De (eerste) Hervorming in Spanje was in de XVI een grote hit,
onder andere bij de intellectuele elite. Vandaar uit kwam begin XVI eeuw ook
de inspiratie die Von Staupnitz, Maarten Luthers overste, er toe bracht broeder
Maarten op te dragen de schop eens te halen door de universitaire gemeenschap,
met het bekende gevolg. Juist het feit dat de intelligentsia zo gevoelig bleek
voor de bijbelse normen en waarden vroeg om draconische maatregelen, en zo werd
de (reeds bestaande) inquisitie, die de zuiverheid van het geloof moest onderzoeken,
en per definitie een kerkelijke aangelegenheid was, aangevuld met de uitvoerende
macht van de staat. Het gevolg was dat er in heel Spanje grote schoonmaak werd
gehouden. Alles wat niet kerkelijk was in de stijl van Rome werd het leven onmogelijk
gemaakt. Na afloop was er geen belijdende Jood, Moslim of Protestant meer te
bekennen in Spanje.
De uitroeiing van de Protestanten was uitermate effectief, en voor zover ze
in leven bleven, en er de mogelijkheid voor hadden, vertrokken ze vaak naar
het Buitenland. In Amsterdam was op een gegeven moment een geheel Spaanse gemeente
actief! Voor zover er in Spanje nog Protestanten waren, bleven die ondergronds
en illegaal, maar er wordt gezegd dat er, zeker aan de Oostkust, nog waren.
Dat zou verklaren waarom er een voedingsbodem was waarop de zaadjes van de zgn.
Tweede Hervorming in de XIX eeuw in Spanje konden wortelen en opbloeien. Alleen
was er dit keer geen sociale toplaag die er door werd aangesproken. Magnaten
als de Madrileen Luis Usoz y Río, intellectuelen als José María Blanco White
en mannen van hoge rang als generaal Juan Labrador zijn grote uitzonderingen.
Het merendeel van de nieuwe Protestanten behoorden tot de anonieme massa, ja,
soms zelfs tot de marge van de maatschappij.
Een
van de namen uit die tijd die in heel Europa bekend was, is die van Manuel
Matamoros García, wiens proces voor het Hooggerechtshof van Andalusië
(om precies te zijn: in Granada) tussen 1860 en 1863 heel Europa de adem
deed inhouden. Hij is geboren in Lepe in Huelva, op 8-4-1834, binnen een goed
burgerlijk milieu. De vader, luitenant b.d. van de artillerie, stierf in 1837
waarna het gezin naar Málaga trok. Gelukkig kreeg de weduwe nog een erfenis,
zodat de familie weer in redelijke stijl kon leven. Het gezin was volgens Protestantse
bronnen uit 1863 zeer gelovig katholiek. Vader zou volgens de papieren zelfs
in 1808 bezig geweest te zijn aan een studie theologie, maar de inval van de
Fransen dwong hem dienst te nemen. De moeder heeft hemel en aarde bewogen, opdat
zoon Manuel het leger in kon, om de stiel van zijn vader voort te zetten, dit
was immers de wens van de vader. Dit gaf allerlei problemen. Zijn broer, Indalecio
Manuel, * 7-12-1837, die na de militaire academie diende in Spanje, Afrika en
Cuba, lukte het wel een loopbaan bij het leger te hebben. Manuel