Colofon:
Het Berichtenblad is een uitgave van het bestuur van de Nederlandse
Stichting ‘Het Evangelie in Spanje’ die
beoogt de zaak van het Evangelie in Spanje - in nauw overleg met de Spaanse
Evangelische kerken zelf -vanuit de wijde kring der Nederlandse Protestantse
kerken naar beste krachten te bevorderen.
Eindredactie: G.A. Voerman - van Haselen
Geertebolwerk 25 3511
XA Utrecht
info@evangelie-in-spanje.nl
website: www.evangelie-in-spanje.nl
MEDEDELINGEN VAN DE ADMINISTRATIE
Vriendelijk verzoeken wij u adreswijzigingen door te geven aan:
Geertebolwerk 25, 3511 XA Utrecht.
Voor uw medewerking zeggen wij u hartelijk dank.
BIJDRAGEN
Bijdragen voor ons werk zien wij graag tegemoet op bankrekening NL58 ABNA 0456774068 of op NL46 INGB 0000315800, beide ten
name van ‘Het Evangelie in Spanje’ te Zeist.
Inhoud
Spanje negeert het Lutherjaar.
Spanje en de Hervorming in de XVI eeuw.
Ds. Alfredo Abad Heras voorzitter van de IEE
Zonder Jezus Christus als centrum, en zonder het geloof, is
de Schrift gewoon een boek als ieder ander. (Uit de geloofsbelijdenis van de
I.E.E.)
De Iglesia Evangélica Española
vierde van 12 tot 15 october 2017 in Barcelona de LXXVII Synode. Een belangrijke
leidraad was de viering van de 500 jaar Protestantse Hervorming. En het thema
was dan ook: “Semper reformanda”.
(De Kerk moet altijd weer
Her-vormd worden.)
Een groot deel van de aanwezigen bij de 77ste Synode
De openingsdienst vond
plaats in de kerk van Barcelona-Centrum, die uitpuilde. De liturgie draaide om
de ‘vijf sola’s” van de Reformatie, (alleen door geloof, genade,
Schrift en Christus, alleen God zij eer) en werd opgeluisterd door het
gezamenlijke koor van de ontvangende kerk en van die in Rubí.
Ds. Marta López, voorzitster van
de classis Catalonië, en Dr. Joam Botam verzorgden de dienst. Daarin gaven ook
acte de présence: de heer Enric Vendrell, Directeur Godsdienstzaken van de regionale
regering van Catalonië, en mevrouw Cristina Monteys Homar, van de afdeling
Godsdienstzaken van de gemeenteraad van de stad Barcelona. Beiden
begroetten de Synode, en wensten de deelnemers een goede tijd toe.
De zittingen van de Synode vonden plaats in
Dat is een gegoede buitenwijk van Barcelona, waar het
prettig toeven is.
De belangrijkste lezing werd gehouden door de protestantse
theoloog en predikant Leopoldo Cervantes-Ortíz, voor de gelegenheid over uit Mexico.
De titel van zijn lezing was: Kritische
en zelfkritische geschriften van de Reformatie. Daarin toonde hij aan, dat
de ontwikkeling van het Protestantisme in Latijns-Amerika en in Spanje
vergelijkbaar verloopt, en dat er overeenkomsten en parallelle uitdagingen voor
deze tijden te zien zijn voor wie er met een brede historisch-theologische blik
naar kijkt.
De sessies verliepen in een warme
en vriendschappelijke sfeer.
Een belangrijk moment van de Synode is een verklaring voor de rechten van het kind die werd aangenomen: een oproep om hen te beschermen tegen geweld, uitbuiting en seksueel misbruik. Tienduizenden kinderen in heel de wereld zijn daarvan het slachtoffer. Hun aantal blijft groeien.
Tijdens deze Synode werden, zoals bij de vorige Synode
van Madrid bepaald, opnieuw de leden van de Comisión Permanente gekozen
in hun functies.
De samenstelling van de nieuwe CP is:
Voorzitter: Ds. Alfredo Abad;
Vice-voorzitster: Ds. Marta López;
Secretaris 1: Dr. Israel Flores;
Secretaris 2: Mevr. Dámaris Ruiz;
Penningmeester:
Mevr. Ruth Camacho;
Assessor 1. Ds.
David Manzanas; en
Assessor 2.
Ds. Mariano Arellano.
De Synode sprak grote waardering uit voor het vele werk dat Don Joel Cortés verzette in zijn inzet en zijn dienst voor de kerk gedurende 38 jaar als lid van de Comisión Permanente, waarvan de laatste 16 jaar als voorzitter.
(Van ons bestuur ontving hij tot
zijn verrassing later bloemen!)
Ook werd erkenning en dank geuit voor de andere aftredende
leden van de CP, met name: David Casals, Ds. Ricardo Moralega en Ds. José
Manuel Mochón. De laatste mag terugzien op een lange loopbaan van wel 28 jaar
als lid van de CP. Hij was een harde werker!
De slotdienst werd in de Protestantse kerk van Betel-Sant Pau gehouden. De aftredende voorzitter van de CP, Don Joel Cortés, preekte emotioneel en diepzinnig over psalm 23, waarbij hij de Synode op het hart drukte de Heer te blijven zien als onze leidsman en Herder.
De afsluiting van de Synode
verzorgde de nieuwe voorzitter, ds. Abad.
Hij dankte allen die zich hadden
ingezet om de Synode mogelijk te maken, en moedigde de I.E.E. aan trouw te
blijven aan haar opdracht.
Intussen heeft hij na
een motie van wantrouwen de politiek verlaten.
De geforceerde
verkiezingen van 22 december heeft een nipte overwinning opgeleverd voor de
voorstanders van de afscheiding, maar de voormannen zitten in de gevangenis of
zijn in ballingschap.
De centrale regering in
Madrid deed er alles aan om hen te veroordelen.
De toekomst is zeer
ongewis. Hoe de nieuwe regering van Pedro Sánchez al reageren, moeten we nog
zien. Voorlopig zijn er alleen verliezers!
De I.E.E. heeft een wijs
stuk het licht doen zien, dat oproept tot dialoog, en dat alle geweld
veroordeelt.
Met zorg vragen we ons af hoe de verhouding van de E.E.C. tot de I.E.E. zal zijn bij een eventuele afscheiding. De E.E.C. staat voor Protestantse Kerk van Catalonië, op dezelfde manier als de I.E.E. staat voor Protestantse Kerk van Spanje. Tot nu toe was de samenwerking hartelijk: één kerk, op verschillende grondgebieden. Wij mogen wel bidden om wijsheid.
De Protestanten klagen
over het feit dat de religieuze ‘overgang’ <d.w.z. de overgang van het
Franco-régime naar de democratie> nog steeds niet is voltooid. De Grondwet
van 1978 zegt in artikel 16.3 wel dat geen enkele confessie een staatskarakter
zal hebben, maar bij elke ramp waarbij een ‘staatsbegrafenis’ plaatsvind, of
iets van dien aard, wordt een dienst gehouden in een RK kerk, met bijbehorende
hoge prelaten, en met geen of nauwelijks enige inbreng van anderen. Het betreft
toch enige miljoenen gelovigen, maar hun enige reactie is – zonder bitterheid
– klagen bij de betreffende regering. Antwoord krijgen ze nooit.
De voorzitter van de
FEREDE verklaarde: van de laatste 500 jaar hebben er maar 50 jaar
godsdienstvrijheid gekend. We willen dat getal veranderen en bouwen aan een
nieuwe fase met meer begrip, tolerantie en harmonie.
De Spaanse Staat voerde
500 jaar geleden het gevecht tegen Luther aan en loopt nu helemaal achter bij de
herdenking van de vijf eeuwen Hervorming, terwijl zelfs Paus Franciscus aanwezig
was bij de opening van dit herdenkingsjaar, afgelopen voorjaar in Zweden. Men
heeft de regering verzocht deze 31ste october tot een feestdag te
verklaren, maar er kwam geen antwoord. Geen vrije dag dus. Zelfs geen postzegel,
integendeel!
Wat
er wél kwam, is een postzegel voor Kardinaal Cisneros, de oprichter van de
Inquisitie. Dat lijkt een bewuste belediging, en zo is het ook opgevat, maar het
artikel over Luther en Spanje, iets verder in dit blad, zal daar een nuance in
mogen aanbrengen.
De ten onrechte zo
genoemde staatsbegrafenissen zijn slechts een voorbeeld van de
religieuze disbalans in een land waar het aantal practiserend katholieke
gelovigen vermindert en dat van andere confessies groeit, aldus een onderzoek
van het centrum voor sociologisch onderzoek (CIS). In Spanje zijn er 23.000
katholieke kerken, 3.800 Protestantse, 1.500 gebedshuizen voor moslims, 33 voor
Joden en nog driehonderd voor weer andere religies, maar de religieuze praktijk,
volgens het CIS.
Men ziet een gestage
afname van het katholieke geloof (67,9% van de Spanjaarden beweert te katholiek
zijn, maar slechts 16,9% gaat ten minste eenmaal per maand naar de mis.)
Hetzelfde onderzoek geeft aan dat er 500.000 evangelische christenen regelmatig
in hun gebedshuizen samenkomen, en nog een miljoen protestanten beschikt niet
over een gebouw; er zijn 1,5 miljard moslims en 27,5 procent van de Spanjaarden
noemt zich agnost of atheïst.
Het aantal Protestantse gelovigen groeit in Catalonië, Madrid en Andalusië, schreef El País bijna een jaar geleden. Die trent zet zich door.
De vervolging in de Franco-tijd heeft diepe
wonden geslagen.
Zowel de V.S. als het
mandaat van het Tweede Vaticaans Concilie drongen er destijds bij Franco op aan
enkele niet-katholieke kerken toe te staan, en de vervolgingen te matigen… dat
had weinig resultaat.
Er bestaat een anekdote
uit de herfst van 1958.
Twee senatoren en een
hoge militair uit de VS benaderden het Pardo-paleis in Madrid, waar Franco
zetelde, om hem te peilen over zijn bedoelingen, vóór het bezoek van de
President van de Verenigde Staten, generaal Dwight D. Eisenhower aan Spanje. Hoe
zou hij worden ontvangen, met welke bedoelingen?
Franco, euforisch,
belooft vooraan te staan in de strijd tegen het communisme in Europa. Hij wil
zichzelf opwerpen als ‘geestelijke reserve’ van het Westen, kondigt de
vernietiging van de vrijmetselarij aan. Een van de Senatoren waarschuwt hem:
"Mijnheer, President Eisenhower is Protestants, ik ben Vrijmetselaar en
mijn collega in de Senaat is Joods. Alle drie zouden wij in de gevangenis
belanden in dit land". Franco zweeg.
Weken later, gaf hij het
bevel dat er een Protestantse kerk in Madrid zou worden geopend, en een
andere in Barcelona. Het bestuur van de Spaanse
bisschoppenconferentie, stuurde toen hun bewonderde leider een ernstige
verklaring van protest toe!
Twee jaar daarvoor, in
1956, hadden de Protestantse kerken in het geheim al een ‘Comisión de Defensa’
opgericht, een comité ter verdediging, om gevangen predikanten en gelovigen te
steunen. Wettelijke erkenning moest wachten tot 1967, en dat nog door druk van
het buitenland en van het Vaticaan op de dictator. In dat jaar wordt een
voorzichtige wet op de vrijheid van godsdienst goedgekeurd. De eerste niet-R.K.
gemeente die een wettige status kreeg was de Presbyteriaanse kerk van Barcelona
(9 mei 1968), en de tweede, op 17 juni, de Baha'i-gemeenschap.
Een jaar later waren er al 105 gemeenten ingeschreven, bijna allemaal
Protestanten, maar ook wat Orthodoxen, Mormonen, Moslims en Joden. Eind 1967
waren er 1600 Protestantse gemeenten geregistreerd, en 10 jaar later meer dan
2600. Nu zijn het er + 4000!
In 1992 kwam er een
samenwerkingsaccoord tot stand tussen de Staat en de FEREDE als tussenpersoon.
Daaronder vallen ook de 264 diaconale NGO’s, die een vijfde vormen van het
totale NGO’s in Spanje.
De bekende George Borrow
werd in 1838 in Madrid in de gevangenis gegooid vanwege de verkoop van de Bijbel
in het Spaans, en ds. Juan Antonio Monroy, die in 1999 de FEREDE leidde, zette
men ooit een pistool op het hoofd omdat hij als dienstplichtig soldaat weigerde
te knielen voor de vlag, tijdens een mis die hij verplicht was bij te wonen.
‘Op je knieën, Monroy, of we vermoorden je,’ schreeuwde de Sergeant.
De
overgang naar de democratie maakte dan wel een einde aan deze gruweldaden, maar
er is nog een lange weg te gaan voordat men in Spanje echt kan spreken van
godsdienstvrijheid zoals de Grondwet garandeert.
Onmiskenbaar is nog
steeds de RK-hegemonie in allerlei maatschappelijke verbanden. Vaak weet het
personeel op het stadhuis niet eens dat Protestanten echt burgerlijk kunnen
kunnen trouwen en hoe dat moet!
Duitsland
en andere Europese landen werden helemaal op de kop gezet door de beweging van
Maarten Luther. En Spanje? Zelfs nu leeft in Spanje nog de gedachte dat dit land
niet werd geraakt door de rebellie van een Augustijner monnik die men een alles verpestende ketterij noemt.
Sinds de
XVI eeuw werd er volgehouden dat Spanje niet besmet was met de ideeën van
Luther. Volgens Bartholomé de las Casas werden Duitsland en Engeland het
slachtoffer van de leugens van Luther, toen ze het katholieke geloof verlieten.
Volgens de eerste bisschop van Chiapas werden ze Protestant en besmet met
verderfelijke ketterijen en gevaarlijke fouten, en alleen Spanje, en zijn
bezittingen in de Nieuwe Wereld (Z-Amerika) zijn onbevlekt. Daarnaast vroeg
broeder Bartolomé in 1535 keizer Karel V de komst van Duitsers naar de Nieuwe
Wereld niet toe te staan, omdat ze toch alleen maar vernietigen, stelen en
doden.
Voor hem stonden de ketters gelijk aan ‘het wilde beest’ Luther.
De Spaanse
kroon en de afgevaardigden naar de Nieuwe Wereld zagen in de onderwerping van de
inboorlingen en hun cultuur een teken van de voorzienigheid. Ze bedachten dat
deze verovering wel een goddelijke genoegdoening moest zijn voor de
verliezen die de Christenheid had geleden door de ketterse verdorvenheid van
Luther in Europa.
Daar komt
het in Spanje bekende beeld vandaan van de 12 Franciscaanse Apostelen, die vanaf
1524, onder aanvoering van Martín de Valencia, de taak op zich nemen om de
inboorlingen te bekeren, als een perfect tegengif voor de ketterij dat het
cement van Europa’s katholiciteit wegvrat. Kortom: de mantel van Christus die een ketterse Maarten scheurde,
wordt door een andere, katholieke en heilige, Maarten hersteld.
De
laatste twee decennia is een aspect van geschiedkundig onderzoek erg vruchtbaar
gebleken: het reconstrueren van protestantse religieuze scheuringen op Spaans
grondgebied in de XVI eeuw. Daarmee is een nieuw beeld geschapen van het Spaanse
religieuze panorama van die tijd.
In Spanje
zijn er in het laatste derde deel van de XV eeuw al voorlopers van de Hervorming
in Spanje, zoals de ‘ketters’ van Durango, met name Pedro
de Osma, docent in de theologie aan de universiteit van Salamanca.
Hij was volgens Menéndez y Pelayo de eerste Spaanse protestant, een verloren
gegane stem van de volgers van Wickliff en de Hussieten. De ideeën van Osma
werden opgepakt door de ‘Verlichting’ van de XVI eeuw.
De ‘overblijvers’ (dejados) daarvan, vormden de voorlopers van de
Spaanse Hervorming.
Pedro
Ruíz de Alcaraz, een van de ‘verlichten’ aan het begin van de XVI eeuw,
had sinds 1523 onder zijn leerlingen Juan
de Valdés! Drie jaar later vestigt Valdés zich in Alcalá, waar hij
hulp krijgt van de Erasmus-kring aan de Complutense Universiteit. In 1529
publiceert hij de Dialoog over de Christelijke Leer, waarin de vertaling is
opgenomen van de Bergrede. Die vertaling maakt hij vanuit het Grieks, en niet
vanuit de Vulgaat, die Hieronimus eind 4e eeuw maakte. Hij baseerde zich op de
Griekse tekst van Erasmus van het Nieuwe Testament uit 1527. Zo was hij de
eerste Spanjaard die gebruik maakte van de heropleving van het Grieks.
Toen de Dialoog
werd gepubliceerd in 1529, waren de censoren er positief over. Maar in 1531,
toen de schrijver beschuldigd werd van ketterij, besloot hij Spanje te verlaten
en naar Italië te gaan. Het feit dat de Dialoog nauw aansluit bij stellingen
van Luther berust op het feit dat de Valdés een aantal geschriften van de
Hervormer in het Spaans kende.
Een
zorgvuldig onderzoek van Carlos Gilly documenteert dat de ideeën van Luther op
de achtergrond van het werk te vinden zijn, en niet zichtbaar voor lezers zonder
meer kennis. De Spaanse uitgever had er geen idee van dat hij in feite een
vertaling drukt van Luthers geschriften.
Men heeft
altijd gedacht dat de nadruk die in het werk op Erasmus gelegd werd, een
omweg van de schrijver was om de autoriteiten van de censuur om de weg te leiden
wat betreft de ware bronnen van het boek.
Mogelijk waren sommige vertalingen die Juan de Valdés maakte een min of meer
vrije bewerking van verschillende geschriften van de Duitse theoloog. Misschien
legde hij ook wel de hand op werken van Ecolampadio, een Hervormer in Bazel, en
van Felippus Melanchton, Luthers naaste medewerker in Wittenberg.
Clandestien
ontstonden er in verschillende delen van het Spaanse territorium Protestantse
kernen.
Het meest uitgesproken waren die in Valladolid en Sevilla. Ze werden door de
Inquisitie ontdekt en gruwelijk vervolgd.
18
april 2018. Eindelijk eens goed nieuws! De Hoge Raad heeft de weduwe van
een predikant der IEE, die nooit sociale lasten heeft kunnen betalen, een
pensioen toegekend. Dat is even hoog als het pensioen van een geëmeriteerde
priester.
De
betreffende predikant stierf in april 2011. Van 1958 tot 1990 heeft hij gewerkt
zonder pensioen op te bouwen. Pas ná 1999 konden predikanten zich inschrijven
bij de Sociale Zekerheid, 22 jaar later dan priesters.
In 2013
had de weduwe een pensioen aangevraagd, maar Sociale Zaken had ‘nee’ gezegd.
De rechter in Barcelona echter, kende haar een pensioen toe van 275,66 euro p.mnd.
met ingang van augustus 2013, omdat ‘de fundamentele rechten op gelijke
behandeling’ waren geschonden, en omdat er sprake was van discriminatie, en
schending van de godsdienstvrijheid. De Staat ging in beroep, maar kreeg de kous
op de kop!!!
De FEREDE
hoopt dat de nieuwe regering, de oude was bezig met een wetsvoorstel,
deze uitspraak zal incalculeren, en met een definitieve oplossing zal komen voor
het justitieel wanbeleid in dit opzicht.
In het
kader van het aloude ambtenarenvermaak Protestanten Pesten heeft de gemeente
Madrid in 2012 de niet-RK kerken gelijk gesteld aan discotheken e.d. oorden van
vermaak en openbare spektakels. Daardoor werden ze verplicht een maximale
geluidsisolatie aan te brengen, en dat is een uiterst kostbare en soms
onmogelijke aangelegenheid. Ook het kerkje van de Resurrección, de
Opstandingskerk in de calle Butrón werd door deze maatregel getroffen, en heeft
zich terecht tegen deze eis verzet. Ze hebben een klein orgeltje, en geen van de
buren heeft er last van. Maar néé, het stadsbestuur was voor geen rede
vatbaar. Ook niet toen afgevaardigden van de IEE en de FEREDE zich bij hen
vervoegden.
Het
argument dat de eis disproportioneel was, vond geen gehoor.
Dàn maar
naar de rechter!!! Deze heeft op 25-4-2018 uitspraak gedaan.
Een
dergelijke maatregel zou een gemeentebestuur nooit in het algemeen mogen
opleggen, hoogstens in een incidenteel geval, na nauwkeurig onderzoek, waarbij
de overtreding tegen de normale geluidsnormen waren vastgelegd en bewezen.
Een zucht
van verlichting ging door tal van kerken in Madrid. Maar er zijn nog meer
plaatsen waar dergelijke plagerijen spelen. Wij schreven al eens over de eis dat
er aparte toiletten moesten komen voor mannen, vrouwen en invaliden, in een
kerkje waar de gemiddelde bezetting 10-12 personen is. Moge deze uitspraak
gunstige jurisprudentie vormen!
De prijzen
voor electriciteit, en in iets mindere mate voor gas, zijn de laatste jaren
gigantisch gestegen, tot bijna 25%. Juist in de koude-periode kwam er een grote
prijsstijging, die voor velen niet meer op te brengen is. Een gemiddeld pensioen
is zo’n 860 € per maand netto, en velen moeten het met veel minder doen.
Geen wonder dat de armsten grote nood leden! De inflatie was 3%, dus de
koopkracht was al minder. Daarbij kwam een prijsverhoging voor veel groenten en
fruit van 17%.
Gemiddeld gingen de prijzen het afgelopen jaar met 1,9% omhoog, en de bruto pensioenen stegen met... 0,25%, dat is 2 euro per maand.
In
het begin van de 16e eeuw bloeit het concept Europa met name op in
Spanje, Italië en Noord-Frankrijk. Het is de tijd van Karel V (1500-1558). Hij
beheerste naast Midden-Europa en Spanje uiteindelijk ook een groot deel van
Italië. In 1492 heeft Columbus Amerika ontdekt, zodat ook een heel stuk
Zuid-Amerika binnen dit machtsblok viel.
Toch
moeten we verder teruggaan in de tijd om iets meer te begrijpen van wat er
gaande was.
In
de Middeleeuwen was een scheiding van Kerk en Staat hier in het
Westen volkomen onbegrijpelijk. In Byzantium beschouwde men het in de
kerk als een probleem dat de keizer er alles te zeggen had, maar in het Westen
niet. De paus in Rome troont ‘boven de stoel van Petrus’, dat
betekent dat hij de zgn. vloek van Petrus kan uitspreken, (Joh
20:23)
en die is in de M.E. erg belangrijk!
Daarmee kon hij zelfs keizers in de ban doen, en dus uit de kerk en de
samenleving verwijderen.
Ja, men geloofde dat hij op Bijbelse gronden mensen, die in de ban waren gedaan,
het eeuwig leven kon ontzeggen! Een geducht wapen!
Verder
terug in de geschiedenis van Spanje:
Van
ongeveer 800-1492 speelt zich daar de ‘Reconquista’ af, de herovering van
het midden en later het Zuiden van Spanje op de Moren.
Die
hadden vanaf 711 Spanje vanuit het Zuiden veroverd, en pas in 722 werd hen bij
Covadonga (ongeveer 10 km van de kust van N. Spanje, +50 km rechts van
Oviedo) een halt toegeroepen.
Er
bestaan idyllische verhalen over het vreedzaam samenleven van Moslims,
Christenen en Joden onder deze overheersing, maar laten we ons niet vergissen:
Christenen en Joden werden getolereerd, maar niet meer dan dat. Ze betaalden
letterlijk en figuurlijk een hoge prijs voor hun weigering zich tot de Islam te
bekeren.
Rond
790 was alleen het Noorden van het latere Spanje vrij van Moren.
En het bestond, net als de rest van dat deel van de wereld, uit een lappendeken
van kleine koninkrijkjes.
Vanuit
het Noorden worden de Moren in de loop der tijd dan steeds meer
teruggedreven. De
Herovering – Reconquista -
genoemd.
Het
volgende plaatje toont de politieke situatie rond 1270 in Aragon (groen), en
Castilië (in het rood) en de latere ontwikkeling.
Een
belangrijk moment in de geschiedenis van het latere Spanje is het huwelijk van Isabella
van Castilië en Léon met Ferdinand van Aragón
in 1469, waardoor de centrale krachten in Noord- en Midden-Spanje elkaar
niet meer bestreden, maar samenwerkten,
en een begin maakten met de verovering van
heel Spanje.
Een
belangrijk staatkundig feit 30 jaar daarna is de val van Granada in 1492
waarbij de Moren definitief verslagen werden.
(Overhandiging
van de sleutels van Granada aan los Reyes)
Dat
werkt door tot op de dag van vandaag in het streven van o.a. de Basken en de
Catalanen naar onafhankelijkheid.
Door
het huwelijk van Isabella en Ferdinand ontstaat er een conglomeraat van landen,
en zij proberen ook de rest van Spanje daarbij te betrekken, voor een deel door
diplomatie, voor een deel door veroveringen. Zij
stonden bekend als Los Reyes católicos. Ferdinand
II
v
Aragon (1452-1516) en Isabella I v Castilië (1451-1504)
Het
enige politieke bindmiddel dat zij kunnen bedenken is: de kerk. De
gemeenschappelijke vijand waren de Moren, Santiago de Morendoder is hun grote
held, en de kerk moet nu eenheid brengen.
Dat
betekent overigens ook dat Joden en Moren nu gedwongen worden bekeerd. Of het
land uitmoeten, voor zover ze niet worden veroordeeld om allerlei oneigenlijke
redenen, zodat hun bezittingen aan de staat vervallen. Deze vervolging van m.n.
de Joden wordt in die tijd in heel West-Europa door vele regeringen
gepropageerd, en doordrenkt langzamerhand heel de Europese cultuur.
‘Iedereen’ vindt het gewoon. (Daarmee ook straks Maarten Luther.) Zie o.a.
het einde van het eerste boek van Schrama over de Joden. (Zeer lezenswaardig!!!)
Kardinaal
Ximénez de Cisneros.
Een
van de belangrijkste figuren in de Spaanse geschiedenis van die tijd is Kardinaal Ximénez. (Francisco
Jiménez de Cisneros, tijdens zijn leven bekend als Ximénez de Cisneros O.F.M.
(1436 – 1517). Hij
was een Spaans kardinaal en staatsman. (De spelling van de naam varieert!)
Kardinaal
Cisneros' carrière viel samen met de roerige periode in de geschiedenis van
Spanje van het koningschap van Los Reyes, toen het land een reeks
hervormingen onderging. Na deze periode speelde Spanje (1500-1700) - mede
dankzij Cisneros' inzet - in internationaal politiek opzicht een belangrijke
rol. Niets wees er bij zijn geboorte op dat hij een belangrijke factor in de
Europese Hervorming zou worden.
Gonzalo
Jiménez de Cisneros werd in 1436 geboren uit een arme familie in Castilië,
maar studeerde desondanks Theologie
in Alcalá de Henares en in Salamanca.
In
1459 reisde hij af naar Rome om daar te gaan werken.
Hij
keerde in 1465 naar Spanje terug met een brief van de paus die hem het recht gaf
op een belangrijke aanstelling binnen de kerk in Spanje, maar de aartsbisschop
van Toledo gunde hem die niet, en zodoende zat hij 6 jaar in de gevangenis.
Daarna
leek hij op weg naar een succesvolle carrière binnen de clerus, totdat hij in 1484
als achtenveertigjarige besloot om toe te treden tot de Franciscaner orde. Hij
gaf al zijn wereldlijke eigendommen op, en veranderde zijn doopnaam van Gonzalo
in Francisco.
Hij bleef voor de rest van zijn leven, zelfs op het hoogtepunt van zijn macht, in zijn privébestaan ronduit ascetisch leven.
Cisneros
maakte carrière in de kerk en werd religieus hervormer, tweemaal regent van
Spanje (samen met de latere paus Adrianus VI), kardinaal, Groot-Inquisiteur en
oprichter van de Universidad Complutense in Madrid, die de universiteit van
Alcalá verving.
In
literaire kringen is hij het best bekend door het financieel sponsoren van de
Biblia Complutense Polyglotta, de eerste meertalige Bijbel die op zijn
initiatief gedrukt werd, waarbij zes verschillende bijbelteksten o.a. de
Vulgaat en Griekse teksten, letterlijk naast elkaar te raadplegen waren. (1522).
Titelpagina
van de originele Biblia Polyglotta Complutense, met het wapen van Cisneros.
In 1492 werd hij bij Isabella aanbevolen als haar biechtvader.
Cisneros
accepteerde de post slechts op voorwaarde dat hij in zijn gemeenschap zou mogen
blijven leven, en alleen op het hof hoefde te verschijnen als er om hem gevraagd
werd.
De
positie was politiek gezien belangrijk, aangezien Isabella hem niet
alleen in privé-aangelegenheden om advies vroeg, maar ook betreffende
staatszaken. Door zijn strikte houding verkreeg Cisneros al snel aanzienlijke
invloed op Isabella, en zo werd hij in 1494 tot Provinciaal van zijn orde voor
Spanje benoemd en in 1495 tot kardinaal van Toledo, het rijkste en belangrijkste
diocees in Spanje. Bij deze positie hoorde eveneens de post van kanselier van
Castilië. Hij vluchtte weg voor deze benoeming maar werd gedwongen de
positie te accepteren.
Observantenbeweging.
Vanaf zijn nieuwe positie begon Cisneros de Franciscaner orde in Spanje te hervormen.
Hij deed dat vanuit zijn betrokkenheid bij de reeds langer bestaande Spaanse en
Italiaanse ‘observantenbeweging’.
Bij
die observantenbeweging gaat het om het observeren, d.w.z. het in acht
nemen van de originele orderegels. Die waren nogal in onbruik geraakt. De
ordebroeders dienden nu hun gebruik van het hebben van "vrouwen" (of
concubines) op te geven, ze dienden te leven in de parochie waar ze zouden
moeten werken, de biecht af te nemen en elke zondag te prediken.
Dit alles resulteerde natuurlijk in een sterke oppositie, want veel pastoors en
hogere geestelijken leefden aangenaam in de stad of op het land, terwijl een
kapelaan als zaakwaarnemer het werk ter plekke deed.
In
het jaar 1498 werd deze hervorming nog verder uitgebreid, zodat deze ook alle andere
religieuze orden zou gaan omvatten.
De
tegenstand was zo sterk dat vierhonderd monniken en broeders hun biezen pakten
en naar Afrika vluchtten met hun "vrouwen" en daar moslim
werden. Een beroep op Rome hielp niet, en Ximénez Cisneros, hield, met de
machtige koningin achter zich, stand.
In
1499 vergezelde Cisneros het hof van de Spaanse Inquisitie naar Granada en
voegde zich daar bij aartsbisschop Talavera in diens pogingen om de Moren te
bekeren tot het christendom.
Cisneros
dwong de Moren tot massale bekeringen en verordende de verbranding van
alle Arabische manuscripten die niet met de geneeskunde van doen hadden.
De opstandige Mudejaren (Moren) kregen de keuze tussen bekering of
verbanning.
De
meerderheid stemde erin toe zich te laten dopen en in 1500 rapporteerde Cisneros
dat "er nu niemand in de stad is, die geen christen is, en alle moskeeën
zijn kerken".
Hiermee
had hij echter een onoplosbaar probleem gecreëerd, dat niet zou eindigen totdat
in 1609 alle Morisco's uit Spanje werden verbannen. De Joden
ondergingen een zelfde lot.
Het
feit dat Cisneros als kardinaal Ximénez van Toledo van 1480-1500 de biechtvader
was van Isabella van Castilië gaf hem ook wereldse macht!!!
Dit
alles speelt in de tijd van de Italiaanse renaissance. In Italië zijn de
machtige de Medici rijke kooplieden, en dus een heel ander soort figuren.
(In M.E. verhalen staan kooplieden en rovers op één rij!)
Erasmus
discussieerde feller met de
Italiaanse Renaissance dan met Luther. Zijn interesse was ook breder dan die van
Luther. Spanje
kent echter weinig kooplieden, en de adel geeft er de toon aan.
In die tijd staat kerkhervorming gelijk aan staatshervorming. In Spanje zijn de kerkelijke èn de Staatswet in één hand.
Inquisitie.
Los
Reyes Católicos, Isabella en Ferdinand, probeerden dus een Christelijke
samenleving op te bouwen op grond die ze in Spanje erfden, huwden, veroverden;
desnoods te vuur en te zwaard.
In een Christelijke staat moet de
zielzorg geregeld worden. Dat gebeurde in 1478 bij het concilie van
Sevilla onder Pedro de Mendoza. Daarbij werd het verschijnsel van de zaakwaarneming
berispt, en er werd verbetering van de prediking voorgesteld.
Cisneros
bouwt hier vervolgens op voort in zijn pogingen de orden en de hele
samenleving te hervormen.
Hij
is echter ook eerste minister, en hij stuurt er zo nodig de politie
op af. Dat vindt men normaal, en zo ontstaat de Spaanse Inquisitie, die
vervolgens ook elders in het rijk van Karel V kan worden ingezet.
We
zagen dat de inquisitie (letterlijk een onderzoeksteam) allereerst een
staatsmiddel was om het houden van de godsdienstige regels te onderzoeken en
waar nodig af te dwingen, als deel van Cisneros’ pogingen de
observantenbeweging breed ingang te doen vinden, en te handhaven. Maar later zal
die zelfde inquisitie in heel het rijk van Karel V worden ingezet,
óók tegen de voortschrijdende Reformatie van Luther, Zwingli en Calvijn.
Dat
gebeurt dan als eerste in Spanje, waar al snel een bloeiende respons was op het
werk van Luther en de anderen, allereerst en met name in de hogere kringen en
binnen de kloosters, waar de observantenbeweging,
de hervorming van binnenuit, al langer veel invloed had gehad. De Reformatie is
in Spanje m.b.v. de inquisitie zeer bloedig de kop ingedrukt. Zelfs zo, dat die
Reformatie in Spanje later vaak geheel was vergeten.
Bovendien
was de inquisitie zeer actief in het onderzoeken en controleren van de
‘bekeerde’ Joden en Moren, de
z.g.n. Maranos en Moriscos. Zij
werden niet vertrouwd, en er werd veel en wreed gemarteld. Voor Protestanten
ging dat ook op. Velen werden gedood of verminkt.
Als
regent van Castilië steunde Cisneros van harte de aanklachten
tegen, en ex-communicaties van Spaanse Protestanten, die op dat moment in
Noord-Europa mensen aan het bekeren waren. Op eigen initiatief nam Cisneros de
eerste maatregelen om later Spanje buiten de tumultueuze expansie van de
Lutherse Reformatie te houden.
Kerkhervorming.
Aan de universiteit in de stad Alcalà (ten Noord-Oosten van Madrid) zag
men de Bijbel als belangrijke bron van theologie, en er werden verschillende
seminaries opgericht, met universitaire docenten om de kennis van de priesters
bij te spijkeren. Ook het lezen van de vroomheidsliteratuur werd
gestimuleerd. De Imitatio Christi (Navolging
van Christus door Thomas van Kempen) wordt ook in het Spaans vertaald. Zo wordt
het boekje later gelezen door Ignatius de Loyola!
Ximénez de Cisneros wenst nu eveneens, zoals we zagen, het kloosterleven te
hervormen, door het observeren, het strikt volgen van de oorspronkelijke
orderegels. (Allerlei toevoegsels aan de regels en veranderingen van veel later
worden teruggedraaid. In díe geest moeten we de Hervormingen van Luther ook
lezen!) De Spanjaarden geven zo het voorbeeld van een
kerkhervorming. Zij begrijpen niets van de latere commotie in Duitsland, en ze
vinden dat de Hervorming Spaanse Stijl maar gewoon in heel Europa moet worden
doorgevoerd.
Vanuit
Spanje en Italië verspreidde zich dus een ‘observantenbeweging’ naar de
kloosterorden en raakte zo ook bekend bij de Augustijnen, waar Maarten Luther
(1483-1546) toe behoorde. Luthers overste, Von Staupnitz, heeft er in Salamanca
kennis mee gemaakt, en hij zal Maarten later de opdracht geven de Augustijner
orde en de universiteit van Wittenberg in deze geest om te vormen.
Daarmee
heeft de Hervorming die door Luther in gang gezet is, Spaanse wortels!
Bij
die observantenbeweging gaat het om het observeren, het in acht nemen van
de regels. En daarop knapt Luther uiteindelijk juist af.
Een van de kernwoorden is de Iustitia Dei
<gerechtigheid Gods> (Dei is een genitivus objectivus), dat wil zeggen: het
rechtvaardig zijn van de mens voor God, en dat bereik je door te doen wat er
staat, door je aan de oorspronkelijke regels van de ordestichters te houden. En
aan de Bijbel.
Luther
keert het Dei om in een genitivus
subjectivus: en dan komt de gerechtigheid van Gods
kant, en die wordt je geschonken. Dat is zijn grote ontdekking in de
Romeinenbrief. De mens leeft van genade!
Verbitterd
en verzwakt echter stierf Cisneros, kort na zijn ontslag, in een klooster in Roa
(bij Burgos) op 8 november 1517 op 81-jarige leeftijd. Dat hij van Luthers
stellingen nog geweten heeft is onwaarschijnlijk.
Zijn
enige eigenlijke passie was het debat betreffende de theologie en de
religieuze leer. Hij is daar te weinig aan toe gekomen.
Wapen
van Cisneros.
(Lutheranen: Cisnero=zwaan. Hoe ironisch!)
Recapitulerend:
in de 15de eeuw was er in Spanje een observantenbeweging gaande.
Spanje levert voor de verschillende kloosterorden nogal eens Spaanse abten, en
zo krijg je een beweging van kloosterhervormingen. Dat gaat prima in Spanje, en
redelijk in Italië, maar boven de Alpen werkt het niet zo goed.
Stadsbesturen
en landvoogden wilden zich er ook nogal eens mee bemoeien. De gedachte erachter
is: als je je aan al deze regels houdt en ze doet, dan is het Goed. Je dient God
onderbewust, als een automaat. Maarten Luther zet daar een vraagteken bij. Maar
een dergelijk vraagteken kun je in Spanje niet
verwachten. Behalve waar de geestelijke hervorming, die in Alcalà en Salamanca
in gang gezet is, zijn effecten heeft.
Zo
hebben de Spaanse Hervorming en die van Luther in de persoon van Ximénez alles
met elkaar te maken! En ook met de Inquisitie, die vanuit Spanje als een gesel
Gods over heel Europa zal trekken, en die de Spaanse Hervorming zal verstikken.
Grote
dank ben ik voor dit stuk verschuldigd aan de interessante en vaak humoristische
colleges kerkgeschiedenis van Mgr. Jan de Kok O.F.M., en aan zijn aantekeningen
uit en naast zijn boek over de geschiedenis van de Franciscaanse orde.
GVvH
Hartelijke
dank voor uw bijdragen en voor het gevolg geven aan ons verzoek de bestemming
aan te willen geven!
Ook begin
dit jaar hebben wij weer €6.500 over kunnen maken voor de
predikantssalarissen. Dit bedrag is ook nu nog niet geheel bijeen. Uw bijdragen
blijven hard nodig.
De
collectebus bij de begrafenis van ds. Voerman bracht 125 € op.
Deze stond
iets minder in het zicht dan de familie had gedacht, maar er kwam nog wel een
aantal bijdragen via de bank binnen, zodat we ter nagedachtenis van hem 1.798,65
€ over konden maken voor de pensioenen en de diasporacollecte
2017.
Uw
bijdragen kunt u overmaken op bankrekening NL 58 ABNA 0456 774 068 of NL 46 INGB
0000 315 800 beide ten name van Het Evangelie in Spanje te Zeist. Graag onder
vermelding van het doel.
G.B.
van Delft
Penningmeester
Vraag ook
uw gemeente om voor ons te collecteren, s.v.p.
Alles wat
voor de Diaspora-collecte 2018 binnenkomt, gaat naar het fonds voor de
predikants-pensioenen. Zolang de zaken niet goed geregeld zijn van
regeringswege, betalen de kerken zelf het nodige, en dat is eigenlijk meer dan
ze kunnen opbrengen, zodat ze zich in de schulden moeten steken.
Voorlopig is ook het Penningske van de Weduw hard nodig!!!
God heeft
de gulle gever lief! :-)
Tijdens de begrafenis
op 30 december 2017 spraken o.a. ds. Wout van Laar, namens de Stichting Het
Evangelie in Spanje, én de hiervoor speciaal overgekomen ds. Alfredo Abad Heras,
de huidige voorzitter van de Comisión Permanente, over hun ervaringen met hem.
Allereerst een vertaling van de woorden van ds. Abad, die in het Frans sprak,
een taal die in de Waalse Pieterskerk in Utrecht waar de afscheidsdienst
gehouden werd, gangbaar is.
Querida Gea, beste Gea, beste familie.
Broeders en zusters in Jezus Christus. Voor ons in Spanje beslaan de ervaringen
die wij met Antonio gedeeld hebben een lange tijd.
Met hem hebben we de
dictatuur beleefd, de vervolging, waarin hij als onze broeder zeer nauw met ons
verbonden was. Hij heeft onze kerk tevoorschijn zien komen vanuit de dictatuur,
maar hij, met steun van de familie en met de steun van Het Evangelie in Spanje,
is een van onze steunpilaren geweest. Vooral omdat hij zijn sporen achtergelaten
heeft. Sinds het nieuws (van zijn overlijden) Spanje bereikte, liet men hem
(Alfredo) de groeten overbrengen vanuit ieder hoekje van het land. Predikanten
als Samuel Arnoso, Julio Roberto, Joel Cortés, de vorige voorzitter, en
iedereen, hebben gereageerd, iedereen kende hem. Ook nog vele jaren nadat hij
door zijn ziekzijn niet meer naar Spanje kon komen. Men heeft zeer warme
gevoelens voor hem, omdat hij zijn sporen heeft achtergelaten, en dat waren
broederlijke sporen.
U hebt gesproken over
zijn intelligentie, zijn humor, over de mens die hij was… voor óns was hij
een lid van onze Protestantse familie in Spanje! Omdat hij niet alleen onze
instituten kende, en de structuren van de kerk, hij kende niet alleen de
verantwoordelijke mensen bij de Synoden, maar hij kende elke predikant in thuis,
elke gemeente in de kerkdienst daar. Hij heeft ze bezocht met Gea, hij heeft ze
bezocht tijdens zijn werk voor het Evangelie in Spanje, hij heeft de gemeenten
bezocht en ze in zijn hart gedragen. Wij hebben met hem een grote broederschap
met hem gedeeld, en we zullen hem missen!
We moeten de familie dankzeggen, omdat u hem met ons hebt gedeeld, dat is een
geschenk, een enorm geschenk, een geschenk van God aan jullie, maar ook een
geschenk van God aan ons.
Wij hopen verder te gaan in de sporen van mannen, vrouwen, als Antonio, als Gea,
als die van hen die zich inzetten voor de Zending, het werk, de broederschap, de
solidariteit! Want dat is niet alleen maar een vorm van hulp. Het zijn banden
die ons helpen om overeind te blijven in de moeilijkheden en als het tegenzit.
Antonio is een sterke
band geweest.
Ik dank God, ik dank jullie.
Onlosmakelijk
verbonden met de persoon van ds. Voerman is zijn grote passie voor Spanje. In 1954, – ik ging net naar de lagere school –,
werd de jonge ds. Voerman uitgezonden als directeur van het Seminarie van de
I.E.E. in Madrid. Twee jaar leidde hij predikanten op. Het was in de
donkere tijd onder Franco. Een korte en intensieve werkperiode, waaraan abrupt
een einde kwam. Niet alleen werd zijn eerste vrouw Beppie Gutteling van zijn
zijde weggerukt. Ook zette het dictatoriale regiem ds. Voerman onder bedreiging
het land uit.
Zijn
intense betrokkenheid bij Spanje en het Protestantisme aldaar is nooit
verflauwd. Na terugkeer werd Ds. Voerman lid en al gauw voorzitter van het
bestuur van de Vereniging Het Evangelie in Spanje.
Decennialang
heeft hij intens meegeleefd met de Protestantse kerken in Spanje. Vanuit een
oecumenisch perspectief volgde hij onvermoeibaar de ontwikkelingen in kerk en
samenleving. Altijd zag hij nieuwe uitdagingen.
Nooit
ontbrak hij op de synodevergaderingen. Talloos waren de bezoekreizen aan lokale
kerken. Het ging hem niet alleen om materiële, maar vooral ook om geestelijke
ondersteuning, waarbij ds. Voerman een scherp oog had voor mensen in de knel.
Het onderhouden van persoonlijke contacten stond centraal. Tot het laatst, toen
reizen hem onmogelijk werd, bleven zijn gedachten en gebeden bij de broeders en
zusters in Spanje.
Als
ik in deze dankdienst voor het leven van Ton Voerman hem mag typeren, grijp ik
terug naar woorden die ik sprak bij zijn 60-jarig ambtsjubileum: voor mij was
Ton een man met een sterke spirit.
Of
liever in
het Frans, de taal waarin hij zo graag
voorging: vol 'esprit'.
Zijn geest en ziel waren op tenminste zevenvoudige wijze aangeraakt door Gods
goede Geest.
De Geest van zijn Heer: Jezus Christus.
Ton
Voerman onderscheidde zich door:
1.
Een geest van wijsheid,
waarbij eruditie, praktische levenswijsheid en vreze des Heren overtuigend
samengingen.
2.
Een geest van schranderheid:
die gaf hem helderheid van denken en een scherp verstand tot op zeer hoge
leeftijd.
3.
Een geest van vurigheid.
Lauwheid en middelmatigheid waren hem vreemd.
4.
Een geest van nederigheid,
of beter: humilitas. In dat Latijnse woord herken je het woord 'humus'-
aarde, grond. Ton stond met beide voeten op de grond. In een nuchtere
inschatting van zijn gaven en grenzen.
5.
Een geest van simplicitas.
Ton was een man van oprechte één-voud. Een mens uit één stuk, zoals van
oudtestamentische vromen als Noach, Abraham, David en Job wordt gezegd: 'tamiem'
, dat is bij alle lek en gebrek uiteindelijk op één enkel doel gericht: op de
heiliging van de Naam.
6.
Een geest van humor.
Die gedurige twinkeling in de ogen, die bevrijdende lach waarmee hij wist te
relativeren, waardoor hij anderen en zichzelf bemoedigde juist ook in tijden als
hij het zelf niet te breed had...
7.
Een geest van perseverantia,
volharding. Hij hield het maar vol, bleef maar doorgaan! Ondanks zijn fragiele
gezondheid, de perioden van benauwdheid.
Had dat geheim van die 'Ausdauer' niet te maken met zijn afgestemd zijn op het
ritme van de liturgie, op de teksten die de lofzang gaande houden?
Lieve
Gea, over perseverantie gesproken: hoe zou Ton overeind gebleven zijn, zeker in
de laatste zorgintensieve jaren, zonder de gedurige en liefdevolle ondersteuning
van jou als levensgezellin, de vrouw die nimmer van zijn zijde week? Zelfs als
jij zelf op het punt stond om te breken, hield je het vol, gracias a Dios!
Ongekend
zal het gemis, de stilte zijn om nu zonder zijn aanwezigheid de weg te moeten
vervolgen.
Namens
het bestuur van de Stichting Het Evangelie in Spanje, en - ik ben ervan
overtuigd - namens heel veel broeders en zusters uit de IEE (vandaag hier
vertegenwoordigd door ds. Alfredo Abad – voorzitter van de synode), namens hen
allen bid ik jou samen met de kinderen en de kleinkinderen van harte toe dat de Ruach,
de Geest die Parakleet, Helper wordt genoemd, jullie in alle gemis en verdriet
zal omgeven met Háár troostvolle aanwezigheid.
Wij
gedenken Ton Voerman in grote dankbaarheid. Zijn gedachtenis zal zowel in Spanje
als in ons land velen tot zegen zijn.
Ton,
rust in vrede, tot op de dag van de opstanding.
Caminante,
son tus huellas el
camino, y nada más; caminante,
no hay camino: se
hace camino al andar. Al
andar se hace camino, y
al volver la vista atrás se
ve la senda que nunca se
ha de volver a pisar. Caminante, no hay camino,
sino estelas en la mar. |
Wandelaar,
je voetstap is
de weg, en anders niet; Wandelaar, er is geen weg,
’t is onderweg dat je die ziet. Onderweg ontstaat de weg, en wie er omziet, kijkt naar het pad dat niet
opnieuw betreden wordt. Wandelaar, geen weg is er,
sterren in de zee zijn ’t die j’ ziet. Vert.
G.A. V.v H
|