Berichtenblad
nummer 66 / 2 wil zeggen: het tweede nummer van de Stichting.
Maar we
willen de continuïteit bewaren, vandaar dat we doortellen. Het is
een ruim
gevuld berichtenblad dit keer. Sommige
artikelen vonden we te belangrijk of te aardig om in te korten, en we
willen U
graag op de hoogte houden van wat er in en rond Spanje speelt. Hoe er
wordt
nagedacht over de vragen van deze tijd, nieuwe ontwikkelingen, een
gemeente en
haar predikant, die graag meer contact zouden willen hebben met een
Nederlandse
gemeente... We laten de bewoonsters van het Porvenir aan het woord, en
we hebben
nieuws over de scholen, nogmaals adressen voor wie in Spanje en
Portugal ter
kerke wil, en familie-lief-en leed ontbreekt niet, evenmin als een
gedicht.
We
hopen U een
boeiend blad aan te bieden, en horen graag Uw op- en aanmerkingen.
Inhoud:
BERICHTENBLAD
nr
66/2 mei 2001
Belangrijke
veranderingen bij de F.E.R.E.D.E.
Even
voorstellen: Met
honger en geloof wordt de kerk draaiend gehouden!
Federico
Fliedner 1845 – 1901Levensloop.
De
bewoonsters van het Porvenir
Cultuur,
literatuur en.. sjouwen met boeken!
naar boven |
Nadat
in 1997 vertegenwoordigers van de Protestantse kerken in Spanje,
Italië en
Portugal Nederland bezocht hadden, en de Samen op Weg kerken leerden
kennen, is
er enig contact gehouden. De Samen op Weg kerken geven jaarlijks
zo’n 40.000
gulden aan de gezamenlijke Spaanse Protestanten, daarvan krijgt de
I.E.E.
natuurlijk maar een klein gedeelte, maar belangrijk is ook het
persoonlijk
contact. Zo is men op het goede idee gekomen elkaar eens op een andere
manier te
leren kennen. Objectief was het steekwoord.
Daartoe
werden uit de SoWkerken mensen aangezocht, die goed Spaans spraken, en
die ieder
op zich een zekere specialisatie hadden binnen de eigen kerk, zodat men
ook met
een gedegen verhaal kon komen. Er vertrokken van 15 – 22 maart
enkele mensen
onder de hoede van drs. H. Snoek van de afdeling MDO / BENA naar
Spanje, voor
een uiterst intensieve kennismaking met voornamelijk de I.E.E.
Culturele
excursies behoorden ook tot het pakket dat in overleg met de secretaris
van de
Comisión Permanente, ds. Alfredo Abad, was samengesteld. Allen
wisten ze van
uitwisseling, en de een werkte met jongeren, de ander met ouderen, en
de
bedoeling was te zoeken naar wat de kerken in Nederland en in Spanje
gemeenschappelijk hebben, in een wereld die steeds meer seculier wordt.
Er
werden gemeenten bezocht en organisaties, zoals vluchtelingenopvang en
een
bejaardentehuis, er was contact met een Nederlands sprekende gemeente
in de
buurt van Granada, die daar eens per maand bij de Spaanse gemeente komt
vieren,
er is ook enig contact geweest met de Duitssprekende gemeente in
Madrid, en met
het Fliednerwerk en het S.E.U.T.
Er
zijn heftige en intense gesprekken gevoerd, die de Nederlandse
deelnemers soms
diep raakten.
Vanuit
dit contact zijn er ook voorstellen gedaan, om bijv. een uitwisseling
van jeugd
te organiseren, en om predikanten over en weer een paar weken bij een
collega te
laten ‘meelopen’. Het zal hoogst interessant zijn om te
zien wat er
uiteindelijk met deze aanbevelingen gebeurt. In elk geval zijn er
mensen
teruggekomen met liefde in hun hart voor de Spaanse Protestantse kerk,
en dat
kan het begin van veel goeds zijn. Dat er zegen op mag rusten!
naar boven |
Voor
het zelfverstaan en het zelfrespect van de Spaanse Protestanten, is het
van
groot belang dat zij zich bezighouden met de problemen van de
maatschappij
waarin ze leven, en dat ze zich daar in onderling overleg ook over
uitspreken.
De Protestantse – of Evangelische – kerk heeft geen
hiërarchische
structuur. Daarom vindt het axioma van de kerk: Ecclesia reformata
semper
reformanda in alle gewetensvrijheid een plaats in gezamenlijk
overleg en
reflectie over de dingen die gebeuren in het licht van de bijbelse
principes.
Dit gebeurt in bijeenkomsten die door alle Protestantse en Evangelische
groepen
worden erkend. In Spanje worden die dikwijls georganiseerd door de
‘Evangelische Alliantie in Spanje’, die geïntegreerd
is in de WEF.
Zo
kunnen de Protestanten hun
maatschappelijke relevantie duidelijk maken, en zo maken ze ook de
relevantie
van de maatschappij duidelijk: ze leven wellicht niet als vàn
deze wereld, maar
zeker wèl ín deze wereld. En dat is goed. Vragen ten
aanzien van het leven, en
naar de grenzen van ons handelen, en naar het waarom ervan, zijn in
deze tijden
van (bijna) onbegrensde mogelijkheden, van het hoogste belang. Daarom
mag een
verslag van de in november 2000 gehouden Tweede Bijeenkomst over
Bio-ethiek niet
ontbreken.[1]
De Spaanse Protestantse pers heeft er bol van gestaan, en de resultaten
hebben
ook de landelijke pers gehaald.
Het
thema was: De Protestanten en het leven.[2]
De
eindverklaring van deze bijeenkomst moet het richtsnoer zijn voor het
handelen
en denken van de Protestanten in de komende jaren. Die willen we hier
dan ook
integraal afdrukken.
Inleiding:
1)
Als Protestantse en Evangelische christenen baseren wij ons op
de
bijbelse principes die door de Reformatie zijn erkend: alleen
door geloof, alleen door genade, alleen door de Schrift...
waaraan we ontlenen dat de Bijbel een aantal ethische
basisprincipes
bevat, die kunnen worden toegepast op de ingewikkelde kwesties die
opkomen op
het gebied van de bio-ethiek.
2)
Wij waarderen de vooruitgang van de wetenschap, die de weg opent
om het
menselijk leven kwalitatief en kwantitatief te verbeteren, als
positief, om zo
goed mogelijk het leed en de stoornissen die ons treffen te verhelpen.
3)
Wij willen, als christenen en als burgers, hen bijstaan die
grensoverschrijdende beslissingen moeten nemen t.a.v. het menselijk
leven,
gezien de enorme verantwoordelijkheid die het vraagt beslissingen te
nemen ten
gunste van alles wat de mens waardigheid schenkt en die beschermt.
4)
Wij erkennen, als christenen, ons deel van de
verantwoordelijkheid, door
doen of laten, voor de verkeerde dingen in onze maatschappij, en wij
doen een
beroep op ons eigen geweten om beslister en met meer inzet het
voorbeeld van
Jezus te volgen, zowel in Zijn beginselen als in Zijn menselijkheid.
II Over het Menselijk Leven.
1)
Het menselijk leven moet worden gerespecteerd, beschermd,
geholpen en
versterkt, te allen tijde. Wij geloven dat het menselijk leven een
intrinsieke
waarde en waardigheid bezit, onafhankelijk van enige menselijke
parameter, en
afkomstig van God als schepper en onderhouder er van.
2)
Wij geloven in de identiteit en daarom in het unieke en
onherhaalbare
karakter van ieder menselijk wezen, vanaf het moment van de conceptie
tot aan de
dood.
3)
Wij verwerpen radicaal elke vorm van geweld tegen de fysieke of
morele
integriteit van mensen, evenals iedere handeling die aan hun
waardigheid afbreuk
doet. In deze zin verklaren wij ons in het bijzonder radicaal tegen
huiselijk
geweld, ethnische xenofobie, cultureel of religieus, en terrorisme.
4)
Wij verklaren ons tegen de doodstraf, om dezelfde principes van
eerbied
voor het leven die we hiervoor hebben uiteengezet.
5)
Wij geloven dat de waardigheid waar de mens recht op heeft
onverenigbaar
is met de ellende en de sociale marginalisatie waarin miljoenen mensen
leven, en
die een beschuldigende vingerwijzing zijn naar het egoïsme en het
gebrek aan
solidariteit van andere mensen, die het beter getroffen hebben, en zo
een
onrechtvaardige samenleving aan kaak stellen.
6)
Bij de gedachte aan de problemen van mensen aan de rand van de
samenleving en van immigranten, zoals in Derde Wereld-landen, achten
wij het
noodzakelijk te stimuleren dat persoonlijke hulpmiddelen en
hulpmiddelen van de
Staat worden gegeven voor de ontwikkeling van deze landen, inclusief
gezondsheidsprogramma’s – o.a. voor de strijd tegen AIDS.
III
De Ongeborene en Abortus.
1)
Wij verdedigen de “rechten van het Kind’, zoals die
werden
vastgesteld door de Europese Commissie, in diens brief over de Rechten
van de
Jeugd, in october 1997, waarin deze expliciet stelt dat ‘het kind
dat geboren
zal worden, vanaf het moment van de conceptie, alle rechten dient te
genieten
die in deze Verklaring worden genoemd.’
2)
Wij beschouwen abortus als ethisch verantwoord, wanneer die
nodig mocht
zijn om het leven van de moeder te redden. In de andere gevallen van
(voorgenomen) abortus betekent dat voor ons het beëindigen van een
leven dat
Gode toebehoort. Het recht van de Ongeborene prevaleert boven dat van
de moeder
op haar eigen lichaam.
3)
Ook al zijn we het niet eens met hun opstelling, wij respecteren
degenen
die abortus zien als noodzakelijk, en wij identificeren ons met het
leed dat
deze situaties met zich mee brengen. Wij stellen voor dat de vrouw die
tot deze
beslissing komt, alle middelen ten dienste worden gesteld die bijdragen
aan haar
volledig herstel.
4)
Wij strijden voor alternatieven, ten gunste van het leven
(adoptie,
sociale hulp, gezinsplanning met anticonceptiva) om ongewenste
zwangerschap te
vermijden en extreme sociale situaties die er toe leiden.
5)
Wij pleiten voor advies voorafgaand aan abortus, opdat degene
die de
beslissing neemt, welke altijd tragisch is voor de vrouw, voldoende
raad en hulp
heeft ontvangen in iedere mogelijke vorm, zoals dat ook in andere
Europese
landen gebeurt. Wij verwerpen een wetgeving die het mogelijk maakt
minderjarigen
te aborteren zonder medeweten van de ouders.
6)
Wij maken ons sterk voor een evenwichtige en respectvolle,
geweldloze
verdediging van de globale integriteit van het leven in zijn geheel.
IV
Gebruik van Embryo’s en Genetisch Onderzoek.
1)
We staan achter het handelen met embryo’s dat als
duidelijk doel heeft
de staat of de toekomst van het embryo zelf te verbeteren. We verwerpen
onderzoek of gebruik van menselijke embryo’s dat daar niet mee te
maken heeft,
behalve wanneer ze afkomstig zijn van spontane abortussen, en slechts
met
toestemming van de ouders.
2)
Wij waarderen positief de bijdrage die genetisch handelen kan
leveren om
therapeutische doeleinden te realiseren. Echter: het is noodzakelijk
deze
techniek adequaat te regulariseren, om het gevaar te voorkomen, dat
genetisch
handelen degenereert tot genetische manipulatie. Wetenschap, zoals in
het
verleden is aangetoond, kan in dienst van betwistbare politieke en
economische
belangen terecht komen.
3)
Wij aanvaarden het klonen van menselijke cellen en gebruik voor
andere
doeleinden dan voortplanting (weefselbanken e.d.), altijd vooropgesteld
dat er
geen embryo’s worden gebruikt of gemanipuleerd. Bij het kloneren
van mensen
voor voortplanting wordt het recht op een eigen identiteit geschonden,
en loopt
het menselijk leven het risico te verworden tot materiaal en
consumptieproduct,
waarbij de waardigheid en de waarde er van worden verminderd.
4)
Wij waarderen positief het gebruik van ‘stamcellen’
bij diverse
ziektebeelden van de mens. Zoals bij eerder genoemde gevallen,
onderschrijven
wij het gebruik alleen maar als de technieken om ze te verwerven geen
gebruik
veronderstellen van menselijke embryo’s.
V
Conceptie en Anticonceptie.
1)
Het Protestantisme gaat er van uit dat de relatie en het
seksueel
genoegen gegevens zijn die niet gebonden zijn aan de voortplanting, en
die samen
met affectieve banden en wederzijdse inzet een onlosmakelijk deel
vormen van de
tot een eenheid smedende band die man en vrouw in het huwelijk
verbinden.
2)
Daarom gaan wij er van uit dat verantwoorde gezinsplanning recht
en
plicht zijn van de ouders, voor wie het ethisch verantwoord is
anticonceptiemethoden te gebruiken die ze gepast vinden, als die niet
op abortus
uitlopen (condooms incluis). We verdedigen de opvatting dat het gezin
de eerste
en meest natuurlijke omgeving is voor seksuele voorlichting van de
kinderen,
daar dit een van de onontkoombare verantwoordelijkheden is van de
ouders.
3)
Wat betreft de strijd tegen de verspreiding van AIDS, beschouwen
we het
gebruik van het condoom als nuttig en nodig als preventiemiddel, daar
het
vermijdt dat mensen (aan de zelfkant van hun geloof en normen) deze
verschrikkelijke plaag oplopen, waartegen het condoom onbetwijfelbaar
een van de
beste vormen van profylaxe is.
4)
Op dezelfde manier als we het condoom verdedigen als
anticonceptiemethode, voorzover we het gebruik ervan zien als geschikt
middel in
de campagnes ter voorkoming van AIDS, beschouwen we als contrair aan de
zozeer
aangeprezen tolerantie het verhinderen van andere alternatieve
methoden, die
even zeker zijn, of nog meer, zoals algehele seksuele onthouding (voor
alleen-gaanden) of partnertrouw binnen het paar, methoden die wij als
Protestantse christenen allicht ook verdedigen.
5)
Wij aanvaarden volledig methoden tot kunstmatige bevruchting,
vooropgesteld dat er geen embryo’s verloren gaan, en dat de
kiemcellen behoren
tot de leden zelf van het echtpaar (homologe methoden).
6)
Men zou serieus de noodzaak en de geschiktheid moeten overwegen
van welke
methode van bevruchting dan ook die de noodzaak loslaat van de relatie
tussen
het biologisch vaderschap en de oorzakelijkheid van het paar, zoals
daar zijn de
‘heterologe’ methoden (gebruik van kiemcellen, afkomstig
van een derde,
vreemd aan het paar) als wel van draagmoederschap of embryoadoptie;
waarbij we
ons in het algemeen tegen deze technieken uitspreken, mogelijke
uitzonderingen
daargelaten.
VI
Het Eind van het Leven: Euthanasie.
1)
Ieder mens heeft het recht op integrale zorg tot het moment van
de dood,
en op een waardige dood. Wij zijn voor de zogenaamde passieve
euthanasie, in die
zin dat therapeutische wreedheid wordt vermeden, die
dikwijls
wordt opgelegd door sociale pressie, schuldgevoelens van de gezinsleden
en
medisch handelen dat wordt veroorzaakt door zelfbescherming en routine.
2)
Ook aanvaarden wij het gebruik van medicamenten die noodzakelijk
zijn om
de pijn te verlichten bij terminale patiënten, ook al zou het
gebruik er van
indirect, zonder dat het de opzet is, de dood van de patiënt
kunnen veroorzaken
of versnellen. Echter, wij verklaren ons duidelijk tegen actieve
euthanasie en
zelfmoord in hun verschillende vormen.
3)
Wij zijn er van overtuigd dat het toepassen van actieve
euthanasie, naast
de ethische connotaties, een klimaat schept van angstige onzekerheid
rond de
patiënt, (speciaal bij de oudere) die zich onbeschermd kan voelen
in
ziektegevallen waar deze juist maximale steun en vertrouwen van zijn
familie en
gezondheidszorg moet krijgen.
4) Als Evangelischen en Protestanten stellen wij voor: - psychologische en geestelijke bijstand aan ouderen en stervenden te versterken, - te helpen ontdekken dat het lijden, als het eenmaal onvermijdelijk is, niet absurd of steriel is, maar dat het een existentieel onvervangbare pedagogische waarde heeft, en – palliatieve zorg-eenheden[3] (oorspronkelijk opgezet door Evangelischen of Protestanten) te versterken, en te zorgen dat die een voorbeeld zijn van waarachtige euthanasie: ‘goed sterven’.
VII
Sociale ethiek.
1)
Wij staan achter alle middelen die maatschappelijke vrede
bevorderen.
2)
De maatschappij behoort al haar leden niet alleen rechtvaardig
te
behandelen, maar ook met gevoel voor hen die speciale aandacht nodig
hebben,
zoals ouderen en gehandicapten. Tegenover het groeiend utilitarisme van
onze
maatschappij ín proclameren wij de intrinsieke waarde van de
mens,
onafhankelijk van wat deze kan produceren, en staan wij diens volledige
integratie voor.
3)
Wij geloven dat er in ons land nog geen schoon geweten bestaat
aangaande
kwesties van het milieu, gezien de groeiende vernietiging van de natuur
en haar
rijkdommen. Wij geloven dat het buitensporige materialisme waarin de
principes
van de markt overheersen de primaire oorzaak van deze teloorgang is.
Wij zijn
voorstanders van nodige wettige middelen om het ecologisch evenwicht te
bewaren
opdat het leven op de planeet bewaard moge worden in heel zijn
diversiteit en
rijkdom, en beschermd tegen de gevaren die het bedreigen en
vernietigen.
4)
Wij verdedigen de scheiding tussen Kerk en Staat. Wij wensen en
stemmen
er voor dat de wetten van ons land overeen mogen stemmen met de
principes die
hier uiteen gezet zijn, maar we begrijpen dat de Staat wetten behoort
uit te
vaardigen in overeenstemming met het principe van seculariteit (en,
wel-teverstaan, niet zo antireligieus als soms gebeurt.)
Comité dat de Eindverklaring van de II Nationale Bijeenkomst
Bio-Ethiek ‘De
Protestanten en het Leven’ heeft opgesteld: Higinio
Cortés, Pablo Menez
Vila,
Rodolfo González, José de Segovia, en Pedro
Tarquis.
naar boven |
De
F.E.R.E.D.E., die er steeds meer
naar streeft de koepel te worden van alles wat zich in Spanje
Protestant noemt,
is bezig haar statuten te herzien op drie gebieden: 1) Vorming van een
coördinatiecommissie,
2) Aanstelling van een vertegenwoordiger van elke autonome regio bij
het
hoofdbestuur; 3) Oprichting van een zgn. Consejo Asesor (Raadgevend
lichaam).
Ad
1: Met de coördinatiecommissie hoopt men te bereiken, dat de grote
verscheidenheid van Protestantse kerken zich voortaan sterker als een
eenheid
presenteert in het contact met de overheid.
Ad
2: Van deze wijziging wordt als resultaat verwacht, dat de situatie in
de
autonome regio’s beter onder de aandacht komt van het
hoofdbestuur (Comisión
Plenaria), dat belast is met het vaststellen en in practijk brengen van
de
Protestantse grondbeginselen.
Ad
3: De instelling van een Consejo Asesor beoogt de F.E.R.E.D.E.
deskundige
bijstand te verlenen inzake belangrijke maatschappelijke en ethische
kwesties,
zoals bijv. abortus en euthanasie, bezien vanuit Protestants standpunt.
Het is
een adviserend lichaam.
Bijzondere
aandacht zal worden geschonken aan wat genoemd wordt I + C P, d.w.z.
Imago en
Protestantse Communicatie. Dit is het poging het beeld van het
Protestantisme,
dat in Spanje nog altijd als een verzameling van secten wordt
beschouwd, in
gunstige zin bij te stellen. Dat moet dan weer ten goede komen aan een
normaal
functioneren van protestanten in de samenleving en aan het versterken
van hun
identiteit.
In
december 2003 zal in Barcelona het VII Evangelische congres plaats
vinden. De
voorbereiding daarvan is in gang gezet. Bovendien staat het eerste
Evangelische
jongerencongres op stapel. Dat is gepland voor 2002 in Cheste,
en bestemd
voor de gehele Spaanse evangelische jeugd. Het programma omvat
religieuze en
culturele activiteiten.
(Gegevens
ontleend aan een interview van Raquel Medina met Mariano
Blázquez, secretaris
generaal van de F.E.R.E.D.E.)
A.
Voerman
naar boven |
Een
van de sterke
punten van de Protestanten in Spanje is hun offervaardigheid, en hun
besef het
Evangelie niet voor zich te mogen houden. Op de aardbevingsramp in San
Salvador
werd door de Comisión Permanente van de I.E.E. gereageerd door
de mensen op te
roepen een dag van hun salaris af te staan voor de slachtoffers.
Hieraan is in
ruime mate gehoor gegeven.
De
kerstcollecte
van de I.E.E. was bestemd voor de Protestanten in Lichinga,
in
Mozambique, wier kerkgebouw bij de overstromingen was vernietigd. Ds.
Pablo García
heeft nauwe banden met deze gemeente, zodat men de situatie daar ook
goed kent.
naar boven |
Wij
hebben het genoegen U mee te delen dat de Diasporacollecte 2000 in
totaal heeft
opgebracht: 5912,56 gulden, na aftrek van de zeer bescheiden kosten. Daarvan
gaat de helft naar
België voor vluchtelingenopvang in Turnhout en de andere helft
naar Spanje,
voor studiebeurzen aan het S.E.U.T. U kunt U voorstellen hoe verheugd
we waren
dit te kunnen overmaken!
naar boven |
Nieuw
leven op het schoolplein.
Het
gaat
onverwacht goed met de Protestantse scholen in Madrid. Het college Juan
de
Valdès liep al niet slecht, mede omdat het in een groeiwijk
ligt, maar de
geluiden over het Porvenir waren het afgelopen jaar vrij somber. Er
werd reeds
vertrouwelijk gesproken over de sluiting van de school, en het gebruik
van het
gebouw hetzij voor een Protestants Huis, hetzij voor onderdak voor het
S.E.U.T.
– of mogelijk in combinatie daarmee – dat de opleiding van
predikanten en
leken verzorgt. Dit instituut knapt uit zijn huidige behuizing, die een
rem
vormt voor de activiteiten van dit moment, en zeker voor de voorgenomen
uitbreiding ervan.
Maar de
trend van de afgelopen jaren is gekeerd. Dit
jaar zijn er níet nog mínder, maar juist beduidend meer
leerlingen
ingeschreven voor het Porvenir, nl 50, zodat er nu ongeveer 290
leerlingen zijn.
De
reden wordt
aan de ene kant gezocht in de extra kleuterklas, zodat er nu aparte
klassen zijn
voor drie-, vier-, en vijfjarigen, met hun eigen juf, natuurlijk, maar
een veel
belangrijker element is volgens het bestuur van de Fliednerstichting,
die de
scholen runt, het feit dat nu ook het Porvenir tweetalig onderwijs
aanbiedt,
zodat de kinderen in de loop van een jaar speelsgewijs zoveel Engels
leren, dat
ze er ook onderling mee uit de voeten kunnen. Veel ouders geloven graag
dat
Spaans een wereldtaal is, maar ze zien dat Engels voor de toekomst van
hun
kinderen essentieel is. Zeker gezien het feit dat dit dé taal
is, die het
WereldWijde Web (internet) beheerst. Heel wat scholen scoren met
tweetalig
onderwijs. Het college Juan de Valdès is hier vorig jaar al mee
begonnen, en
dat bleek zo’n groot succes, dat er dit jaar 100 kinderen bij
gekomen zijn,
hetgeen het totaal aantal leerlingen op ongeveer 800 brengt. De ouders
zijn
bereid er extra voor te betalen, en dat geeft dan weer wat ruimte voor
andere
dingen, die ook hard nodig zijn. Bijvoorbeeld psychologische hulp.
Een
aantal kinderen van het Juan de Valdés komt uit
achterstandsgezinnen, ook zijn
er nogal wat ‘sleutelkinderen’, en een kwart van de
kinderen die het
Porvenir bevolken komen uit immigrantenfamilies. Zij hebben voor het
merendeel
extra aandacht nodig. Bovendien
vraagt een flink deel van de laatste categorie een beurs aan voor het
middageten
op school. ‘Nieuwe hulp levert nieuwe nood!’
Het
Juan de Valdés
heeft met ingang van het afgelopen schooljaar overigens ook een
peuteropvang
voor twee-jarigen. Dat maakt het voor de ouders makkelijker beiden te
werken, en
dat is in het dure Madrid vaak wel vereist, zeker voor hen die geen
kapitalen
verdienen. Bovendien verwacht men dat de kinderen op deze school zullen
blijven,
dus is het investeren in de toekomst.
Het
Porvenir
kiest er dus voor dit jaar ook tweetalig onderwijs te geven. En
kennelijk wordt
dit voornemen op prijs gesteld.
Als
de kerk
altijd zo slagvaardig in zou spelen op de maatschappelijke
ontwikkelingen,
zouden we - zowel in Spanje als hier - wellicht meer kunnen betekenen
voor de
wereld om ons heen.
Dit
is in ieder
geval een goed begin!
naar boven |
Even
voorstellen: Ds. Felipe Carmona
Met
honger
en
geloof
wordt
de kerk draaiend gehouden!
Ds.
Felipe Carmona
is
predikant in La Llagosta
, Calle Pablo Picasso 3, Iglesia del
Redentor. Het ligt aan een stukje buiten Barcelona. Op 25 april 1999
vierde zijn
gemeente het 25 jarig bestaan van de Evangelisatie in Llagosta
, en de 19e verjaardag van het
kerkgebouw.
Felipe
Carmona
is
een late roeping
. En een stevige Calvinist. Hij heeft
veel
functies naast zijn predikantschap in Llagosta. Daardoor kan hij zich
dat
predikantschap ook veroorloven, want hij krijgt alleen een minimale
reiskostenvergoeding.
De
cultuur
van
Spanje is innig Rooms - Katholiek, vertelt hij, net als in
Zuid-Frankrijk en
Italië: het doortrekt heel het denken, ook, tot op zekere hoogte,
dat van de
Protestanten. Het is de gemeenschappelijke basis. Het beeld van de cura
, de pastoor
, die het in alles voor het zeggen
heeft,
leeft diep in het onderbewuste van de kerk hier, ook bij de
Protestanten. Zij
vormen een minderheid, die overleeft, in een nog altijd tamelijk vijandige situatie. Wel zijn er relaties
met
Salesianen, Claretijnen en Capucijnen, maar de rest van de (Rooms
Katholieke)
kerk is gewoon vijandig gezind.
De
financiële
situatie
van de gemeente is zorgelijk. Ook de buitenlandse hulpverlening laat
het steeds
meer afweten ten gunste van landen als Roemenië
etc.
De nood ís daar groter, maar toch… de draagkracht van
zijn mensen is niet zo
geweldig.
Het
jaarbudget is 999.000 Pts, dat is 13.000,- gulden voor heel het
gemeentewerk.
Zodoende is er geen enkele ruimte voor activiteiten
. Als Ds. Carmona folders wil laten
drukken,
moet hij al een beroep doen op Zwitserland, waar zijn dochter
woont… De
gemeente bestaat uit vriendelijke mensen, maar zonder een echte
grote-stads
mentaliteit. Daarvoor is La Llagosta ook te zeer een eigen, vrij
landelijke
gemeente. Een slaapstadje.
De
kerkenraad
riep
Ds. Carmona recentelijk tot de
orde, omdat hij onevenredig veel tijd aan de jeugd
zou
besteden. Dus leest hij nu op zaterdag boeken met ze, om het contact
niet
te verliezen. De oudere generatie heeft meer last van de generatiekloof
dan de
jeugd, lijkt het. Totdat de jeugd het opgeeft. Verzoening tussen
volwassenen en
jeugd
kon
wel eens een punt van gebed
worden!
Het
kerkgebouw ligt ingeklemd tussen winkels, aan een smal pleintje, en is
vriendelijk en helder. De lichtblauwe glas-in-loodramen geven het
geheel een
fris aanzien, evenals de lichte houten preekstoel en lezenaar. Zojuist
is weer
een en ander hersteld, want de regering stelt hoge eisen aan
(Protestantse)
kerkgebouwen. Daar had men met de
begroting niet echt op gerekend, maar geklaagd wordt er niet.
In mei waren er twee uitstapjes
gepland met
de gemeente, en in juni één. Maar of dat doorgaat....
Maandelijks komt de
kerkenraad
bijeen,
en op 24 april 1999 hield men van 10 tot 20 uur een open-deur-dag,
waarbij de
wijk werd uitgenodigd kennis te maken. Daar zijn wel vriendelijke
reacties op
gekomen, maar geen nieuwe gemeenteleden. We weten niet of in 2000 weer
is
gebeurd. De gemeente telt zo’n 20 à 30 kerkgangers op een
gewone zondag.
Eenmaal
per maand is er Avondmaal (dat lijkt binnen de I.E.E.
een
normale frequentie) en verder zijn er gebedsdiensten (door de week) en
zondagse
diensten, waarbij het respectievelijke accent ligt op aanbidding, lof
en
geloofs-opbouw.
Verder
is er ieder jaar een bezoek aan of van de Franse zustergemeente uit
Pamiers Foix,
aan de andere kant van de Pyreneeën. Dat is niet zo ver.
Daardoor
is de cultuur ook min of meer gelijk, en de taal geen groot probleem.
Toch zou
Ds. Carmona graag contact hebben met een gemeente in Nederland, juist
om in
Europees verband iets meer uit te kunnen wisselen. Daarom zijn oproep: Is
er
een Nederlandse gemeente die belangstelling heeft voor La Llagosta? Die
een band
met ons aan wil gaan? Als U toch met vacantie naar Spanje gaat,
neem dan
eens contact op met Ds. Carmona... Hij woont in de binnenstad, in een
straat die
Sant Pere Més heet op nr 4, een hoog, en dan deur 1ª 08003
BARCELONA.
( 09-34-93-26-82-499
fax 00-34-93-26-81-003 Pintor
Pablo Picasso 3 08120 La Llagosta is het adres van de kerk.
naar boven |
Soli
Deo Gloria
is het motto waaronder rond de 25ste april 2001 de
honderdste
sterfdag van Federico Fliedner werd herdacht.
Dit begon op 22 april met een kerkdienst in de Iglesia
de Jesús,
aan de calle Calatrava, waar Federico zelf zijn dienstwerk in Madrid is
begonnen, en die gevolgd werd door een toespraak van zijn kleindochter
Elfriede.
Op 24 april volgde ’s avonds in de aula / kerk, het
‘paraninfo’ van het Porvenir
een bijeenkomst waar stukken werden gelezen uit het werk van Don
Federico,
liederen werden gezongen – door de zanggroep van de Baptisten!
– uit het
liedboek van het Porvenir, waarvan de 4e editie ten doop
werd
gehouden, gevolgd door klassieke muziek die trompetters van de Duitse
School in
Madrid lieten horen.
Van
23-29 april was er in het Porvenir ook een expositie over het
leven en
werk van Federico Fliedner, en op 25 april was het een feestdag op
school, met
op 15 uur een viering voor de kinderen. ’s Avonds werd in het
paraninfo een
drietal voordrachten gehouden over Don Federico als pedagoog,
als
literator, en over zijn relatie met de Spaanse Evangelische kerken. Dit
afgewisseld met muziek van Bach. Daarna werd de 4e editie
van het
Liedboek nóg eens gepresenteerd. De eerste editie uit 1890
ongeveer was van
Federico Fliedner zelf. Het bevat populaire liederen van Christelijke
herkomst,
deels uit het Duits vertaald, deels van oorsprong Spaans, sommige
geheel van
zijn eigen hand, en werd geschreven ten dienste van het muziekonderwijs
aan het
Porvenir en op andere Protestantse scholen. De 2e druk is
van 1923,
en de derde, verzorgd door een van Federico’s zoons, van 1936.
Federico
Fliedner werd geboren in 1845 als zoon van Ds. Theodoor Fliedner te
Kaiserswerth,
en van Carolina Bertheau, die afkomstig was uit een Hugenotenfamilie.
Ook hij
studeerde theologie, maar tijdens de oorlog tussen Pruisen en
Oostenrijk
bekommerde hij zich eveneens om de velen die leden aan cholera. Hij
hield van
reizen, en zo kwam hij, na een reis door Italië, waar hij de
Waldenzen leerde
kennen, in 1869 naar Spanje, in de tijd dat er juist enige
Godsdienstvrijheid
was, en er kleine, vurige gemeenten ontstonden. Het contact sprak hem
zo aan,
dat hij een jaar later terug kwam, intussen predikant van de
Protestantse Duitse
kerk, die hem uitzond als ‘fraternal worker’. Hij
vestigde zich op 9
november 1870 in Madrid, waar hij Spaans leerde en medicijnen studeerde
aan de
Universiteit van Madrid, terwijl hij tegelijkertijd in de gemeenten
begon te
helpen, te beginnen met de Iglesia de Jesús, waar toen Don
Francisco de Paula
Ruet stond. Ook steunde hij kleine groepen in de provincie, en stichtte
hij
overal scholen. In 1873 stichtte hij bovendien de Librería
Nacional y
Extranjera, die van immens belang is geweest en gebleven voor de
Spaanse
Protestanten. Hij schreef ook veel, boeken, tijdschriften, liederen...
Daarvan
worden er nog altijd gezongen, zowel in Spanje, als in Amerika! Zijn
Schotse
vrouw deelde zijn roeping en visie, en zo stond het huis –
ondanks de vier
eigen kinderen – open voor leerlingen die blokten voor hun
eindexamen.
Federico wilde een vervolgopleiding starten.
Dat
koste heel veel moeite, maar op 31 october 1896 werd het Porvenir
geopend! Hij
werkte zo hard, dat hij geen weerstand had toen de tyfus hem bedreigde.
Zo
stierf hij op 25 april 1901. Zijn lijfspreuk was: Nil triste
Christo recepto:
Niets is verdrietig voor wie Christus omhelsd heeft. De herinnering aan
deze man
is en blijve tot zegen.
GvVH
naar boven |
De
drijvende kracht achter het Fliednerwerk in Madrid is de laatste telg
uit dat
geslacht: Doña Elfriede Fliedner. Zij is een van de beide
bewoonsters van het
Porvenir, het grote huis, dat zij tegenwoordig ‘s nachts slechts
deelt met
Bettina Zöckler. Een kleurrijk leven was haar deel. In maart
2001werd ze 88 jaar,
en nog altijd is ze zeer actief. Relatief laat trouwde ze met Don
Teodoro, maar
de kinderen die ze in dat huwelijk moest ontberen, waren via de school
en het
internaat in overvloed aan haar zorg toevertrouwd. Zij houdt bijzonder
veel van
hen, en geen moeite is haar teveel om een goede oplossing te vinden,
wanneer er
problemen zijn. En die zijn er altijd. Don Teodoro is al weer ruim 25
jaar
overleden, maar de vrouw die zijn werk voortzette weet van wanten. Nog
altijd is
zij de spin in het web, die alles in beweging zet, maar op zo’n
manier dat de
meeste mensen denken dat ze zelf het initiatief hebben geno-men. Zo
behouden ze
hun ‘gezicht’. Ze is zeer op Spanje gericht, is er mee
verworteld, maar is
tegelijk zeer Duits geble-ven. Op zich een voortreffelijke combinatie,
wanneer
je in Spanje iets voor elkaar wilt krijgen, want goede managers komen
daar meest
uit het Noorden en Oosten, niet uit Madrid of het Zuiden. In de Blätter
aus
Spanien, een uitgave van het Fliednerwerk, vertelt Elfriede die in
1913 werd
geboren, over haar leven en zo laten we haar deels zelf aan het woord:
’Mijn
leven heeft zich altijd afgespeeld in een spanningsveld tussen
Duitsland en
Spanje, waar ik geboren werd’. Voor de doop werd ze per trein
(drie dagen en
twee nachten, in die tijd) naar Duitsland gebracht, in een soort
hangmatje. Na
de vroege dood van haar moeder - ze was toen 10 jaar jong, en haar
zussen
Gertrud en Irma resp. 13 jaar en 11 maanden - werd ze naar haar
grootmoeder in
Duitsland gestuurd. In Kassel bezocht ze het Lyceum, en ondanks
vreselijk
heimwee naar vader en zusjes kwam ze pas na haar eindexamen terug in
Spanje.
Toch ging ze enige tijd later weer naar Duitsland, voor een
vakopleiding in de
uitgeverij. Die werd met succes bekroond in 1935, en zo kon ze aan het
werk in
de Protestantse (familie)boekhandel in Madrid. De tijden waren zeer
onrustig, de
burgeroorlog begon in 1936. Nu geviel het dat oom Teodoro (de vader van
haar
latere echtgenoot) die het Porvenir beheerde, in 1937 een uitnodiging
aannam
naar Oxford, voor een conferentie van Faith and Order. Tante Katinka
ging mee.
Zo werd Elfriede gevraagd een maandje de huishouding te bestieren op
het
Porvenir. Het liep uit... het werden jaren, nu al bijna 63.
Toen
Elfriede 2 juli 1937 van Calatrava naar het Porvenir verhuisde, was de
stad
omsingeld. Nog één uitvalsweg was vrij. Veel
mensen kwamen naar het
Porvenir om bescherming, mensen van beíde vechtende partijen.
‘Wij zaten er
midden tussen. Onze levensmiddelenkaarten deelden we met veel
vluchtelingen die
er natuurlijk geen hadden.’
De
conferentie in Oxford was door Hitler verboden terrein verklaard voor
Duitsers,
maar hoe kon Teodoro dat weten? Hij pleitte in Oxford met verve
voor
godsdienstvrijheid in Spanje, hetgeen nóch in Spanje,
nóch in Duitsland
onopgemerkt bleef. Toen hij na de conferentie in Duitsland en
Zwitserland op
familiebezoek ging werd hij gevolgd. Hij ging de Gestapo in Berlijn
vragen wat
daar de reden van was, en werd prompt gearresteerd. In de gevangenis
werd hij
ernstig ziek, en hoewel hij nog op het nippertje werd vrijgelaten
stierf hij 5
maart 1938 in het Diaconessenhuis. Intussen stond zijn zoon Teodoro jr.
allang
aan het hoofd van het Fliednerwerk.
Elfriede
bleef, maar beiden zagen (nog) niets in elkaar.
Het
leven was moeilijk: er was censuur in Duitsland en censuur in Spanje.
Pas na
enige tijd hoorden ze via via dat Don Teodoro was overleden,
en dat zijn
vrouw Katinka in Duitsland bleef, i.v.m. de zoons die daar in dienst
moesten.
De
burgeroorlog woedde intussen voort, en het Porvenir lag gevaarlijk
dicht bij het
front. De kinderen waren al naar huis gestuurd, en een soldaat van een
van de
ingekwartierde bataljons werd door een geweerkogel gedood. Nog kan men
aan de
buitenkant van het gebouw kogels zien zitten!
In
het eerste jaar van de burgeroorlog had Hitler al bevolen dat alle
Duitsers in
Spanje naar huis moesten.[4]
De Fliedners vonden dat ‘het werk’ voorging, en zo bleven
ze en hielpen
iedereen die hulp nodig had, ongeacht de politieke en godsdienstige
achtergrond.
Dus kwamen ze – natuurlijk – in de problemen. In 1939
noemde Franco hen
‘rood’, ja zelfs: communisten, terwijl de tegenpartij hen
inkleurde als
‘blauw’ en franquisten. Zó kon Teodoro jr. in Madrid
niet werken. Hij ging
in 1940 naar Berlijn, naar het hoofdkwartier van de Gestapo, zoals zijn
vader vóór
hem, en vroeg waarom men hen het werken zo moeilijk maakte. Ze deden
niets
verkeerds! Ongehinderd kon hij Duitsland verlaten, maar in Spanje was
hij nu
ongewenst persoon. Daar zat hij – in Zwitserland. Pas maanden
later zagen
Rooms Katholieke vrienden kans hem Spanje binnen te loodsen, en ja,
toen sloeg
amor toe! Bij het huwelijk, september 1941
– in de Duitse ambassade – kreeg Elfriede een boeket
bloemen, en
Teodoro een exemplaar van... Mein Kampf. Het huwelijk werd
ingezegend in
Bremen (8 october 1941). En de huwelijksreis? Die ging naar Spanjes
Midden-Westen, en Zuiden, naar de gemeenten in Extremadura en
Andalusië, die
aan Teodoro’s zorg waren toevertrouwd.[5]
Tijdens de burgeroorlog
stond het Porvenir zo goed als leeg. Een Zwitserse humanitaire
instelling wilde
er graag een gaarkeuken inrichten, en zo begon er weer een andere vorm
van
diaconaat, nu samen met de Zwitsers. Het nieuws ging als een lopend
vuur rond,
en binnen de kortste tijd kregen er 600 kinderen dagelijks een ontbijt,
en 400
ouderen, in groepen van 100 een maaltijd rond het middaguur. Aan het
eind van de
middag kregen nog eens 600 kinderen een hapje, een bescheiden
‘merienda’. De
toeloop werd steeds groter, zodat de leeftijd voor ouderen van 65 naar
70 en
zelfs 75 jaar moest worden verschoven.
De
tijd na de burgeroorlog was, zo mogelijk, nog moeilijker.
Franco wenste
geen buitenlandse hulp, nam de voedselvoorraden af, en stuurde de
Zwitsers naar
huis. Duitsland kon niets meer voor het Fliednerwerk doen, en noch van
de staat,
noch van de ambassade genoten ze enige bescherming, terwijl Franco alle
Protestantse scholen sloot. De vraag was: Wat
nu?
Er
was in Spanje geen schoolplicht. Alleen leerplicht. Het maakte niet uit
hoe je
aan de nodige kennis kwam. En kinderen van Protestanten werden niet op
Staatsscholen toegelaten. Dus werden in het Porvenir illegaal kinderen
opgenomen
en onderwezen. Voorzichtigheidshalve: het officiële leerplan,
inclusief het
RK-deel. Natuurlijk kwam daar een fikse portie degelijk onderwijs in
het
Protestantisme boven op, maar het werd bij de examens wel eens
héél spannend,
zeker toen een meisje werd ondervraagd over Maarten Luther. Gelukkig
wist ze
zolang uit te weiden over diens jeugd en jonge jaren, dat de examinator
het
verder afkapte. In 1948 werd voor het Theologisch Seminarie ook een
plek
ingericht in het huis. Zo onopvallend mogelijk, maar in januari 1956
kwam de
politie en doorzocht het gebouw, waarbij 40 kinderen en 12 studenten
werden
gevonden.[6]
Allemaal illegaal. Vier uur lang werd er vergaderd met Teodoro en
Elfriede, maar
het resultaat was totale opheffing met ingang van direct, en het
verzegelen van
de lokalen. Slechts met veel moeite konden ze nog voor elkaar krijgen
dat de
kinderen die uit de provincie kwamen 14 dagen respijt kregen voor de
thuisreis.
Dit was de zwartste dag van Elfriedes leven.
De
Duitse ambassade liet weten niets voor hen te kunnen doen: ze werkten
met
Protestanten, en dat waren volgens de Spaanse regering staatsvijanden.
Gelukkig
hielp de Engelse ambassade, en waren er trouwe Rooms Katholieke
vrienden,
zodoende kwam de sluiting zelfs ter sprake in de ministerraad, waar de
minister
van Buitenlandse zaken zei: ‘Dat kunnen we niet maken’.
Twee maanden later
hoorden ze via de Zwitserse ambassade dat de politie niet terug zou
komen, en
dat ‘het Porvenir’ zelf de zegels kon verwijderen. Dat
risico nam men liever
niet. Dus toch langs de officiële weg. Na lang drammen gingen de
zegels er af,
maar het Seminarie mocht niet worden heropend. Dat ging toen naar
Barcelona. Het
werk op de school werd zachtjes aan voorzichtig steeds uitgebreid.
In
1967 noemde Johannes XXIII de Protestanten ‘onze gescheiden
broeders’. Dat
had positieve gevolgen voor de Protestanten in Spanje. In 1969 kon het
Porvenir
als ‘filiaal’ van een andere school, het Cervantescollege,
een vleugje
legaliteit krijgen. De eerste twee leergangen werden van staatswege
erkend.
Toen
kreeg Teodoro een zware vorm van kanker. Elfriede vertelde het hem,
tegen de
raad van de artsen in, en hij zei: ‘Wij zijn samen door de
moeilijke tijden
heen gekomen. Twee klassen zijn erkend, nu wordt het makkelijker, en
kunnen
anderen het werk voortzetten.’ Hij stierf 13 november 1970, 64
jaar oud.
Ds.
Humberto Capó en daarna Ds. Daniel Vergara werden gekozen als
opvolgers van Don
Teodoro. Sinds enige jaren is het de niet-theoloog Alberto Uyá,
bedrijfseconoom, die voorzitter is. Ook na de dood van Teodoro bleven
de
problemen: willekeur van staatswege, en altijd weer financiële
narigheid. Daar
komt zo snel geen eind aan, want een huis dat een eeuw oud is moet
onderhouden
worden, en bovendien stelt de Staat steeds weer eisen aan
brandveiligheid en
dergelijke. Om hoofdpijn van te krijgen!
‘Maar
de maatschappij waarin we werken is in zijn voordeel veranderd.
De
Fliednerstichting is nu geheel Spaans, al heeft ook de Duitse Stichting
tot
bevordering van het Evangelie in Spanje daar een zetel en een stem in.
Ik
geloof dat we op de goede weg zijn. Bij mijn inzet, een leven lang,
voor het
Fliednerwerk hebben we steeds weer de leidende en helpende hand Gods
ervaren. En
als Hij ook verder het werk de Hand boven het hoofd houdt, en dat hopen
we, en
als wij ook verder mogen rekenen op de trouw van onze vrienden, en ook
dat hopen
we, dan vindt dit werk zijn weg wel in het nieuwe Millennium’.[7]
De
andere bewoonster van het Porvenir is Bettina Zöckler, die de
boekhandel in de
Calatrava-straat drijft. Ze kwam herfst 1987 voor het eerst naar
Spanje, nog als
studente, maar zomer 1992 kwam ze ‘voor een half jaartje’.
Het werd
langer.... Haar laten we zelf aan
het woord:
‘Onlangs
schreef ik in een gemeenteblad: Een Duitse is buitenlandse in
Spanje, ook als
ze Europese in Europa blijft. Daarmee kwam ik terug op mijn
scriptie: Confessionele
en Culturele integratie van een Duitser in Spanje. Dat ik dat zelf
ook nog
eens mee zou maken was me tijdens mijn studie nog niet duidelijk. Maar
nu heb ik
zelfs een millenniumwisseling hier mee gemaakt!
Bijna
10 jaar als Protestantse Boekhandelaar in Spanje. Hoe zou ik er ooit op
gekomen
zijn?! Toen ik in de herfst van 1987 mijn beurs kreeg, had ik direct
contact met
de confessionele minderheid der Protestanten in Spanje. Ik kon toen
meteen als
‘steward’ mijn kennis van taal en cultuur toepassen tijdens
een conferentie
van de Wereldraad van Kerken, waarbij ik zomaar ‘je en jij’
mocht zeggen
tegen Konrad Raiser. Dit facet van mijn werk werpt binnen en buiten de
boekhandel iedere keer weer zijn vruchten af, de laatste keer bij het
bezoek van
de Raadsvoorzitter van de Evangelische Kerk in Duitsland met
zijn gevolg
op hoog niveau, (bijv. dineren bij de Duitse Ambassadeur, aan
één tafel met de
Nuntius van Rome en de plaatsvervangende Burgemeester), maar ook bijna
dagelijks
bij bijzondere verzoeken om boeken uit het buitenland of met
buitenlandse gasten
van de Fliednerstichting. Bij het Rijksexamen Vertalen in 1992
in München
viel ik bijna door de mand vanwege mijn wat vage algemene kennis. Dat
zou nu
waarschijnlijk niet veel beter zijn, maar ik zou, als die er was, in de
specialiteit: Religie, Theologie en Kerk waarschijnlijk een absolute
hoogvlieger
zijn. In Tübingen viel ik bij de Spaanse les al op omdat ik
zeldzame bijbelse
uitdrukkingen als Doop, Avondmaal, Zondenvergeving e.d. kende. Dat
krijg je, als
je er dagelijks mee omgaat!
Maar
het taalonderricht stond in de studie op de tweede plaats. Hoe
zit het
met het toepassen van de cultuurwetenschappelijke kennis in en
rond de
boekhandel? Nog afgezien van het
feit dat ik er veel aan heb bij het begrijpen van themata en in overleg
met
klanten, werk ik ook nog steeds redactioneel. In een Protestants
vrouwenblad
schrijf ik af en toe een bijdrage over zeer uiteenlopende onderwerpen,
of anders
vertalingen, en idem dito in gemeentebladen of voor het informatieblad
van de
Fliednerstichting. In april moet ik naar aanleiding van de 100ste
sterfdag van Fritz Fliedner spreken over zijn bezigheden als literator,
een door
hem samengesteld Kinderliedboek met noten opnieuw uitgeven, een
tentoonstelling
daarbij voorbereiden, lezingen uit Fliedners werken uitzoeken die
voorgelezen
zullen worden, boekentafels voorbereiden, de bijeenkomsten organiseren
etc. Nou,
dat klinkt toch wel als cultuurmanagement, niet?
Deze
dingen doe ik op rustige momenten tijdens of na werkuren. Als ik
eenmaal zover
ben dat ik bijv. het begin van een artikel schrijf, gaat het verder
makkelijk en
heb ik er plezier in.
Andere
kleine lichtpuntjes in het gebeuren van alledag zijn de conferenties,
waaraan ik
meestal als vliegende verkoopster deelneem. Twee hoogtepunten in het
laatste
jaar: 1) het eerste Internationale colloquium voor Historici
dit
voorjaar, dat zich toespitste op het Iberische Protestantisme, en een
Iberische
vrouwenbijeenkomst over het thema: Geweld tegen Vrouwen, in de
herfst.
Het
dagelijks leven in de boekhandel kent niet zoveel afwisseling, ook al
geven de
vaste openingsuren er wel structuur aan. Het jaar kent zijn hoogte- en
diepte-punten. Zo heb je de jaarlijkse bijeenkomst van 450 vrouwen uit
heel
Spanje, drie da-gen lang in mei. De boekentafels bereiden we samen
voor, terwijl
mijn collega Manolo dan voor de winkel zorgt, en ik met mijn volgeladen
Peugeot
106, ‘chato’ (stompneus) genaamd, er op uit trek.
Daarnaast zijn we
dan al bezig met de voorbereiding voor de stand op de beurs van juni,
waar we
met behulp van het boekendepot zo’n 2000 titels meenemen, om te
kunnen
concurreren met de andere 450 deelnemers. In de rustige uren, waarin de
stand
natuurlijk wel bezet moet zijn, schrijf ik talrijke achterstallige
brieven.
In
september – october ben ik nauwelijks in de boekhandel, aangezien
ik de
verkoop organiseer van schoolboeken, aan de beide scholen die bij de
Fliednerstichting horen, en die ik op de grootste school ook
persoonlijk leid.
Dat is vermoeiend en zenuwslopend werk, maar geeft altijd een goede
omzet, en
het is een belangrijk been om op te staan voor het Protestants
literatuurwezen.
We
krijgen nu te maken met wetten om de prijzen van schoolboeken te
liberaliseren, zodat we ons zorgen maken over het verlies van
deze vaste
bron van inkomen.
In
de zomer beginnen de voorbereidingen al voor de kerstverkoop. Bij de
huidige
temperaturen in augustus is het moeilijk je daar op te concentreren.
Maar we
hebben nu airconditioning, koelen en verwarmen in één,
omdat onze verwarming
de geest gegeven had, misschien gaat het nu wel beter.
We
bestellen dan de kerstkaarten en bedenken er bijbelteksten voor,
bestellen de
kalenders, enzovoorts. Ik begin met het samenstellen van het
kalendergedeelte
van het Vademécum Evangélico, en met het moeizame nalopen
van het
adressengedeelte er van. Dat bevat alle Protestantse kerken in Spanje.
Dit jaar
heb ik voor de eerste keer een oproep gedaan per e-mail, via de
Protestantse
pers, om correcties van adressen op te vragen, en ik werd werkelijk
gebombardeerd met electronische reacties. Anders telefoneerde ik met
honderden
mensen, in heel Spanje, om hun adressen te controleren. Dat was ook
altijd heel
amusant. Het boekje verschijnt dan in november of december in
zakformaat en is
mijn grote trots, omdat het ieder jaar weer een tamelijk zware
bevalling is. Dit
jaar ging zo ongeveer alles mis, te beginnen met de koerierspost, die
een maand
later nog niet ter plekke was, tot aan de lay-outer, die in plaats van
te werken
aan het design van ons ‘Vademécum’ bezig was geld te
verdienen in een
cafetaria, en nooit op zijn bureau was. Maar ondanks alle tegenslag is
het
boekje verschenen, en razendsnel verstuurd.
In
mijn vrije tijd ben ik al een paar jaar actief als helpster bij de
kinderkerk.
Ik heb zojuist het jaarverslag geschreven over de dingen die de
kinderen en de
helpsters al zo geleerd hebben. Sinds een paar maanden komen wij
regelmatig bij
elkaar ter voorbereiding van een en ander, hetgeen ons als medewerkers
meer
zekerheid schenkt met betrekking tot het thema en een grotere samenhang
onderling, omdat we meer contact hebben.
Verder
woon ik in het Porvenir in de zogenaamde wenteltrapkamer. Elfriede
Fliedner en
ik zijn de enige bewoonsters van het gebouw. Bij de
‘Porvenir-familie’ horen
ook nog Guni[8] en
Sara[9]
die in het huis hiernaast wonen, en dan is er Sonja[10],
die dit hele schooljaar hier is, en diaconaal werk doet. Tijdens de
mid-dagpauze,
en ook vaak bij bezoek of in de zomer staat de woning boven de
boek-handel tot
mijn beschikking, die na een grondige renovatie dit voorjaar zeer
aantrekkelijk
is geworden. Daar heb ik ook aardige buren, een jonge familie met een
zoon, die
zich ontfermen over mij en de woning.
Wel,
je ziet wat er nog terecht kan komen van een cultuurwetenschapper, die
op
confessionele minderheden afstudeert, blijft hangen en zelf tot
onderdeel van
het onderzoek wordt... Die schrijft dan lange rondzendbrieven, en je
kunt je
alleen maar afvragen...
Maar
één ding heb ik er toch bij geleerd, dat ik
tijdens mijn studie nog
niet zo duidelijk had kunnen formuleren. In deze minderheidskerken heb
ik
geleerd achter mijn geloof en mijn persoonlijke instelling ten opzichte
van de
bijbel en van God te kunnen staan. Hier moet je domweg zeggen
wat je
gelooft, de mensen spreken er opener over, en maken het je makkelijk.
Voor
mij is dit aspect van het leven belangrijk geworden, en ik ben blij dat
mijn
integratie in Spanje ook een rijpingsproces in dít opzicht is
geworden.
Schrijf
me, bel me, of zoek me op, dan kun je zelf zien dat het hier vol
afwisseling is,
en dat Madrid best een aardig plaatsje is. Hartelijke groet.
Bettina
Zöckler.
naar boven |
Op
verzoek
plaatsen we nogmaals een bijgewerkte lijst met plaatsen waar U in
Spanje en
Portugal terecht kunt om een Spaanse / Portugese dienst mee te maken.
Neemt U
wel even contact op, als dat mogelijk is, in verband met de tijden.
Hoewel we in
het Vademecum de adressen zoveel mogelijk hebben nagekeken, kunnen we
niet
garanderen dat alles correct is. Maar als U enigszins Spaans spreekt of
begrijpt, zal men het heerlijk vinden U in de kerkdienst te ontmoeten.
SPANJE:
ALICANTE
11:00 Iglesia Evangélica, Maestro Caballero 32 03009 ALICANTE.
(
96/5253
479
ALMUÑECAR
winter 17:30
Av Costa del Sol 37 18690
ALMUÑECAR
ALMUÑECAR
zomer 18:30
BADAJOZ 11
:00 Iglesia del
Salvador, Muñoz Torrero 22 06001 BADAJOZ.
(
924 / 250 291
BARCELONA 11:00
Iglesia de San Pablo, Aragon 51, 08015 BARCELONA.
(
93/2263880
11:00 Iglesia Ev. de Sants, Carreras Candi 60, 08028 BARCELONA
(93/4551771
Barcelona 11:00
Església de Betlem, Nacio 24,
08026 BARCELONA.
(
93/435 17 63
11:00 Iglesia de Pueblo
Nuevo, Llull 161, 08005 BARCELONA.
(
93/485 48 41
11:00 Església de Barcelona Centre Tallers 26 08001 BARCELONA
(93/3189798
BILBAO
11:00 Iglesia Evangélica,
Juan de Garay 2 48003 BILBAO
(
94 / 44 49 237
CADIZ
11:30 Igl. del Salvador, Gen. García Escámez
3” . 1010 CADIZ
(
95/66
258 067
CAPDEPERA 11:00 Iglesia
Evangélica, San Pedro 3, 07580 CAPDEPERA
(MALLORCA). (
971563111
CARTAGENA 11:30 Iglesia de
Cristo, Juan Fernandez 14 30204
CARTAGENA
(MURCIA)
(
968508028
EL
ESCORIAL 18:30 Iglesia El Escorial,
Alfonso XII n° 9,
28180 EL
ESCORIAL (?)
ES
CASTELL
11:00 Igl. Evangélica. Carrer Gran 78, 07720 VILLACARLOS
(MENORCA) (
971362757
GRANADA
11:30 Igl. de San
Pablo. Callejon del Pretorio
11
18008 GRANADA
( 958/122306
JACA
‘s middags Iglesia
Evangélica
Bellido 9 22700 JACA
(
974/361547,974363271
JEREZ
DE LA FRONTERA onreg. (19 u) Igl.de El SaIvador. Argüelles
11, 1401 JEREZ DE LA FRONTERA (
956 882 711, 956 343 871
L'HOSPITALET
11:00 Igl. Evangélica. Orient 28,
08904 L'HOSPITALET
DE LLOBREGAT (933339905
LA
LLAGOSTA 11:00 Iglesia del Redentor.
Pintor Picasso 3 sn 08120 LA
LLAGOSTA (
932682499
LOS
RUBIOS 10:00
Iglesia Evangélica. Camino viejo de Vélez 26 Los Rubios
2970 Rincón de
la Victoria (Chilches) (
952
/ 40 11 99 (bij Málaga)
MALAGA
11:00
Iglesia Evangélica Ollerías
31 29012 Málaga
(
95/221 07 66
MADRID
11:00 Iglesia de
Cristo. Bravo MurilIo 85, 28003 MADRID.
(91
/ 52 17 360
11:00 Iglesia de Jesus.
Calatrava 25, 28005 MADRID
(91
/ 365 68 15
11:00 Iglesia del Salvador.
Noviciado 5, 28015 MADRID
(91
/ 53 21 742
11:00 Iglesia de la
Resurrección. Butrón 20, 28022 MADRID.
(91
/ 57 03 572
MAHON
11:00
Iglesia Evangélica. Angel
20, 07703 MAHON
(MENORCA)
(
971/354 631
MALAGA
12:00
Igl. Evangélica
del Redentor. Ollerias31, 29012 MALAGA.
(
952 / 21 07 66
MERIDA
11 :00 Igl.
del Espíritu Santo. Suárez Somonte 62 06800 MERIDA.
(924
/ 250 291
MIAJADAS
‘s middags
Iglesia Evangélica. Veguilla 22,
10100 MIAJADAS
(CACERES) (924250291
MOSTOLES
11:30 Iglesia de la Esperanza. Paséo de Goya no
19 post,
MOSTOLES
(MADRID)
PALMA
DE MALLORCA 11:00 Iglesia Evangélica Murillo 8, 07013 PALMA DE
MALLORCA (971731810
PUERTO
REAL 11:30 Igl. Evangélica Véjer 2 sn (Villa Mari) 11510
PUERTO REAL (CADIZ) (956831331
REUS
11:00 Iglesia Evangélica. Vidal 9-11,
43201 REUS (
97/73 44 502
RUBI
11:00
Iglesia Evangélica Descobridor Colom 6 08191
RUBI (BARCELONA) (936990319
SAN
FERNANDO 11 : 30 Igl. El Buen Pastor. Pérez Galdós 43,
11100 SAN FERNANDO (CADIZ)
(956/882711
SANTA
COLOMA 11: 00 Iglesia Evangélica. Monturiol 32, 08923 SANTA
COLOMA DE GRAMANET
(BARCELONA).
(93/3851662
SANTANDER
11 :00 Iglesia de Cristo. Gómez
Orena 11 , 39003 SANTANDER.
(942/211099
SEVILLA
11:00 Igl. de
la Santísima Trinidad. Conde Negro 9, 41006
SEVILLA
(955793554
TORRE
DEL MAR 12:00 Edificio Ronda esc. 5G,
29740 TORRE
DEL MAR (MÁLAGA) (
952544837
VALENCIA
11:00
Iglesia Evangélica. Goya 7, 46008 VALENCIA
(
96
/ 27 42 605
ZARAGOZA
11:00 Igl. del Espíritu
Santo. Mariano
Supervía 52, 50006 ZARAGOZA
(976/353568
Portugal:
BEBEDOURO
11 : 30 (in de buurt van Coimbra)
ERMIDA
11 : 30 (in de buurt van Mira)
FIGUEIRA
DA FOZ 15 :
00 Rua Dez de Agosto
MOURA
11 : 00 (in de buurt van Mira)
PORTOMAR
9 : 00 (in de buurt
van Mira)
ROSSIO
DO SUL DO TEJO 11 : 30 (bij Abrantes) Rua do Cavaco
LISSABON
en omstreken:
11 : 00 Febo Moniz 17 - 19
11 . 00 Tomas de Anunciaçao 56
11 : 00 Calçaa da Ajuda 205 - 207
11 : 00 Algès, Rua EduardoAugusto Pedrosa
10 : 00 Setubal, Rua Camilo Castelo-Branco 8
ACORES
11 :
00 Sa Miguel, Ponta
Delgada, Rua Madre de Deus
MADEIRA
Funchal
12 : 00 Rua do Conselheiro 47
naar boven |
Geboorte
Mochten we u in ons Berichtenblad nr 62 de geboorte aankondigen van
Rafaël,
zoon van Ds. Philippe Fromont en Giselle Kolkman, nu kunnen we melden
dat hij
een broertje gekregen heeft: Nathanaël. Niet de ooievaar heeft die
gebracht,
zei het geboortekaartje, maar God heeft gegeven, dat betekent de naam.
Moge de
Heer dan ook zegen geven op dit jonge leven, en op het gezin waarin hij
op mag
groeien. Dat ooit iedereen mag zeggen: Nathanaël? Een
Godsgeschenk!
Beterschap.
Na angstige tijden, waarin veel gebeden is, danken we de Heer voor het
voorspoedig herstel van de echtgenote van onze penningmeester. Juist
als we gaan
door een dodelijk donker dal is de Heer ons als een Herder nabij.
In
Memoriam Moisés Moreno García.
1935 Moisés Moreno García 2000
Tweede
kerstdag 2000 ontsliep in zijn Heer ds. Moisés Moreno
García in de leeftijd
van 69 jaar. Zijn jeugd bracht hij door in (de kerk van) Sevilla, en
daar leerde
hij hoe hij zich ten dienste kon stellen van kinderen en jeugd, tot hem
zijn
roeping tot het pastoraat helder werd. Hij studeerde aan het
Protestants Centrum
voor Theologische Vorming in Barcelona van october 1975 tot december
1961, en
was predikant in Cádiz (1962-1969), Zaragoza (1969-1975), waar
hij de nieuwe
kerk inwijdde, en een camping kocht: ‘Albert Cadier’, om
vervolgens geroepen
te worden naar Sevilla-San Fernando (1976-1983) en Granada.
(1983-1985). Daar
velde hem in october 1983 een trombose, en liet hem zeer gehandicapt
achter. Het
ziek-zijn vormde een zware beproeving voor de altijd zo actieve
Moisés, en door
het afnemen van zijn krachten werd het actieve pastoraat onmogelijk.
‘Predikant is wie de kudde leidt’, placht hij te zeggen.
Maar niet alles
viel weg. Van 1986 – 2000 bracht hij door in Madrid, waar hij
woonde boven de
Iglesia de Jesús, c/ Calatrava, en
waar hij vanaf 1991 mee werkte aan de bijbelstudie – tot het
laatst toe! Wij
bezochten hem vorig jaar, en hij was oud, ver voorbij zijn jaren.
Ondanks de
steun van zijn trouwe echtgenote Joséfina viel het leven hem
zwaar. De
nierdialyse was eigenlijk meer dan hij op kon brengen.
Naast
zijn predikantschap vervulde ds. Moreno ook taken op landelijk vlak.
Hij was lid
van de Comisión Permanente en van verschillende organisaties en
commissies
binnen de kerk. Zo stond hij lange tijd aan het hoofd van het
departement van
Zondagsscholen.
Ds.
Samuel Pimentel, predikant aan de Calatrava, haalt op: het laatste stuk
dat het
gezin uit de bijbel las was 2 Timotheus 4: 6 – 7: Want wat
mij aangaat,
reeds word ik als plengoffer geofferd en het tijdstip van mijn
verscheiden staat
voor de deur. Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten
einde.gebracht, ik heb het geloof behouden.
Zijn
leven was daar de beste exegese van. Het was een zware strijd, als die
van Jacob
bij de Jabbok, en niet zonder angstige vragen, maar altijd vanuit het
geloof en
vasthoudend aan Christus.
Hij
heeft dit vertrouwen, en deze zekerheid mogen verwerven en vasthouden.
Dat
de herinnering aan hem tot zegen mag zijn voor velen.
naar boven |
Er
is gerede hoop dat er een oplossing zal komen voor het probleem
van de
pensioenen der predikanten die nooit als zodanig mochten worden
ingeschreven, en
dus ook nooit voor hun pensioen mochten betalen. Nu drukken de
uitkeringen aan
ongeveer 15 predikanten, invaliden en weduwen nog zeer zwaar op het
budget
van de I.E.E., maar er zijn in februari aarzelende gesprekken op
gang
gekomen, die naar men hoopt toch op den duur er toe zullen leiden dat
deze
rechtsongelijkheid zal worden opgelost.
De
pauselijke brief Domine Jesu, waarin gesteld wordt dat
slechts de
Orthodoxen ware kerken zijn, naast die van Rome, (maar wel op het
verkeerde
pad!) heeft in Spanje bij de Protestanten voor veel teleurstelling
gezorgd. Na
het accoord met de Lutheranen over de genade door het geloof, was er
hoop dat
dit een stevige zet in de goede richting zou zijn voor erkenning van
het
Protestantisme en voor de Oecumene. De verhouding Rome –
Reformatie lijkt
hiermee terug geworpen naar (ongeveer) af. Echter ook in Spanje zijn er
Rooms
Katholieken die hierin niet mee willen gaan, en die op plaatselijk
niveau –
zij het bescheiden – mee doen aan verschillende oecumenische
projecten.
Op
4 december is in Cartagena de nieuwe Iglesia de Cristo,
Juan
Fernandez 14 ingewijd, met een drukbezochte dienst, waarbij namens de
Comisión
Permanente ds. Enrique Capó de preek hield. De nieuwbouw is
bekostigd door de
Staat voor 30 jaar het terrein te leasen. Deze heeft er de kerk
gebouwd, en
daarop een zestal woonlagen, waarvan er één gedeeltelijk
functioneert als
predikantswoning. Er zijn verscheidene ruimten voor het gemeentewerk,
deels in
de kerk, deels in de pastorie. Nog altijd is het de bedoeling dat er
radio-uitzendingen zullen komen, zodra dat mogelijk is.
Op
3 maart werd in Móstoles de nieuwe kerk ingewijd met de
fraaie naam La
Esperanza, de Hoop. Het terrein
achter de Paseo de Goya 19 is een enorme vooruitgang t.o.v de vorige
locatie. De
gemeente, die een integratie van Guineanen en Spanjaarden laat zien,
waarbij
beide partijden delen van elkaars cultuur hebben overgenomen, is een
spannend
voorbeeld van het Protestantisme in deze nieuwe tijd, voor Spanje. Moge
ook voor
hen het nieuwe gebouw tot zegen zijn!
Er
is in Spanje veel commotie over de nieuwe vreemdelingenwet, die
de
rechten van de immigranten zeer inperkt. In de tuinbouw met name zijn
veel
goedkope krachten nodig, die worden geronseld in Noord-Afrika. Helaas
komt niet
iedereen met een visum en werkvergunning de grens over. De
levensomstandigheden
van deze mensen zijn met één woord te beschrijven:
regelrechte slavernij,
want om in Spanje te kunnen blijven zijn ze tot alles bereid, en daar
wordt
gebruik van gemaakt. Een verkeersongeluk met een busje, waarbij 11
mensen
omkwamen, die onder vreselijke omstandigheden werden vervoerd, schudde
het
geweten van het land wat wakker. Ook de Protestanten hebben
geprotesteerd.
Eind
mei heeft de F.E.R.E.D.E. een brief aan president Aznar
geschreven om hem
te herinneren aan het feit dat ze al meer dan een jaar proberen een
afspraak met
het te maken. Men wil spreken over reorganisatie van de instituten die
voor de
Staat de belangen behartigen van de kerkelijke zaken en met name van de
religieuze minderheden; over religieuze discriminatie op het niveau van
de Staat
en in de praktijk van alledag; men wil een duidelijke wet op kerkelijke
instellingen, en aanpassing van het KB 142/1981 aangaande de
registratie van
kerkelijke instellingen, en verder over de uitwerking en uitvoering van
samenwerkingsaccoorden – plus nog wat kleine dingen als meer
rechten op Radio-
en TV-tijd. Al met al een stap die getuigt van lef en zelfvertrouwen!
[1] De eerste bijeenkomst over deze zaken, ook onder verantwoordelijkheid van de Spaanse Evangelische Alliantie, werd 11 jaar geleden gehouden. De conclusies van destijds zijn voor Protestanten steeds een goede leidraad geweest op het gebied van bio-ethiek.
[2] Programma:
Lezingen:
1 Bio-ethiek in de huidige sociale context (Dr. Pablo
Martínez, medicus).
2 Bijbelse bases voor bio-ethiek (José de Segovia, predikant en
theoloog)
3 Pastorale zorg ten aanzien van bio-ethische problemen (Julián
Mellado, predikant en theoloog)
4 De kerk en het verantwoordelijk alternatief (Jose L.G. Panete,
predikant en theoloog)
Openbare lezingen:
1 Het recht op leven (Higinio Cortés)
2 De kwaliteit van leven (Fernando Bandrés, medicus)
3 De ingreep in het leven (Antonio Cruz, predikant en theoloog)
Bijbelse verhandelingen: Drie themata: 1
God, oorsprong van het leven 2 Christus, die het leven herstelt en 3
Volheid van leven (Samuel Millos, predikant en theoloog)
Drie groepen werkcolleges:
1 Bio-ethiek wetenschap en Geneesmiddel (Aids, anticonceptie,
genetische manipulatie, klonering, IVF, orgaantransplantatie,
pijnbestrijding bij terminale patiënten.)
2 Bio-ethiek en maatschappij (verdeling van middelen, ecologie,
overbevolking, doodstraf, bio-ethiek en recht, communicatiemiddelen, opinievorming, bioethiek, vrijwilligerswerk)
3 Bio-ethiek en sociaal dienstbetoon (verslaving en Aids,
mindervaliden, randfiguren, ouderen, abortus, sociale gezondheidszorg,
jeugdzorg)
[3] hostels – of sterfhuizen
[4] En de Fliedners waren nog Duitsers, want om Spanjaard te kunnen worden, moest je Rooms Katholiek zijn.
[5] Veel predikanten waren gevangen, vermoord of gevlucht in die tijd.
[6] Uw vorige voorzitter, ds. Voerman, was toen als ‘fraternal worker’ docent aan en directeur van het Seminarie.
[7] Veel meer, bijzondere, gewone en ontroerende dingen vindt U in Memorias de la familia Fliedner ISBN 84-921503-7-8 Uitg. Gayata
[8] Gunhilde Hecker, rechterhand van Doña Elfriede.
[9] Een Spaanse, die vooral de huishouding en overdag de persoonlijke verzorging van Doña Elfriede op zich neemt.
[10] Een lief jong meisje, uit Duitsland, uit een goede familie, dat hier ook wel behoed is.
naar boven |
Sueño
El
corazón reposa junto a la fuente fría
(llénala con tus hilos, arañas del olvido).
El agua de la fuente su canción le decía
(llénala con tus hilos, arañas del olvido).
Mi corazón despierto, sus amores decía
(araña del silencio, téjele su misterio).
El agua de la fuente lo escuchaba sombrío
(araña del silencio, téjele su misterio).
Mi corazón se vuelca sobre la fuente fría
(manos blancas, lejanas, detened a las aguas).
Y el agua se lo lleva cantando de alegría
(manos blancas, lejanas, nada queda en las aguas).
Droom
Het hart rust aan de
koude bron
(vul die met je draden, spinnen der vergetelheid).
Het water van de bron zong het zijn lied
(vul dat met je draden, spinnen der vergetelheid).
Eenmaal wakker bezong mijn hart zijn liefdes
(spin der stilte, weef het zijn geheimenis).
Duister luisterde ‘t water der bron
(spin der stilte, weef het zijn geheimenis).
Mijn hart stort zich uit boven de kille bron
(blanke, verre handen, weerhoud de wateren!),
en zingend van vreugde voert het water het mee
(blanke, verre handen, niets blijft achter in het water).
vert:
GVvH
naar boven |