlei gelegenheden laten ze er een slaan, om daardoor de gemeenschap hechter te maken. Wel moeten de mensen in de gemeenten die medailles dan zelf betalen, want ‘wat je schenkt wordt niet op waarde geschat’. Zo werd rond 2000 bij een feestelijke bijeenkomst van de I.E.R.E. door het kapittel besloten dat er eens een medaille moest komen voor alle comités en verenigingen die hun op de een of andere manier bijstaan. Het bestaan van Het Evangelie in Spanje was op dat moment even weggezakt uit de herinnering, maar kwam daarin terug bij ons bezoek.

Het gebouw in c/ Beneficencia is indertijd gebouwd door bisschop Cabrera, met veel hulp van Mevrouw van Loon. Ook ten aanzien van diens vorige parochie, Zamora, is mevrouw Van Loon financieel zeer behulpzaam is geweest. Ze kocht een stuk land ten behoeve van de gemeente. Op de dag dat mevrouw Constance van Loon overleed, heeft bisschop Cabrera gezegd: Er is een engel gestorven die Spanje veel heeft geholpen. Een engel heeft ons verlaten, en is naar de hemel gegaan.

Het gebouw aan de calle Beneficencia, midden in Madrid, is vrij groot, maar intensief in gebruik. Links zijn de gebouwen waar vooral kantooractiviteit is. Het SEUT was er gevestigd, de tweedehands kleding wordt er bewaard, een alternatieve gemeente kerkt er, (er is daar een fikse kapel, al is deze kleiner dan de kathedraal!) er is een stukje bibliotheek, er repeteert een koor, er is de Leprastichting etc. Rechts zijn de woningen van de bisschop en verschillende anderen, waaronder leden van de I.E.E. In het midden de ruim bemeten kathedraal. We gingen er ter kerke met Pinkster, een paar jaar geleden. De sfeer was toch wel erg Engels, inclusief de beschaafde afstandelijkheid, die je in een gemeente van de I.E.E. zo niet zou vinden. Daar is het ondenkbaar dat je niet wordt aangesproken na de dienst.
De liturgie brengt een ingewikkeld gehannes met boekjes en boekenleggers mee, al wordt tegenwoordig gewerkt met een vel waarop de liederen en lezingen staan, plus de bladzijden die moeten worden opgeslagen, om de gebeden mee te bidden. Het lijkt veel op een Oud-Katholieke dienst. Natuurlijk zijn er altijd wel mensen die je daarmee willen helpen, als je dat vraagt.

Hoewel de kerk in zijn geheel niet groot is, zijn de leden tamelijk actief, en zo zijn er vrij veel activiteiten waaronder het werk voor de Lepra een belangrijke plaats in neemt. Ook zijn er talrijke pastorale contacten met de immigranten uit Bolivia en Colombia, die er dikwijls bijzonder slecht aan toe zijn. Voor hen lopen er verschillende projecten, van resocialisatie tot voedselhulp, en natuurlijk de onvermijdelijke ‘ropero’, de uitdeling van tweedehands kleding, of de verkoop daarvan voor een zeer laag bedrag.

Er  is een gekleurde gemeente die ook kerkt in de kathedraal, maar de onverenigbaarheid der humeuren heeft men opgelost door elkaar niet voor de voeten te lopen, en op verschillende momenten en locaties binnen het gebouw te vieren.
Dit zijn de kinderen van de kinderkerk van de migranten, aan wie de beschei-den bijdrage die Het Evangelie in Spanje onlangs aan de I.E.R.E. schonk, ten goede zal komen.

De I.E.R.E. brengt een eigen blad uit, La Luz, dat de laatste tijd aanmerkelijk interessanter is geworden. De website van de I.E.R.E. als kerk is wat mager, maar wel aardig: http://www.netministries.org/see/churches.exe/ch10650  - die van de kerk in Sevilla is veel interessanter, daar is de gemeente ook actiever en groter dan in Madrid: http://teleline.terra.es/personal/iere.es/   
Door de recente contacten kreeg de I.E.R.E. voor ons een meer actueel gezicht. Tot nu toe was dat vooral ingevuld door D. Rogelio Prieto, die de I.E.R.E. binnen het S.E.U.T. vertegenwoordigt, en door de vroegere bisschoppen, D. Arturo
Sánchez, die een van de pupillen is geweest van ds. Voerman aan het seminarie in Madrid, destijds, en door Don Ramón Taibo, die de kerk door zijn aanwezigheid naar werkelijk internationaal niveau tilde. We zijn zeer benieuwd naar de manier waarop de uitdaging van deze nieuwe tijden wordt beantwoord door deze nieuwe bisschop. 
We houden U op de hoogte!      GVvH


Even kennismaken: Don Carlos López Lozano.

Van 9-11 november 2001 bracht Don Carlos López Lozano, de (enige) bisschop van de I.E.R.E., de Iglesia Española Reformada Episcopal, een bezoek aan ons land. Of liever: een bezoek aan Het Evangelie in Spanje. Een mooie aanleiding om hem u voor te stellen.

Bij de promotie van Pedro Zamora, eind october 1999, maakten ds. en mevrouw Voerman kennis met de bisschop, waarbij deze hen uitnodigde hem op te zoeken. Een bezoek dat ze herhaalden in november 2002. Ondanks het feit dat deze bisschop er om bekend staat dat hij veel op reis is, lukte dit. Zijn reislust is zelfs een van de redenen geweest om hèm tot bisschop te kiezen: hij was ongeveer de jongste van alle priesters, en zou de meeste energie en kracht hebben om de gelovigen, die werkelijk door heel Spanje verspreid wonen, te bezoeken.

Daarnaast heeft hij een deel van het pastoraat aan de gemeente in Madrid aan de c/ Beneficencia, en de verantwoordelijkheid voor de bestuurlijke kant van het bisdom.

Bovendien verzorgt hij met veel enthousiasme de buitenlandse betrekkingen, met name met de Anglicaanse gemeenschap. Een ‘vliegende keep’!

De aanspreektitel is Reverendísimo, maar Don Carlos is hem liever. Hoewel hij de ‘Pomp and circumstance’ wel mooi vindt, is hij in wezen een bescheiden en vriendelijk man. Hij heeft geschiedenis gestudeerd, en was bezig met de voorbereidselen voor zijn promotie, toen de toenmalige bisschop, Don Arturo Sánchez, die het materiaal voor het eerste hoofdstuk in handen kreeg, hem beval er een boek van te maken. Precedentes de la Iglesia Española Reformada Episcopal heet het, en het lukt hem daarin bijna te bewijzen dat de I.E.R.E. van Adam en Eva afstamt. Bij wijze van spreken dan. Hij weet daar naast allerlei geschiedkundig(e) stof ook smakelijke anecdotes te berde te brengen. Juist deze achtergrond maakte dat hij verrukt was over de herontdekking – nee, niet van de hemel, maar van onze stichting! Met name de wetenschap dat een ver familielid van mevrouw Constance van Loon nog in leven was, en lid van ons bestuur, raakte hem diep. Vandaar de medaille die hij kwam uitreiken aan onze toenmalige vice-voorzitter, jhr. M.J. van Lennep, die ondanks de falende gezondheid en de sterk afgenomen krachten, gaarne met zijn echtgenote, een heel bijzondere vrouw, de bisschop en het bestuur wilde ontmoeten. U ziet hem hier met de medaille, die naar een vierde-eeuws ontwerp is gemaakt. XP (Christus) en AΩ (alfa en omega: begin en einde) gevat in een circel. Gesproken werd er over het boek De hervorming in Spanje in de XVI eeuw van Dr. Maximiliaan Ferdinand van Lennep, de grootvader van onze vice-voorzitter, dat volgens de bisschop zo’n 10 jaar geleden in het Spaans is vertaald, en de geschiedenis van het Protestantisme in Spanje verhaalt vanuit het gezichtspunt van de Inquisitie. De schrijver kwam dikwijls naar Spanje en logeerde dan bij de familie Fliedner om zijn onderzoek te doen. Verder spraken we over de Precedentes.

Dat dit de laatste keer was, dat wij als bestuur onze vice-voorzitter in levenden lijve zagen: we hadden er geen idee van. Het is een groot gemis!

Na de eerste foto’s wordt opgemerkt dat Don Carlos zijn borstkruis heeft verstopt in zijn borstzakje, hetgeen moet worden goedgemaakt. Natuurlijk wimpelt hij het bescheiden af met: 'Het enige kruis dat van belang is, is dat van Jezus', maar hij moet er aan geloven. Jhr. Van Lennep vertelt nog dat de grootvader en diens broer het mogelijk hebben gemaakt dat de tante, mevrouw Van Loon, veel voor Spanje heeft kunnen doen, zonder het familiekapitaal werkelijk aan te tasten. Zo ging dat in die tijd.

Don Carlos had geluk, bleek later, want Amsterdam had een museumnacht bedacht, zodat hij, op weg naar zijn hotel, nog in het Van Goghmuseum terecht kon! Hij heeft er gretig gebruik van gemaakt.

De volgende dag was hij alweer vroeg in de weer: hij kwam naar Utrecht, om de dienst bij te wonen in de Kathedraal van de Oud-Katholieken. De week ervoor had hij, alsof het zo had moeten wezen, in Engeland de nieuwe aartsbisschop van de Oud-Katholieken al ontmoet.

Kinderen hebben Don Carlos en zijn Ana, de dochter van ds. Sebastián en Eunice Rodriguez niet. Ze komen beiden uit een groot gezin, en hebben een overmaat aan neefjes en nichtjes, zodat ze niet speciaal eigen kinderwens hebben. Doña Ana geeft les en doet veel in de gemeente. Ze houdt de teugels stevig in haar kleine handen, en biedt haar man een goed tegenwicht.

Tijdens ons eerste gesprek vertelde de bisschop een en ander over zijn sociale bewogenheid met de armen van de stad Madrid, en door zijn contacten met een collega uit Colombia is er een specifieke belangstelling voor deze categorie immigranten, al zijn ook anderen welkom voor tweedehands kleding, en practische hulp bij het aanpakken van de problemen die het leven als rechteloze in Spanje meebrengt. In feite was dit werk al opgezet, maar Don Carlos heeft zich er toe gezet het zoveel mogelijk te promoten. Dat lukt hem aardig. Hij ís ook aardig. Toen wij hen bezochten in october 2002 bleek de bisschop zich zeer te interesseren voor het Samen-op-Weg-gebeuren.
Als historicus bezoekt hij graag de Iberische ontmoetingen van (kerk)historici.

En zo kent U nu een echte bisschop in Madrid ook een beetje.                               GVvH


Een feestelijke opening.

Aan de voet van de bergen, in een vallei naast de Guadarrama, niet ver van Franco’s monument voor de (eigenlijk: zijn) gevallenen in de burgeroorlog, ligt een terrein dat in 1880 werd gekocht door Federico Fliedner van een burgemeester die geen idee had aan wie het land eigenlijk toebehoorde, en blij was op die manier de achterstallige belasting ervoor bij elkaar te krijgen. Een ‘finca’ was het, een buitenplaats, of een stuk land met bebouwing, maar die benaming was wel erg weids voor een ongelijk stuk grond met enkele huisjes en een stel ruines. Federico ontdekte echter een bron op het terrein die helder water gaf, en dat was een geweldig pré in een tijd dat er nog geen vaste waterleiding was overal.

Hij zag de mogelijkheden die het terrein bood, en ging met hulp uit het buitenland over tot de aankoop. Grootse plannen had hij, tot en met het planten van een botanische tuin. Veel van die plannen heeft hij kunnen realiseren: een school, een vacantie-onderkomen voor kinderen uit de stad Madrid, de herbouw van het oude huis, dat door de mensen het ‘Castillo’ werd genoemd, en dat dateerde uit de 16de eeuw, of eerder. Vandaar uit immers heeft Philips II tussen 1563 en 1584 de bouw gadegeslagen van zijn levenswerk: het klooster-kasteel San Lorenzo del Escorial.
El Escorial heet het plaatsje, naar de slakkenhopen die overal lagen als afval van de mijnbouw die daar had plaatsgevonden in betere tijden.  
En San Lorenzo, Sint Laurentius, was de heilige aan wie Philips het onrustige Spanje van zijn tijd heeft willen toewijden. Laurentius, die standvastig vasthield aan zijn geloof, ook toen hij gemarteld werd op een gloeiend heet rooster. In de vorm van dat rooster is het klooster, dat Philips II tot kasteel diende, toen hij op leeftijd kwam, gebouwd. Als een brandmerk, waarmee hij Spanje wilde tekenen en vastleggen aan het ‘ware geloof’. Want ongelooflijk als het moge schijnen, in Spanje was in die tijd heel wat gaande op het gebied van de Hervorming. Helaas is die beweging met wortel en tak uitgeroeid door de Inquisitie, maar Johannes von Staupitz, de abt die Maarten Luther de opdracht gaf de zaken aan de universiteit van Erfurt eens te saneren, haalde zijn inspiratie uit Salamanca, uit Spanje!

Een wonderlijke bestiering dus dat de oprichter van het Fliednerwerk in Spanje juist de hand kon leggen op dít terrein, waar vervolgens de Protestantse minderheid in Spanje zich kon laven uit de zelfde bron als die waaruit Philips II, de grote vervolger van de Hervorming heeft gedronken!

Het terrein, dat destijds ruim buiten het dorp lag, en een helder uitzicht had op het klooster, is nu volkomen ingebouwd, en heeft zijn landelijk  aspect verloren. Het lijkt daardoor ook wat gekrompen. Maar gekrompen zijn de mogelijkheden niet, die de Protestanten van dit moment er in zien: de nazaten van Federico Fliedner, zijn kleindochter Elfriede, en zijn geestelijke nazaten, die verenigd zijn in de Fliednerstichting! Integendeel. Juist het Casa de Paz, het Huis van Vrede, zoals Federico het terrein noemde, moet een plaats van verzoening worden. Een plaats waar oecumene geleefd en geleerd wordt. Oecumene allereerst onder de vele verschillende Protestantse varianten die er te vinden zijn in Spanje, een zeer veelkleurige rok aan het Lichaam des Heren, maar ook een plaats waar het gesprek met de Rooms Katholieken plaats kan vinden. Waar openheid en respect de plaats kunnen gaan innemen van angst en achterdocht die in het verleden zo terecht de houding was van de protestantse minderheid in Spanje, en waar de andere kant heldere informatie kan krijgen over wat de Protestanten beweegt, en wat hun leer nu eigenlijk inhoudt. Dat alles is toekomstmuziek, net als de botanische tuin, die nog altijd op het programma staat, en er vast zal komen, als er ooit het geld voor zal zijn.

Toen wij er waren lagen er overal in de tuin hopen stenen, werktuigen, blijken van grote activiteit, want er wordt hard gebouwd aan een Protestantse aanwezigheid die zal getuigen van een kijk op de maatschappij die dienstbaar is aan heel de samenleving.


Zaterdagavond 12 october 2002 vond onder grote belangstelling uit binnen- en buitenland, Protestanten én Rooms Katholieken, de feestelijke inauguratie plaats van het project Ponce de la Fuente, als een tastbaar bewijs hier van het Protestants vermogen de dromen ook in daden om te zetten, en zo deel uit te maken van de toekomst van Spanje.

Constantino Ponce de la Fuente (1502-1560) was kapelaan van de Spaanse keizer, een zeer geëerd man, een groot filosoof en theoloog, een fantastisch predikant, zoals een hoveling uit die tijd hem beschreef. Maar hij behoorde ook tot de Hervormers, of tenminste tot de voorlopers van de Hervorming in Spanje, en heeft zijn laatste jaren moeten slijten in de kerker. Desondanks bleven zijn werken gelezen en gebruikt tot in de hoogste kringen. Dit hoorden we uit de mond van prof. José Nieto, een voormalig leerling van ds. Voerman aan het Seminarie - het opleidings-instituut voor predikanten - te Madrid. Hij was speciaal overgekomen uit Amerika, waar hij gezien wordt als een van de grote specialisten op het gebied van de Spaanse kerkgeschiedenis, om de opening van dit project speciale kracht bij te zetten met een serie van vier lezingen over de kerk en de sacramenten, zoals Constantino Ponce de la Fuente en tijdgenoten daar tegen aankeken, en over Don Quichote, en het pleidooi voor Godsdienstvrijheid, dat daarin verwerkt is.

Voorafgaand aan de lezing van prof. Nieto waren er relatief korte verhandelingen door ds. Pedro Zamora, een van de directeuren van het S.E.U.T., en mede-initiatiefnemer van het project, waarover we nog meer zullen vertellen, door
Sergio Rossell, een van de docenten, en door Joel Cortés, de huidige voorzitter van de Comisión Permanente van de Iglesia Evangélica Española. Vervolgens kreeg uw nieuwe vice-voorzitter het woord: ds. Voerman, die tijdens de laatste vergadering van de Stichting Het Evangelie in Spanje in die functie is benoemd in de plaats van wijlen Jhr. van Lennep. Namens de Stichting bood hij met een geestige speech, die zeer gewaardeerd werd, een set boeken aan: een recent uitgekomen interlineaire bijbelvertaling, waarbij direct onder het Hebreeuwse / Griekse woord de Spaanse vertaling staat, zodat ook de student die niet zo geverseerd is in de grondtalen van de bijbel een idee kan krijgen van wat er nu eigenlijk staat.



Na ds. Voerman kreeg dr. Tamara Appel het woord. Zij vertegenwoordigde Diakonisches Werk der Evangelische Kirche Deutschland, een van de grotere geldschieters voor dit project, en overhandigde een ‘aandachtsdoek’, met een diepe spirituele betekenis, die ze helder uitlegde. Deze doek zal zeker een goede plaats krijgen in het toekomstig centrum, wanneer eenmaal de bouwactiviteiten voleindigd zijn. Want ja, die waren nog volop bezig, zoals we zelf konden zien tijdens de rondleiding, die volgde op het gemeenschappelijk gebed, de muziek, de lezing van Prof. Nieto en de hapjes en drankjes in de tuin. 


Intussen is de bouw zeer ver gevorderd. De bibliotheek zagen we op internet intussen in volle glorie (rechts) en ook de verblijven voor de studenten zijn klaar. Dat was niet zo op 12 october. Eigenlijk was het enige dat voor ons gevoel min of meer klaar was, de conferentieruimte, waar we ontvangen werden, en de kantoortjes van Pedro Zamora en de fraternal workers Donna en Edgar Moros. De laatste leidde ons als groep rond door de gebouwen. Inderdaad moest er nog veel gebeuren, maar dat is allemaal een kwestie van afwerken, vond Edgar Moros. En zo zagen we de kantoren voor het personeel van het S.E.U.T., de bibliotheek in aanbouw, waar nu een kleine expositie was van het lesmateriaal, een fotocollage van het werk dat al gebeurt in Madrid, de boeken die zijn uitgegeven in eigen beheer, en dergelijke. Ook stond er een boekentafel van de
Librería Calatrava, waar onder andere de laatste boeken van prof. Nieto te koop waren. We zagen de studentenkamers in aanbouw, in het gebouw dat nu Ponce de la Fuente heet, en dat de hoeksteen is van heel dit op de toekomst gerichte project, en we werden rondgeleid door de tuin, waar we de bron zagen, en de toekomstige bibliotheek, in een latere fase: la Chimenea, (zie foto) d.i. de Oven. Daar werd destijds al het glas voor het klooster vervaardigd. En ook is het in een andere tijd kennelijk de keuken geweest voor de fraters ter plaatse. Het gebouw is ooit gehalveerd, en daarom leek het ons nu heel klein, maar die verminking zal weer ongedaan gemaakt worden is het plan, zodat er plaats zal zijn voor een studieruimte en een bibliotheek, die ook toegankelijk zal zijn voor de inwoners uit de stad. Toekomstmuziek? Zeker. Maar er zit muziek in, en we hebben het volste vertrouwen dat het - ook met uw en onze hulp - allemaal van de grond zal komen. Daar staan mensen als dr. Zamora en de nuchtere beheerders van de Fliednerstichting, waarmee het S.E.U.T. intussen een samenwerkings-verband is aangegaan, wel borg voor. We bezagen vervolgens het Castillo, dat omgebouwd wordt tot woning voor dr. Zamora, en waar een vergaderruimte zal worden aangepast, zodat die geschikt is om bezoekers uit binnen- en buitenland te herbergen. We kijken er naar uit!


Project. Nu dan, dat project, waar steeds maar sprake van was. U hebt er al een en ander over kunnen lezen in berichtenblad nr. 67.  We zullen het nog eens memoreren: het gaat om een project in twee delen, waarvan het eerste nu een tastbaar begin heeft gekregen. Dit eerste project is genoemd naar Constantino Ponce de la Fuente en behelst de zorg, vanuit een christelijke betrokkenheid, voor een twaalftal studenten in verschillende studierichtingen, zodat ze kunnen studeren in een warme omgeving, waar ook aandacht is voor hun geestelijke (op)voeding. Een arbeidsintensieve zaak dus, waarmee de docenten van het S.E.U.T., dat in het
Casa de Paz wordt gehuisvest, zich nauw  verbonden weten. De bedoeling is een Protestants kader te kweken, dat niet beperkt is tot predikanten, maar in alle geledingen van de maatschappij zinnig kan meepraten, en een Protestantse aanwezigheid waar kan maken, die hout snijdt. Het is de bedoeling dat de 12 studenten van nu uitgroeien tot een 30-tal, wanneer de faciliteiten eenmaal voltooid zijn. Een universitaire campus op Protestantse grondslag. Van die 30 die blijk hebben gegeven van interesse, komen er uit zo’n 20 verschillende denominaties, zodat er een geweldige stap voorwaarts zal worden gezet, samen op weg naar een echte oecumene.

Een droom die uitkomt. Die waargemaakt wordt door noeste volharding en eigenzinnigheid, tegen alle tegenwerking en tegenslagen in.

Het volgende deel van het project is genoemd: León Felipe en dat behelst een conferentieoord, een vormingsoord voor predikanten en leken, waar door middel van cursussen en lezingen mensen op hoog niveau kunnen worden bijgespijkerd, maar tegelijk in de warme atmosfeer die daar heerst ook emotioneel op verhaal kunnen komen.  Léon Felipe zelf was een dichter. In Berichtenblad 67 treft u achterop een gedicht van zijn hand.

Voor dit project moet er nog een heel gebouw bijkomen, en moeten er nog verdiepingen op bestaande gebouwen gezet. Ook zou een kapel moeten worden herbouwd – die er in de tijd van Philips II heeft gestaan, en waarvan slechts de muur nog overeind gebleven is.  Te Zijner tijd.

El Escorial is een studentenstad aan het worden. Die doelgroep is nu al voorhanden, en de atmosfeer waarbinnen een dergelijk oord een succes kan worden is geen utopie, maar een realiteit. Laten we bidden en werken, bijdragen met geld en liefde en aandacht, en wie weet: spierkracht, om dit grote werk mogelijk te maken. Het begin is er.    GVvH

Een interessant college van Professor Nieto

Zoals op pagina 25 van het Berichtenblad vermeld staat, viel aan professor Dr. José Constantino Nieto de eer te beurt aan de inauguratie van het project Ponce de la Fuente luister bij te zetten door het geven van enkele colleges. In de eerste twee daarvan besteedde hij uitvoerig aandacht aan de persoon onder wiens naam dit project gerealiseerd zal worden. De tweede reeks van twee colleges had betrekking op het nationale ‘epos’ van Spanje, de Don Quixote van Cervantes, waaraan volgens hem een maatschappij-critische betekenis moet worden toegekend.
Constantino Ponce de la Fuente, door Nieto doorgaans als Constantino betiteld, zoals hij wetenschappelijk bekend staat, was een tijdgenoot van keizer Karel de Vijfde en van koning Philips de Tweede. Een portret van hem is helaas nergens te vinden, (vernietigd door de Inquisitie – een lot dat velen ten deel viel, die door de Inquisitie werden veroordeeld), maar van zijn persoonlijkheid en geestelijke betekenis getuigt de geschiedschrijver Calvete, die belast was met het optekenen van de gebeurtenissen tijdens een reis van Philips II door Noord – Europa (1548-1552). Dr. Constantino wordt daarin beschreven als een groot filosoof en diepzinnig theoloog, en als een buitengewoon begaafd prediker, die de prins en diens gevolg op hun tocht gaarne beluisterden. Desondanks liep het – werelds gezien – slecht met hem af. Hij overleed in 1560 in een kelder van de Inquisitie op 58 jarige leeftijd in Sevilla, na een gevangenschap van drie jaar, waartegen blijkbaar noch de gunst van het hof, noch zijn voorzichtige theologische formuleringen hem hadden kunnen beschermen. Het blijft intussen toch een interessante vraag hoe hij er in geslaagd is zolang uit de handen van zijn vijanden te blijven. Nieto wijst er op, dat een van de factoren zijn ‘sutileza’ (subtiliteit) moet zijn geweest.  Hij was uiterst behendig in het kiezen van een terminologie, die Rooms-katholiek klonk zonder het wezenlijk te zijn. Nieto komt dan ook met voorbeelden die aantonen, dat we er goed aan doen vooral te letten op wat Constantino niet zegt. Met name zwijgt hij over de hiërarchische priesterlijke opbouw van de Rooms-Katholieke kerk, die op het misoffer, dat door de priester op het altaar telkens weer herhaald wordt, de redding van de mens fundeert. Ook noemt hij niet de transsubstantiatie, de verandering van brood en wijn in vlees en bloed van Christus, die volgens de kerkleer plaats vindt op het ogenblik dat de priester de instellingswoorden uitspreekt, waartoe alleen hij bevoegd is: ‘Hoc est corpus meum…; hic est sanguis meus..’ (Dit is mijn lichaam… dit is mijn bloed…).
Constantino haalt de hier voor met enkele woorden geschetste fundamentele betekenis van het priesterschap naar rooms-katholieke opvatting onderuit door zich te verdiepen in het algemeen priesterschap der gelovigen. Hij gaat daarbij uit van een onderzoek naar de betekenis van de namen van Jezus. Elke enigszins in deze materie onderlegde Spanjaard hoort hierin dadelijk een verwachtschap met een boektitel uit het werk van Fray Luís de León: Over de namen van Christus (1583).  (De los Nombres de Cristo.)

Nieto vergelijkt dan de behandeling van deze twee nauw verwante thema’s bij beide schrijvers.
Fray Luís begint zijn tractaat met een twee pagina’s lange verhandeling over de suprematie van de apostel Petrus, wiens opvolgers de pausen zijn. Volgens hem zullen in het pausschap de ware leer en de ware geloofsbelijdenis blijven bestaan tot het einde der tijden, zoals het van den beginne af ook geweest is. Nieto merkt op, dat deze uitweiding niet door de keuze van zijn onderwerp vereist wordt. Constantino echter spreekt in het geheel niet over onderwerping aan het pausdom.

Hij gaat uit van de naam Jezus als eigennaam. Daaraan verbindt hij direct de uitleg van de tweede naam Christus, de gezalfde. De zalving werd in Israël voltrokken aan koningen, profeten en priesters. Zo fundeert hij het drievoudig ambt in Jezus Christus als mens.

Samen met aartsbisschop Carranza[3], door de Inquisitie eveneens van reformatorische tendensen verdacht, maakt Constantino onderscheid tussen het Joodse priesterschap naar de orde van Aäron en het christelijke priesterschap naar de orde van Melchizedek, waarvan Jezus de middelaar is door Zijn zoendood. Carranza gaat dan verder en baseert het eigenlijke priesterschap op die orde van Melchizedek, waarnaast er voor hem ook nog een priesterschap der gelovigen in overdrachtelijke zin bestaat. Voor Constantino evenwel is het zo, dat het nieuwe priesterschap naar de orde van Melchizedek alle christenen zonder uitzondering tot priester aanstelt. Het nieuwe verbond maakt het hele volk tot priesterschap, zonder hiërarchische onderscheidingen. Hij beroept zich voor die opvatting op de brief aan de Hebreeën en op Jeremia 31: 31-34/ En natuurlijk ook op de eerste brief van Petrus. Het is enigszins ironisch, dat juist in een aan Petrus toegeschreven brief de rooms-katholieke uitleg van de Petrus-belijdenis van Cesarea Filippi (Mattheüs 16: 18-19) ontkracht wordt. Constantino zegt letterlijk, dat alle christenen delen in de priesterlijke geest, die in Gods Zoon is.
Hij maakt hen allen tot profeten, koningen en priesters.

Voor Constantino bestaan er dus geen priesters als aparte klasse in het volk. Zijn standpunt is voluit reformatorisch. De kern van het christelijke geloof bestaat niet in de aanvaarding van een priesterlijk hiërarchisch heilsinstituut met zeven sacramenten, waardoor het heil bewerkt en verkregen wordt in de samenwerking van de menselijke vrijheid en de goddelijke genade. Het bestaat integendeel in de vrije en genadige verkiezing van God in Christus zonder toedoen van onze werken.

In zijn Doctrina Cristiana, verschenen in 1549, heeft hij zijn overtuiging uiteengezet. Hij stond in hoog aanzien bij Keizer Karel V, (links) die gezegd moet hebben: 'Als Constantino een ketter is, dan is hij wel een grote ketter'. De inventaris van de bibliotheek van de keizer, die bij zijn overlijden in 1558 werd opgemaakt, vermeldt de Doctrina Cristiana van Constantino Ponce de la Fuente. Hij bleef daarin lezen voor het slapen gaan… Een aardige anecdote is ook nog dat een bisschop in Mexico zijn werken is blijven gebruiken voor het godsdienstonderwijs, ook al wist hij dat Constantino Ponce de la Fuente veroordeeld was door de Inquisitie. En met hem zijn hele werk.
We mogen dus wel stellen dat Constantino terecht wordt gezien als een voorloper van het Spaanse Protestantisme, en dat de subtiliteit, waarmee een project, op de grond die ooit Philips II huisvestte, naar hem genoemd is, zijner waardig is!                                                                                                                                                                                A.V.

(De Spaanse tekst van de lezing kan op verzoek worden toegestuurd)


Stoelendans
Weinig predikanten dienen in Spanje tientallen jaren dezelfde gemeente.  De laatste twee jaar zijn er weer verschillende veranderingen geweest:

Alfredo Abad is augustus 2001 losgemaakt van Granada om naar Madrid te gaan, calle Calatrava, Iglesia de Jesús.  In zijn plaats wordt in Granada benoemd: Felipe Lobo,  nu nog student bij het SEUT. Hij heeft al met verschillende kerken in Madrid samengewerkt. Hij moet wel blijven studeren, en ging in mei 2002 naar Granada. De pastorie is voor zijn komst verbouwd. Daar doet hij het blijkbaar naar volle tevredenheid. Hij heeft naast studie en gemeente ook de zorg voor een zendingspost in Almuñecar waar hij iedere zondagmiddag heen gaat. Samuel Arnoso (links) van Cartagena is in 2002 twee maanden lang naar Noord Ierland geweest met zijn vrouw. Hij heeft veel opgestoken van de Presbyterial Church of Ireland. Naar verwachting gaat hij in mei naar Bilbao. Hij wordt in Cartagena afgelost door Daniel Reyes, (rechts) die in Barcelona-Centrum heeft gestaan en een jaar weg geweest is.  Daniel is in maart in Cartagena begonnen. Ook neemt hij de Engelssprekende gemeente van Torrevieja voor zijn rekening. Hij heeft daar al eerder ervaring opgedaan. Zijn vrouw is Ierse.

De kerk van Palma de Mallorca heeft gevraagd of Jonatan Landeira, die heeft gestudeerd aan het IBSTE bij Barcelona, en al meer dan een jaar mee werkt in de kerk van Palma de Mallorca als assistent van Paco Guerra, (foto) in Palma predikant kan worden. Beide partijen willen het graag. De zaak heeft een zekere urgentie gekregen toen Paco Guerra enige tijd in het ziekenhuis werd opgenomen. Besprekingen zijn gaande.

Julio Roberto Asensio heeft in 2002 de verantwoordelijkheid voor de Iglesia de Cristo (c/ Bravo Murillo) in Madrid neergelegd. Er is een nieuwe predikant gezocht, intussen zorgde de kerkeraad voor de lopende zaken. Julio Roberto was enige tijd in algemene dienst van de Comisión Permanente. Intussen is Melanie Mitchell predikant van Iglesia de Cristo in Madrid.  Ze is Noord-Amerikaanse, woont al een paar jaar in Madrid, heeft theologie gestudeerd, en volgt nu doctoraalcursussen aan de universiteit van Comillas. (Madrid). Zij is lid van de Presbyteriaanse kerk in de VS, daarmee is al gesproken over de mogelijkheid dat ze als predikant werkt in Spanje. Ze geeft ook theologie aan de universiteit van San Luis (VS), die een zetel heeft in Madrid. Samen met Juan Medrano heeft ze verder een functie als geestelijk verzorger voor de scholen El Porvenir en Juan de Valdés.  Juan heeft drie jaar in Barcelona gestudeerd, en studeert nu aan de Comillas onder supervisie van het SEUT. Hij assisteert in de kerken van Madrid w.b. preken. Hij heeft een jaar de kerk van Clot (Barcelona) verzorgd, tot groot genoegen van de mensen daar. Hij werkt op het bredere vlak van de kerk vooral met de jeugd. Dit jaar hoopt hij af te studeren, en gaat dan terug naar Catalonië, om gedurende tenminste drie jaar de gemeente van Santa Coloma bij te staan, (en nog een gemeente, daar wordt nog over beslist), terwijl de huidige predikant van Santa Coloma, Carmen Sánchez,  zich in die tijd wijdt aan een zendingsproject. Ds. Juan Varela, de administrateur van de I.E.E., heeft tot nu toe deze baan gecombineerd met een half pastoraat in de Iglesia de Cristo, c/ Noviciado. Deze combinatie werd te zwaar, toen beide banen uitgroeiden. Sinds maart 2003 wijdt ds. Varela zich nu helemaal aan de administratie van de kerk, en een stuk ambulante pastorale zorg.  De Iglesia de Cristo is dus vacant.

Jacqueline Hartsmith Foy neemt nu de Ierse predikant Mark Henderson enige tijd geleden vertrokken is uit Torredelmar de staf over. De Ierse predikante Margaret Neil heeft totnogtoe bij tijden waargenomen. Mevr. Hartsmith woont in Torredelmar en in overleg met de Presbyt. kerk van Ierland zal ze nog wat cursussen lopen aan een bijbelschool.  Mevr. Hartsmith Foy werkt intussen met veel plezier in Torredelmar. De laatste tijd komen er meer mensen naar de kerk. ‘s Winters wel 30 mensen. Het probleem is dat er eigenlijk geen goede plek is om te kerken. De kerk van Capdepera (Mallorca) heeft gevraagd om een predikant nadat Juan Varela Alvarez de I.E.E.  heeft verlaten.

In Zaragoza staat Augusto Milián, die in de plaats van Daniel Vergara is gekomen, en nog studeert aan het SEUT. Vroeger deelde Jaca deze predikantsplaats met Zaragoza. Met de komst van Augusto Milián verzocht Jaca een jaar op eigen benen te mogen staan. Hoewel de kerk aan het groeien is, is die zelfstandigheid kennelijk niet zo bevallen, want Augusto Milián heeft nu als predikant van Zaragoza opnieuw de zorg op zich genomen voor de gemeente van Jaca. Hij gaat iedere week naar Jaca voor huisbezoek en voor catechese.


(Nieuwe) Fraternal Workers

David en Cinthya Ceballos, leden van de Methodistenkerk in de VS zijn half maart met hun drie kinderen naar Barcelona gekomen om in Clot het pastoraat te verzorgen, en te integreren in de EEC. (De Protestantse kerk in Catalonië.) Op nationaal niveau beginnen ze aan training voor zondagschoolpersoneel. Ralph Baudisch  is een Duitser, en lid van de Lutherse kerk in Beieren. Hij volgde de officiële weg om lid te worden van de I.E.E. waarna hij Barcelona-Centrum te verzorgen kreeg. Ds. Ralph Baudisch ging in december 2002 met zijn vrouw naar calle Tallers (Barcelona-Centrum). Toen was  aan alle officiële vereisten voldaan.

De fraternal workers uit de Levant, (Alicante en omstreken), Derek en Jane French, van de Presb. Kerk van Ierland, gaan voor een paar maanden terug naar huis.

Als Fraternal Workers vervullen ook Donna Moros Laubach en Edgar Moros Juano  die bij het SEUT werken een belangrijke rol!

 

Project Moisés


Aan de rand van Barcelona ligt de wijk Santa
Coloma de Gramenet. De zeer actieve Protestantse gemeente is in deze zeer dichtbevolkte[4] achterstandswijk een baken van hoop. Er worden allerlei cursussen gegeven, er worden verslaafden opgevangen, er zijn veel activiteiten voor de wijk. U hebt daarover kunnen lezen in Berichtenblad 64 van mei 2000 (nog te vinden op 64 )

Sinds twee jaar is men bezig met een nieuw project, dat na allerlei tegenslagen dit jaar toch van de grond is gekomen: het project Moisés. [5]

De gemeente wil een biezen kistje vormen voor de vele kinderen in de wijk, wier leven en welzijn gevaar loopt door de gezinsomstandigheden.  Het gaat om kinderen met problemen op het gebied van affectie (ongewenste kinderen, kinderen die geen relaties kunnen aangaan), kennis (geen plannen kunnen maken voor de toekomst), moraal (geïsoleerde kinderen, of agressief, passief, intolerant), en van onderwijs (kinderen die achter lopen of niet kunnen leren). Het gaat hier om kinderen tussen de 3 en 12 jaar, waarbij vooral interessant is dat men de directe omgeving ook heel bewust wil betrekken bij het proces. Niet alleen het kind is gehandicapt, maar ook zijn omgeving, is het uitgangspunt.  Het project voorziet in een dagopvang, juist om zo de ouders / verzorgers in hun waarde te laten, en te leren hoe ze voor dit kind verantwoordelijk kunnen zijn.  Primair wil het Centrum participeren in het Interdepartementale programma: ‘Minimum inkomen voor Sociale Reïntegratie’ dat door de regionale regering wordt gesponsord. Dit heeft het voordeel dat de staat betrokken is bij het hele gebeuren, en zelf kinderen aandraagt. Daarbij zou de staat zorgen voor een ruimte.  Vorig jaar waren de berichten opgetogen: we kregen een mooie folder met plaatjes van de toegewezen lokalen, een vroegere kleuterschool, die vreselijk uitgewoond was, en die intensief gerenoveerd moest worden. Een duidelijke begroting is voorhanden. Een niet alledaags gebeuren, in (kerkelijk) Spanje. Helaas bleek er een ambtenaar een verordening gevonden te hebben, die verbood dat een dergelijk instituut op de eerste verdieping huist. Maar vrees toch geen nood, ’s Heren trouw is groot: er kwam een andere ruimte vrij, nu in een mooie school, die een andere bestemming krijgt, en waar men de beschikking krijgt over 3 klaslokalen en een goede keuken.  Men is enthousiast, want er is veel licht, een enorme patio, waar de kinderen kunnen spelen, en een gymnastiekzaal waar men ook gebruik van kan maken. Wel moest de badruimte vergroot worden, en moesten 3 extra douches worden geïnstalleerd.  Schilderen doen de mensen uit de gemeente natuurlijk zelf, en allerlei meubilair moet nog worden gekocht. Dat is voor rekening van de kerkelijke gemeente, die ons en U ook heeft verzocht daarin bij te dragen.
Bovendien moet men voorzien in het salaris van twee personen gekwalificeerd personeel dat betrokken is bij de directe opvang van de kinderen, en in de kosten van allerlei (les)materiaal, het eten dat de kinderen krijgen etc. Voorwaar geen kleine onderneming, maar de nood is hoog, en men verheugt zich er op de eerste 21 kinderen op te kunnen vangen.  De stadsdeelraad zorgt voor ander gekwalificeerd personeel in deeltijd, zoals kinderartsen, kinderpsychologen en wat er verder in die richting nuttig en nodig is.

De achtergrond van dit werk ligt voor een deel in de samenstelling van de buurt, ook wel La Latina geheten, die de jongste bevolking kent van heel Catalonië, waarvan ruim 40% onder de 30 jaar is. Daarbij zijn er veel jonge ongehuwde moeders, verbroken gezinnen, en werklozen boven de 45 jaar. Er is vooral ongeschoold werk en dat wordt slecht betaald.  Het gemiddeld inkomen is dan ook het laagst van de regio Barcelona. Santa Coloma ziet steeds meer buitenlandse inwoners komen, vooral uit Afrika en Azië.  Dat brengt grote economische en culturele problemen mee.  De Raad voor Kinderbescherming ontdekte in 1999 dat 71% van de gevallen speelde rond minderjarigen die problemen thuis hadden.  Er zou dringend meer opvang moeten komen, want alleen in een naburige wijk is een dagopvang, en die is ontoereikend. 

De doelen van het project Moisés zijn gericht op de kinderen, hun omgeving en de buurt: 1) risico’s voor kinderen en adolescenten in de buurt opsporen en verhelpen en voorkomen; 2) een holistische aanpak van de problemen, d.w.z. gericht op lichaam en geest, kind en verzorgers; training in de dingen van het dagelijks leven staat daarbij voorop; 3) hulp bij persoonlijke ontwikkeling van het kind, waarbij het versterken van het zelfrespect en het aanpakken van de sociale- en kennis-tekorten; 4) kinderen begrip bijbrengen van hun persoonlijke leefwereld, en de mogelijke antwoorden daarop; 5) gezinnen helpen het kind te helpen; 6) goede coördinatie ontwikkelen tussen gezin, dagcentrum, sociale dienst en school;  7) reeds bestaande hulpmiddelen in de wijk versterken en doen participeren in gezamenlijke projecten;. 8) meedoen aan, en zo nodig coördineren van projecten die er al zijn in de wijk;. 9) een informele sfeer binnen deze verbanden creëren, die maakt dat men makkelijk contacten legt en overleg pleegt; 10) de rechten van de kinderen duidelijk maken en bevorderen; 11) meer bekendheid geven aan de hulp die vanuit het dagcentrum geboden kan worden; 13) contact houden op alle terreinen en niveaus, ook (inter)nationaal, met instituten die gespecialiseerd zijn in sociaal-educatieve opvang van probleemjongeren, om feedback te krijgen.

Voor dit alles zijn er verschillende programma’s ontwikkeld:

1) Gezond en Gelukkig

Dit probeert kinderen, ouders en onderwijzers de weg te wijzen in keuzes voor een gezonde leefwijze.  Dieet, hygiëne, kinderartsen, psychologische zorg.  Hulp wordt geboden in de vorm van voedsel (maandag tot zaterdag), dagelijks douchen, kleding, onderzoek door een kinderarts, en persoonlijke sessies met een psycholoog.
2) We vormen een Familie

Men wil ook ouders helpen hun zelfgevoel te versterken, en hun relatie met de kinderen en elkaar te verbeteren.  Natuurlijk zijn dit vrijwillige activiteiten, waarbij ouders voorlichting kunnen krijgen in kinderopvoeding, maar ook workshops mee kunnen maken, en vragen kunnen stellen.
3) Samen Leren

Waar veel achterstand is in leren en kennisoverdracht, wil men garanderen dat de verplichte vakken in elk geval gehaald worden.  Ook richt men zich op de scholen en hun houding ten opzichte van deze kinderen.  Daarbij worden eveneens ouders en verzorgers betrokken, zodat ook zij weten wat de kinderen moeten kennen en kunnen, en zelf toegang hebben tot deze stof. Iedere dag wordt er tijd vrijgemaakt voor huiswerk, en dit alles wordt gericht op de familie als zodanig, en niet op leeftijdsgroepen, zoals gewoonlijk gebeurt.  De volwassen gezinsleden kunnen minstens eenmaal per week daarbij aanwezig zijn.

4) Tijd voor Ontspanning

De meeste probleemjongeren zijn veel op straat, en  zijn op zoek naar plaatsen en activiteiten waardoor ze zich speciaal voelen.  Men wil minderjarigen en hun familie een plek bieden waar dat te vinden is. Een ontmoetingsplaats, ruimte voor recreatie,  die tegelijk aansluit op de sociale en culturele activiteiten in de buurt.  Daarvoor wil men in en buiten het dagcentrum  allerlei activiteiten ontwikkelen, van kinderspelletjes tot culturele excursies, en alles wat daar tussenin zit. Niet alleen tijdens de schooltijden, maar ook in de vacanties!

Voor dit alles is veel inzet en liefde nodig van heel wat mensen. Naast de twee vaste krachten zijn er nu 17 vrijwilligers van allerlei slag; koks, tandarts, kinderarts, administratief personeel, leraren in sociale omgang, en assistenten in de vrije tijd en bij werkgroepen.  Men hoopt in september nu werkelijk te kunnen beginnen.
Aan de gedegen opzet ziet u dat dit een plan is dat wel moet slagen.

Er is alleen veel geld vereist.  De mensen van de kerkelijke gemeente in deze achterstandswijk doen zelf al veel, en zoals de kerk daar intensief gebruikt wordt, tot in alle hoekjes, op alle uren van de dag, zo zal ook het dagcentrum zeker intensief worden gebruikt.  Daar kunnen we zeker van zijn. De jaarlijkse kosten zijn niet gering. Ze zijn aldus begroot:

Huur

8.700,00

euro

Salaris voor 2 vaste krachten

30.000,00

 

Kosten (sociale lasten ed.)

10.000,00

 

Electriciteit, gas en water

2.000,00

 

Telefoon en fax

715,00

 

Kantoorkosten

800,00

 

Schoolmiddelen

1.600,00

 

Verbandtrommel etc

275,00

 

Ontspanning

2.650,00

 

Voedsel

20.000,00

 

Hygiëne

300,00

 

Schoonmaakmiddelen

275,00

 

Vrije tijdsactiviteiten

1.500,00

 

Totaal:

78.815 ,00

euro

Daarbij komt nog bijna 16.000 aan inrichtingskosten voor meubilair en keukenmateriaal. Uitgaande van de begroting die in 2000 is opgesteld mogen we bij elkaar wel uitkomen op een kleine 100.000 . Daarbij rekent men aan subsidies binnen te krijgen:  63.000 , zodat er via giften en relaties nog 37.000 bij elkaar gebracht moest worden. Op de andere kerken is een beroep gedaan, en  hoewel deze zelf grotendeels armlastig zijn, weten we dat er her en der bijdragen zijn geleverd voor concrete doelen, zoals meubilair e.d. 

Een beschrijving van het project in het Engels, met een budget  gebaseerd op de situatie van 200-2001 is te vinden op: www.van-haselen.nl/projects.html

Wie zet er een geweldige actie op touw? Ze zijn het waard!  In elk geval kunt U uw persoonlijke gaven voor het project kwijt op ons gironummer: bankrekening 45.67.74.068 of giro 315800 ten name van ‘Het Evangelie in Spanje’ te Zeist onder vermelding: project Mozes.

Diasporacollecte Ook dit jaar wordt in verscheidene gemeenten een Diasporacollecte gehouden ten behoeve van het werk in Spanje, en dat van Silo in België.

Dit kalenderjaar wordt er gecollecteerd voor het studentencomplex Ponce de la Fuente, en het komend jaar voor de ombouw van La Chimenea, de toekomstige bibliotheek van het zelfde project.  Informeert U eens bij Uw gemeente of ze meedoen, alstublieft!

Nieuwtjes: De Duitse Bondspresident Johannes Rau en diens echtgenote Christina brachten van 11-12 november 2002 in functie een bezoek aan Madrid. Daarbij werd tijd uitgetrokken voor een bezoek op de 12e van mevrouw Rau aan het Porvenir en aan Doña Elfriede Fliedner, aangezien de Rau’s, zelf protestanten,  een grote bewondering koesteren voor het Fliednerwerk in Duitsland.  Niet alleen de zaken van de school werden besproken: ook de (slechte) contacten van de F.E.R.E.D.E. met de Spaanse Staat; alle informatie werd in het Duits vertaald mee gegeven. Bij een receptie ter ere van de koning van Spanje in het Pardo-paleis, bevonden zich die avond onder de 500 genodigden ook Elfriede Fliedner met haar assistente Gunhilde Hecker en de predikanten van de IEE: Alfredo Abad, zijn echtgenote Esther Ruiz, (óók predikant!), Luis Ruiz Poveda met echtgenote, en de bisschop van de IERE  Carlos López met zijn echtgenote. Aangezien er gelegenheid was na afloop handjes te schudden met de koning en koningin van Spanje, en met de Rau’s, was dit een mooie gelegenheid het Spaanse protestantisme onder de officiële aandacht te brengen.
Mérida  In het Centrum voor Vluchtelingen zijn 40 mensen opgenomen uit Rusland, Tsjechië, Armenië, Colombia, Afghanistan... verschillende vrijwilligers en medewerkers maken het mogelijk.  Men helpt ze werk te vinden, en te integreren. De kinderen gaan naar school, de volwassenen krijgen les in Spaans. Ze worden geholpen met hun legalisatiepapierwinkel etc...

Utrecht: Het heeft Hare Majesteit de Koningin behaagd onze nieuwe vice-voorzitter ds.mr. A.A.A.E.A. Voerman te benoemen tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Dit onder meer voor zijn vele verdiensten voor het Evangelie in Spanje, en daarmee voor de relaties tussen Nederland en Spanje. Dit jaar zal hij 45 jaar lid zijn van het bestuur.
Op zijn 50 jarig jubileum wilde HM. denkelijk niet wachten.

Madrid: er is een wetsvoorstel ingediend om de zigeuners als etnische minderheid te erkennen. Of het ook wordt aangenomen is een tweede: de Spanjaarden zijn niet zo dol op minderheden. En zeker niet op zigeuners. Onder hen zijn overigens velen lid van de kerk van Filadelfia, een protestantse kerk, die een sterk evangelisch/ charismatische inslag heeft.  Daarmee is de kans dat het ‘brave burgers’ zijn een stuk groter geworden, maar dit begrip is in de algemene sfeer nog niet zo doorgedrongen. Een programma voor integratie van deze bevolkingsgroep is ook weer van de plank gehaald.

Buenos Aires. In de Deense kerk daar is een Kierkegaard-bibliotheek ingericht, zodat de werken van deze grote protestantse denker ook in Argentinië ter beschikking van de mensen staan. Andere activiteiten volgen. TV-uitzendingen voor de Protestanten op TVE waren voorzien voor juni, maar worden nu uitgesteld, onder meer door tegenwerking van de TVE, naar juli. Deze wekelijkse uitzendingen van Buenas Noticias TV (Goed Nieuws TV) moeten oudere programma’s als Tiempo de Creer, (Tijd om te Geloven) dat onregelmatig en op ongunstige tijdstippen werd uitgezonden, vervangen. TVE werkt wel met enthousiasme mee aan de vele uitzendingen die de RKK betreffen, getuige de massieve aandacht die het recente bezoek van de paus aan Spanje kreeg. Allemaal zijn ze gelijk, verzuchtte Orwell, maar sommigen zijn gelijker dan anderen…

 

Kerkdiensten in Spanje en Portugal. Op verzoek plaatsen we nogmaals een bijgewerkte lijst met plaatsen waar U in Spanje en Portugal terecht kunt om een Spaanse / Portugese dienst mee te ma-ken. Neemt U wel even contact op, als dat mogelijk is, in verband met de tijden. Hoewel we in het Vademecum de adressen zoveel mogelijk hebben nagekeken, kunnen we niet garanderen dat alles correct is. Maar als U enig Spaans spreekt of begrijpt, zal men het fijn vinden U in de kerkdienst te ontmoeten.
SPANJE
:
Alicante      
           11:00 Iglesia Evangélica, Maestro Caballero 32 03009 ALICANTE. ( 96/5253 479
Almuñecar  winter 17:30  Av Costa del Sol 37 18690     ALMUÑECAR      Almuñecar           zomer  18:30
Badajoz      
           11 :00 Iglesia del Salvador, Muñoz Torrero 22 06001 BADAJOZ.      ( 924/ 250 291
Barcelona   
            11:00 Iglesia de San Pablo, Aragon 51, 08015 BARCELONA.              ( 93/2263880
                      
        11:00 Iglesia Ev. de Sants, Carreras Candi 60, 08028 Barcelona     (93/4551771
Barcelona   
        11:00 Església de Betlem, Nacio 24,      08026 BARCELONA.                ( 93/435 17 63
                   
          11:00 Iglesia de Pueblo Nuevo, Llull 161, 08005 BARCELONA.        ( 93/485 48 41
                            
11:00 Església de Barcelona Centre Tallers 26 08001 BARCELONA   (93/3189798
Bilbao         
         11:00 Iglesia Evangélica,    Juan de Garay 2    48003 BILBAO           ( 94/ 44 49 237
Cadiz          
         11:30 Igl. del Salvador, Gen. García Escámez 3” . 1010 CADIZ     ( 95/66 258 067
Capdepera           11:00 Iglesia Evangélica, San Pedro 3, 07580   CAPDEPERA (MALLORCA). ( 971563111
Cartagena   
         11:30 Iglesia de Cristo, Juan Fernandez 14 30204 CARTAGENA MURCIA ( 968508028
El Escorial  
        18:30 Iglesia El Escorial, Alfonso XII n° 9,          28180 EL ESCORIAL              (918901101
Es Castell   
         11:00 Igl. Evangélica. Carrer Gran 78, 07720 VILLACARLOS (MENORCA) ( 971362757
Granada    
           11:30 Igl. de San Pablo. Callejon del Pretorio 11  18008 GRANADA     (958/122306
Jaca          
             ‘s middags Iglesia Evangélica Bellido 9 22700 JACA             (974361547,  974363271
Jerez de la Frontera onreg. (19 u) Igl.de El SaIvador. Argüelles 11 1401 ( 956 882 711, 956 343 871
l'Hospitalet  
       11:00 Igl. Evangélica. Orient 28, 08904 L'HOSPITALET DE LLOBREGAT  (933339905
La Llagosta  
        11:00 Iglesia del Redentor. Pintor Picasso 3 sn   08120 LA LLAGOSTA ( 932682499
Los Rubios             10:00 Iglesia Evangélica. Camino viejo de Vélez 26 Los Rubios 2970 Rincón de la Victoria (Chilches)  (bij Málaga)                                                                    (95240 11 99)
Málaga       
           11:00 Iglesia Evangélica   Ollerías 31  29012 Málaga                     (95221 07 66
Madrid                  11:00 Iglesia de Cristo. Bravo MurilIo 85, 28003 MADRID.            (9152 17 360
                              11:00 Iglesia de Jesus. Calatrava 25,  28005 MADRID      (91365 68 15)
                              11:00 Iglesia del Salvador. Noviciado 5, 28015 MADRID    (9153 21 742   
                               11:00 Iglesia de la Resurrección. Butrón 20, 28022 MADRID.         (9157 03 572
Mahon   
                11:00 Iglesia Evangélica. Angel 20, 07703 MAHON (MENORCA)             ( 971354 631
Merida            
       11:00 Igl. del Espíritu Santo. Suárez Somonte 62 06800 MERIDA.     (924250 291
Miajadas               ‘s middags Iglesia Evangélica. Veguilla 22 10100 MIAJADAS (CACERES)  (924250291
Móstoles              
11:30 Iglesia de la Esperanza. Paséo de Goya no 19 post MOSTOLES (MADRID)  (916129328
Palma de Mallorca 11:00 Iglesia Evangélica C. de Barcelona 20, 07013 PALMA DE MALLORCA  (971731810
Puerto Real     
        11:30 Igl. Evangélica Véjer 2 sn (Villa Mari) 11510 PUERTO REAL (CADIZ)   (956831331
Réus                      
   11:00 Iglesia Evangélica. Vidal 9-11,  43201  REUS                                     (977344502
Rubí                      
    11:00 Igl Evangélica Descobridor Colom 6  08191 RUBI (BARCELONA) (936990319
San Fernando           11:30 Igl. El Buen Pastor. Pérez Galdós 43 11100  S.FERNANDO (CADIZ) (956882711
Santa Coloma          11: 00 Igl. Ev. Monturiol 32, 08923 S. COLOMA DE GRAMANET   (BARCELONA). (933851662
Santander       
          11 :00 Iglesia de Cristo. Gómez Orena 11 , 39003 SANTANDER.           (942211099
Sevilla            
          11:00 Igl. de la Santísima Trinidad. Conde Negro 9, 41006 SEVILLA (955793554
Torre del Mar 
         12:00 Edificio Ronda esc. 5G, 29740 TORRE DEL MAR (MÁLAGA)       (952544837
Valencia          
         11:00 Iglesia Evangélica. Goya 7  46008 VALENCIA                                   (962742605
Zaragoza               
    11:00 Igl. del Espíritu Santo. Mariano Supervía 52,  50006 ZARAGOZA (976/353568


Portugal:
Bebedouro         11 : 30 (in de buurt van Coimbra)
Ermida                                 11 : 30 (in de buurt van Mira)
Figueira da Foz                   15 : 00 Rua Dez de Agosto
Moura                                  11 : 00 (in de buurt van Mira)
Portomar                                              9 : 00 (in de buurt van Mira)
Rossio do Sul do Tejo       11 : 30 (bij Abrantes) Rua do Cavaco
Lissabon en omstreken:    11 : 00 Febo Moniz 17 - 19
                                               11 . 00 Tomas de Anunciaçao 56
                                               11 : 00 Calçaa da Ajuda 205 - 207
                                               11 : 00 Algès, Rua EduardoAugusto Pedrosa                              
                                             10 : 00 Setubal, Rua Camilo Castelo-Branco 8 Acores
                                             11 : 00 Sa Miguel, Ponta Delgada, Rua Madre de Deus Madeira Funchal  
                                            12 : 00 Rua do Conselheiro 47 

Nederlandse kerkdiensten in Spanje en Portugal Veel Nederlanders vestigen zich in Spanje en Portugal of brengen daar jaarlijks enkele maanden door. Voor deze residenten, overwinteraars en vakantiegangers worden er op verschillende plaatsen Nederlandse Interkerkelijke diensten georganiseerd, gesteund door de St. voor Evangelisch Pastoraat onder Nederlanders in Spanje en Portugal (IPNZE), secretariaat Francien van Pijkeren, Endepol 42, 7241 LG Lochem. Tel 0573 460555.  E-mailadres info@ipnze.nl of francienvanpijkeren@gmail.com
De meeste diensten in Spanje en Portugal van de bij de EPNSP aangesloten gemeentes hebben een zomerstop van mei tot september.  In Benidorm en Denia zijn er echter het gehele jaar door diensten. De meest recente gegevens kunt u altijd lezen op de website: www.ipnze.nl   onder de links Kerkdiensten Spanje en Kerkdiensten Portugal. U kunt ze goed uitprinten.
U zult daar eerder landgenoten ontmoeten dan Spanjaarden en Portugezen.

Kerkdiensten Portugal In Portugal worden kerkdiensten gehouden in de volgende plaatsen, alle georganiseerd door de Igreja Protestante Holandesa do Algarve.
Informatie in Nederland: 0512 510754 of 072 5164023 of 055 3662280
Informatie in Portugal: Jaap Hut 00351 282798713 of Cor Wagenaar 00351 282314427 (Nederlands gesproken)

Oura
(bij Albufeira) tussen 1 oktober en 30 april iedere zondagmorgen om 10.30 uur in de kapel bij appartementenhotel 'Paraiso' aan de parallelweg van de hoofdrijbaan in Albufeira, voorbij Modelo richting Praia da Oura.

Praia da Rocha
(bij Portimao) vanaf de 1e zondag in januari tot 1 april iedere
zondagmorgen om 10.30 uur in appartementencomplex Clube Praia da Rocha, aan de grote weg.

Armaçao de Péra
vanaf 1e zondag in januari tot 1 april iedere zondagmiddag om 17.00 uur in appartementenhotel 'Rosamar II'

Quarteira
vanaf 1e zondag in januari tot 1 april iedere zondagmiddag om 16.30 uur in restaurant "Seahorse" aan het eind van de boulevard.

Monte Gordo
, de St. Oec. Geloofsgemeenschap Monte Gordo houdt iedere zondagmorgen om 10.00 uur in de maanden januari ÷ maart een dienst in de nieuwe gemeentezaal Parish Hall, vlak achter de RK-kerk in het centrum van Monte Gordo. De Parish Hall is een benedenzaal van de witte flat met de roze balcons achter de RK-kerk. (Inf. in Ned.: Mevr.H.Raven, tel. 026 3118961)
In Spanje worden kerkdiensten gehouden in de volgende plaatsen:

Benidorm
(Costa Blanca), iedere zondagmorgen om 10.00 uur in "Het Anker", Calle Doctor Severo Ochoa 10 (naast BP-benzinestation).  Tel.: +34 96 680 9201 , pastorie +34 96 686 5977

Denia
(Costa Blanca), iedere zondagmorgen om 11.00 uur in "Evangelio  El Arca da Noé", Sanchis Guarner 9 (achter het kasteel, vlak bij de vissershaven).  Informatie: A.P.Gerth, tel.: +34 96 579 5152, pastorie + 34 96 578 5045

Fuengirola
(Costa del Sol), iedere zondagmorgen om 9.30 uur in  de Boulevardkerk, Skandinaviska Turistkyrken, Edif.Maria del Carmen, Paseo  Maritimo 77. Pastorie +34 95 258 3346

Torremolinos
(Costa del Sol), iedere zondagmorgen om 11.30 uur  in het Hollandhuis, Avenida de Montemar, hoek Calle al Andaluz (tegenover hotel Las Palomas). Pastorie +34 95 258 3346

Gran Canaria
, vanaf 1e kerstdag tot en met 1e paasdag iedere zondagmiddag om 16.30 uur in Templo Ecuménico in Playa del Inglés.  Informatie mevr. C.de Feyter, tel.: +34 92 876 3165
Bij alle diensten, die een interkerkelijk karakter hebben met een Nederlandse voorganger is iedereen van harte welkom. Na de diensten is er gelegenheid om elkaar nader te ontmoeten en gezamenlijk een kopje koffie te drinken.
Uit, goed voor U: Jaca. Hebt U wel eens gehoord van Jaca? Het is een lief stadje aan de Spaanse kant van de Pyreneeën, op 70 km van Huesca, dat weer halverwege Zaragoza en de grens ligt. Het ligt op een hoogte van 820 m en kent al sinds 1928 een zomer-universiteit. En dat met 14000 inwoners. Men kan er ook fantastisch wandelen, skiën en klimmen.  Dit alles zou voor ons niet zo belangrijk zijn, wanneer er, behalve de eerste Romaanse kathedraal in Spanje, gebouwd tussen 1040 en 1063, de Citadel, die onder Philips II is gebouwd, en de Casa Consistorial, uit de XVI eeuw, niet ook een bescheiden Protestantse kerk was, verbonden met het Hogar Salvador Ramírez. Deze kerk is ontstaan uit de Franse Zending van Hoog Aragon, die aanvankelijk werd gevoed door colporteurs vanuit Frankrijk; Salvador Ramírez opende in 1920 de kerk, en even later de school, die wel 175 leerlingen heeft gehad in de bloeitijd. Dit alles werd (natuurlijk) gesloten aan het begin van de burgeroorlog, al bleef de kerk ondergronds bestaan. De kerk is ook officieel heropend, maar de school niet meer. Daar is nu ruimte voor een conferentieoord, met 15 kamers, waarvan sommige voor 4 personen, op de 1e en 2e verdieping. Op de begane vloer is de kapel, een grote keuken, (foto rechts) een eetzaal en een patio. Allerlei activiteiten zijn er mogelijk, terwijl in de omtrek ook verschillende interessante plaatsen te bezoeken zijn. Aangezien Jaca ook ligt op het Sint-Jacobspad, de weg naar Santiago de
Compostela, zijn er interessante ontmoetingen mogelijk. Natuurlijk zijn de douches, toiletten, kamers en keuken niet luxe te noemen naar onze maatstaven, maar ze zijn voldoende voor mensen die geen drie-sterren hotel zoeken, maar een eenvoudig onderdak voor een groep, of zelfs voor privé-personen.
Wellicht iets voor U?
Of voor een (jeugd)groep van de kerk?
De I.E.E. wil het huis wat meer onder de aandacht brengen, en daar doen we graag aan mee.

Enkele gegevens: Hogar Salvador Ramírez, calle Del Arco no. 1 22700 Jaca (Huesca) +34-974-36-15-47
Prijs per persoon per dag (2003): mei - october: 8 euro.
November - april: 9 euro. Grote groepen: 8,5 euro.

We zijn er zelf geweest, en het is een indrukwekkende omgeving wat natuurschoon betreft. Voor de ouderen is het vele dalen en stijgen wellicht een bezwaar. Maar dat heb je, wanneer je tegen de bergen aan zit.

De administrateur is Onésimo Bartlomé, die woont aan de calle Ferrenal no 25 3o 22700 Jaca tel +34-974-36-15-47.
Ik herinner me niet of hij nog iets anders spreekt dan Spaans en wellicht Frans.  GVvH


 In Memoriam Godert Baron van Lijnden
Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen.
De naam des Heren zij geloofd.
 

Op 12 januari 2002 heeft de Heer Thuis gehaald Zijn geliefde kind

Mr. Godert Alexander Frederik Baron van Lijnden.

weduwnaar van A.M.C. van den Bosch
eerder weduwnaar van E.D.E. Barones Sloet van Marxveld

Oud-burgemeester van de gemeenten Elburg en Valburg
Ridder in de Orde van Oranje Nassau
Rechtsridder der Johannieter Orde

Hij was lid van de Vereniging Het Evangelie in Spanje, en was met zijn echtgenote mevrouw A.M.C. van Lijnden – van den Bosch, die jaren lang lid was van ons bestuur, een enthousiast liefhebber van Spanje, en de Protestanten daar. Beiden waren actief en stonden open voor contacten met velerlei mensen.
Na het overlijden van zijn lieve vrouw op 7 juli 1998, viel het leven hem zwaar.
De laatste jaren werd zijn gezondheid meer en meer aangetast, en hoewel hij op het punt stond zijn zelfstandigheid te verruilen voor een plek in een verzorgingshuis, heeft hij dat net niet meer hoeven mee te maken. De Heer heeft hem bij Zich thuis genodigd.
In hem verliezen we een trouw en intelligent vriend, die ons nog tijdens de aanloop naar de omzetting van de Vereniging in een Stichting van advies diende.
Ook voor de vele vrienden in Spanje, en allerlei andere landen, is zijn overlijden een groot verlies. Dan blijft de herinnering, en in het licht van Pasen de zekerheid dat Godzelf de troost wil zijn voor allen die hem dierbaar waren.

Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen.
De Naam des Heren zij geloofd. 

In memoriam Jonkheer Maurits Jacob van Lennep
23 mei 1921 – 13 maart 2002
Al weer ruim een jaar geleden, maar nog vers in onze herinnering, ontviel ons tot onze droefheid onze zeer gewaardeerde vice-voorzitter; te plotseling voor ons gevoel. In feite echter hadden de voortekenen niet ontbroken, maar wie wil er in zulke omstandigheden nu niet telkens weer het beste van blijven hopen? Hemzelf zal de ernst van de toestand niet ontgaan zijn. Hij had zich een grondige medische kennis van zijn ziekteproces eigen gemaakt.

Met zijn verscheiden kwam er een einde aan een jarenlange persoonlijke betrokkenheid bij de voortgang van het Evangelie in Spanje en bij onze gelijknamige Stichting. Het was een zaak, die zijn hart had en waarmee hij gedurende de 21 jaar waarin hij lid van ons bestuur was, tevens in een familietraditie stond, die terugreikt tot de hernieuwde opkomst van het Protestantisme in Spanje, in het laatste kwart van de 19de eeuw. De vervolging van Protestanten aldaar gaf overal in Midden-Europa aanleiding tot het ontstaan van nationale comités tot ondersteuning van de in nood verkerende geloofsgenoten. Freule Constance van Loon, een verwante van de Van Lenneps, speelde een belangrijke rol bij de oprichting van de Nederlandse Vereniging Het Evangelie in Spanje. Nog geen half jaar voor zijn overlijden ontving jhr. Van Lennep uit handen van de bisschop van de I.E.R.E., Don Carlos López Lozano, een medaille als tastbaar blijk van de waardering, die in Spaanse Protestantse kring voor deze betrokkenheid nog altijd voortleeft.

Onze vice-voorzitter vertegenwoordigde in ons midden ook de Evangelisch Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden. Die band wordt met zijn heengaan uiteraard niet verbroken, maar toch zal het zoeken naar een opvolger wel enige tijd in beslag nemen.

Tijdens de uitvaartdienst op de Algemene Begraafplaats, aan de Kerkhoflaan in Den Haag, memoreerde de familie dat papier vanouds in het leven van de overledene een dominante rol gespeeld had. Dat was ook wel te verwachten bij iemand, die van beroep archivaris was. Hoeveel ruimte al die papieren op den duur ook in zijn eigen huis in beslag namen, niets mocht weggegooid worden. Wij zullen zijn wakend oog over onze eigen archiefstukken die hij in beheer had nog wel missen.

Als nakomeling van bankiers mankeerde het hem niet aan inzicht in financiële zaken. Hij was in ons bestuur natuurlijk niet de enige in dat opzicht. Maar twee zien nu eenmaal meer dan één.

Ten slotte betreuren wij het, dat met zijn verscheiden ons iemand ontvallen is, die met zijn eenvoud, bescheidenheid, en voorname vriendelijkheid wezenlijk bijdroeg tot de aangename sfeer in onze bestuurlijke samenwerking.
Niets verhindert ons evenwel een voorbeeld aan hem te blijven nemen.
Wij gedenken hem in genegenheid en dankbaarheid. Moge hij in vrede rusten.

Antonio Machado Cantares – 1913 
Gedichten – 1913 Señor, me cansa la vida,                    Heer, het leven hangt me tengo la garganta ronca                     de keel uit, die is rauw de gritar sobre los mares,                 van het schreeuwen over de zeeën. la voz de mar me asorda.                   De zee overstemt mij, verstomt mij. Señor, me dejaste solo,                    O Heer, U liet me alleen, solo, con el mar a solas.                   met de zee in mijn eentje. Alleen.
O tú y yo jugando estamos              
Ofwel, mijn Heer, zijn U en ik al escondite, Señor,                           verstoppertje aan ’t spelen, o la voz con que te llamo                  ofwel de stem waarmee ‘k U roep es tu voz.                                            is die van U.
Por todas partes te busco,               
Allerwegen zoek ik U, sin encontrarte jamás.                       zonder U ooit te ontmoeten. Y en todas partes te encuentro         En allerwegen vind ik U, sólo por irte a buscar.                       gewoon: door U te gaan zoeken.
                                                                                               Vert.: GVvH

http://jaserrano.com/Machado/ biedt een goed overzicht over zijn leven en werken


[1] Dit stuk is voor een deel een bewerking van een bijdrage van Ds. Carlos Capó aan l’Étoile du Matin nr 307 feb 2003.  U ziet hem op blz 8 in zijn kerk in Rubí op de preekstoel staan. Voor een ander deel vallen we terug op een verslag van Dr. Hans Snoek en mevr. Kathleen Ferrier.

[2] Uiteindelijk is de predikant opgestapt na een stemming die zijn instemming niet had,  en vervangen door een ander. Zie blz. 15 en 33

[3] http://www.newadvent.org/cathen/03376a.htm geeft een uitgebreid overzicht van het leven van Carranza.
Over Fray Luís de Léon is vrij veel te vinden. Dat is nogal divers.

[4]  Met zijn 7 km2 en ruim 125.000 inwoners is deze wijk een van ’s werelds dichtstbevolkte, samen met Tokio.

[5] Mozes