Colofon:

Het Berichtenblad is een uitgave van het bestuur van de Nederlandse Stichting ‘Het Evangelie in Spanje’  die beoogt de zaak van het Evangelie in Spanje  - in nauw overleg met de Spaanse Evangelische kerken zelf -
vanuit de wijde kring der Nederlandse Protestantse kerken naar beste krachten te bevorderen.

Eindredactie: G.A. Voerman - van Haselen
Geerte Bolwerk 25    3511 XA Utrecht
info@evangelie-in-spanje.nl           
website:  www.evangelie-in-spanje.nl

MEDEDELINGEN VAN DE ADMINISTRATIE
Vriendelijk verzoeken wij u adreswijzigingen door te geven aan:
Geertebolwerk 25, 3511 XA Utrecht of via internet.  
Voor uw medewerking zeggen wij u hartelijk dank.

BIJDRAGEN
Bijdragen voor ons werk zien wij graag tegemoet op bankrekening
NL58 ABNA 0456774068 of op NL46 INGB 0000315800, beide ten name van ‘Het Evangelie in Spanje’ te Zeist.




Zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.
Mt 28:20

Als Jezus ons vraagt ons te bekommeren om de andere mensen in deze wereld, en hen te vertellen van Gods Liefde, voor u en mij, maar ook voor al die anderen, miljoenen, miljarden mensen, dan wéét Hij hoe moeilijk wij dat kunnen vinden.
Hij weet dat we soms lijden onder het feit dat we ons zo ontoereikend voelen.
Maar Hij zegt: Ik ben met jou, altijd!
In Zijn Geest van Liefde begeleidt Hij ons stamelen en proberen, ons bidden en vragen.


Van de redactie.

Ook dit keer proberen we u een beeld te geven van een stukje Protestantisme in de Spaanse wereld. Net als hier heeft die wereld veel invloed op de manier van geloven en leven, van getuigen en voortbestaan.
Altijd (bewust) in Gods Hand.



Inhoudsopgave

Politiek in Spanje is ook niet alles… 
Na de crisis. 4
Spanje, een land zonder samenhang.
Tachtig jaar na dato: de Spaanse Burgeroorlog.
Protestantse kerken en het Franco-régime.
Spaanse plaats gaat stedenband aan met Israelisch dorp 
Viering 500 jaar Reformatie en de toekomst van de kerk in Europa 
La Biblia del Oso 
Stoelendans 
Faculteiten op bezoek 25-06-2016 
Vluchtelingen 
Centro de Espiritualidad in El Escorial.
Pensioenen.
Scholen.
Protestants Panorama.
I.E.R.E.
Financiën.
Diasporacollecten.
In Memoriam ds. José María Martínez.
Gedicht: Soneto XVIII  (Rafael y Lope de Vega)


Politiek in Spanje is ook niet alles…

Na de verkiezingen in december 2015 moest er nog een verkiezingsronde komen, want de partijen werden het maar niet met elkaar eens. Nadat alle mogelijke combinaties met stijve poten om elkaar heen hadden gedraaid, als katten in een vreemde omgeving, zijn nu de Partido Popular van de vroegere Premier Mariano Rajoy en de Ciudadanos met elkaar in gesprek, er ligt een afspraak om samen de corruptie te bestrijden. Maar sinds 2 september is het al haast zeker dat er in december een derde stemronde nodig is! Het élan waarmee de Spaanse bevolking, die van schandalen en corruptie meer dan genoeg had, massaal heeft gestemd op jonge, nieuwe partijen, begint op te drogen, nu de jonge garde niet tot een regering lijkt te kunnen komen. De economie heeft onder dit wispelturige gedrag van de nieuwe en oude politici te lijden, waardoor de economische groei in Spanje minder is dan in andere Europese landen. We zullen zien.



Na de crisis.

Het schijnt dat de economische crisis voorbij is. Ook in Spanje is er een voorzichtige groei van de economie, de werkloosheid daalt een beetje, maar een kwart van de werklozen is al meer dan vier jaar zonder werk, en dat betekent in feite dat ze de hoop op een baan in de toekomst kunnen laten varen. Ook de ruim 2 miljoen mensen die al 2 jaar geen baan hebben leven tussen hoop en wanhoop.
Van de aantrekkende economie profiteren vooral de jonge hoogopgeleiden, die al werk hadden. Zij hebben meer uit te geven, en dat geld besteden ze net als onze jeugd vooral aan eten, uitgaan en kleding. Juist de toegenomen consumptie is de motor van de kleine groei van de Spaanse economie van de laatste tijd.
Maar voor ruim een derde van de Spaanse huishoudens (34.3%) is een pensioentje de enige bron van inkomsten!
Dat kan dan een ouderdomspensioen zijn, (daar moeten soms drie generaties van leven,) een weduwenpensioen, of een gehandicaptenuitkering.
De meeste huishoudens zijn afhankelijk van de maandelijkse looncheque, of ze werken als ZZP-er. Ruim 47% van de bevolking heeft betaald werk, dat is het hoogste aantal sinds 2011, (zij zijn het ook die het meeste uitgeven, logisch!) en net als vorig jaar werkt ruim 10% zelfstandig. Maar bijna 6% van de huishoudens in Spanje is volledig afhankelijk van een tijdelijke werkloosheidsuitkering, of de bijstand (een stuk lager dan hier). In 2014 was dat bijna 7%, voor de crisis, in 2006 2,3%.

Op zich zijn de tijden weer gunstiger voor wie in Spanje werk zoekt. Het aantal Spanjaarden zonder werk is in juni naar het laagste niveau gedaald sinds september 2009, meldt persbureau AFP. Toen waren er bijna 3,77 miljoen geregistreerde werklozen. Dat zijn er ruim 124.000 minder dan een maand eerder. Het is de sterkste daling in drie jaar.

Vooral de dienstensector groeide met ruim tachtigduizend extra banen door het toenemende toerisme. Ook in de bouw, de industrie en in de winkelcentra nam de werkgelegenheid wat toe. In Catalonië en Andalusië, waar veel toeristische stranden liggen, kwamen er de meeste banen bij. Toerisme is een belangrijke sector: het is goed voor ongeveer 11 % van het bruto binnenlands product. Jammer genoeg hield die groei niet aan in augustus. De toeristen bleven wat weg.

De politici, op zoek naar kiezers, beloven bijna allemaal nieuwe banen te creëren. Want meer dan twee miljoen mensen zijn al twee jaar of langer werkloos. Ook veel mensen mét werk leven in de marge van de samenleving. Zeven miljoen mensen hebben minder dan 750 euro per maand te besteden. En nog altijd bedraagt de werkloosheid zo’n 20 %, met een enorme groep laag opgeleide langdurig werklozen.

De staatsschuld van Spanje is ongeveer 99% van het bruto binnenlands product. (In Nederland op dit moment 64,1% - de Europese regels geven aan dat het niet meer dan 60% zou mogen zijn, maar er zijn weinig landen die dat halen.)



Hoe je aan je huishoudgeld komt, maakt een groot verschil bij de vraag hoe je het uitgeeft. Huishoudens waarvan de kostwinner werkt, gaven vorig jaar € 31.095 uit, en dat is 13,4% meer dan gemiddeld. Maar waar de kostwinner zonder werk zat, gaf men gemiddeld € 17.461 uit, 36% minder dan gemiddeld. Mensen die het met een pensioen moesten doen gaven vorig jaar gemiddeld € 25.319 uit.

De kosten van levensonderhoud liggen in Spanje i.h.a. ongeveer op hetzelfde niveau als in Nederland.

OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO


Hoe werkt dit alles door in de kerken van onze Protestantse broeders en zusters? De inkomsten van collecten en giften lopen nog steeds behoorlijk achter bij die uit het verleden, omdat ook hier veel mensen geen werk hebben. Maar de druk op de caritas, de diaconie en de vrijwilligers is onverminderd hoog.
Uw gebed én uw gaven zijn nog steeds van groot belang.



Spanje, een land zonder samenhang.

In de jaren van de overgang naar democratie na 1975 (toen dictator Franco stierf), werd Spanje opgedeeld in autonome regio’s.
Bas
kenland, Catalonië en Galicië waren gebieden met een andere taal en cultuur en zij streefden naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid. Maar ook Andalusië en zelfs de Canarische Eilanden kregen een beperkt zelfbestuur. In het parlement van Spanje zijn deze autonome regio’s vertegenwoordigd door kleine nationalistische partijen. Grote problemen zijn het nationalisme, de onverkoopbare huizen, corruptie, en armoede. Hier wat voorbeelden uit de kranten…

Nationalisme is meer regionaal gevoel, dan een nationaal gebeuren.

In een dorpje in het uiterste Noord-Oosten, Arbúcies in Girona, is vrijwel iedereen het er over eens dat Catalonië zich van de rest van Spanje moet afscheiden.
Als je binnenkomt in Arbúcies wappert overal de ‘estelada’, de rood-gele vlag met blauwe ster, als het symbool van de Catalaanse onafhankelijkheid. En op het balkon van het gemeentehuis zoek je tevergeefs naar de verplichte Spaanse vlag. Ook hangt het portret van de koning niet in de raadszaal hangt. (Links de Plaza Mayor).
Voor zaken als voetbal voelt men zich niet betrokken bij clubs uit de rest van Spanje, zelfs niet als die veel succes hebben. Men kijkt naar Barça, de club uit Barcelona. Ook al zijn de zeven miljoen inwoners van Catalonië zijn tot op het bot verdeeld over de vraag of de regio zich moet afscheiden van Spanje, bijna iedereen wil het liefst een onafhankelijk Catalonië. Spanje is er een buitenland. Bijna een bezetter.
De afgelopen tien jaar is de onafhankelijkheidsbeweging in Catalonië sterk gegroeid, omdat men zich keer op keer door Madrid bedrogen voelt. Een van hen zegt: ‘We zijn gewoon een ander volk. Dat is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven.’ Zo diep zit dat.
Nationale partijen als de PP, de PSOE en Ciudadanos, verzetten zich allemaal tegen een onafhankelijk Catalonië. Alleen de protestpartij Podemos had een referendum over afscheiding in haar programma staan. Maar ook daarvan heeft men geen grote verwachtingen meer.

In het midden van Spanje, in Castilla La Mancha, een uurtje rijden van Madrid, ligt Pioz, een heel ander dorp, met weer heel andere problemen. Het was een klein dorp, met 900 inwoners, dat voor de crisis werd overspoeld met nieuwbouw. Een compleet villadorp zou er worden neergezet, met 25.000 woningen, maar toen kwam de crisis, en de meeste van die villa’s werden nooit gebouwd... Het werden er 3000, en daarvan zijn er ook nog honderden niet verkocht. Toen de projectontwikkelaar kwam, hebben veel families zich diep in de schulden gestoken, om zo mee te kunnen profiteren van de glanzende toekomst die hen werd voorspeld. Nu zijn ze het dorp met de grootste schuldenlast per hoofd van de bevolking van heel Spanje. Met een tekort van 11 miljoen euro kan het gemeentebestuur niets investeren.
Corrupte politici die dit soort dingen in heel Spanje hebben laten gebeuren, ontspringen nog steeds de dans.
In 2008 stortte de Spaanse vastgoedmarkt in na een geweldige bouwbubbel. Volgens het Instituut voor Statistiek (INE) staan nog ruim 3 miljoen woningen leeg. Vele daarvan zullen onverkoopbaar blijven; tussen 2008
en 2013 daalde de waarde van woningen met gemiddeld 35 procent.
Volgens García López, de burgemeester van Pioz, is het grootste probleem dat het de mensen ontbreekt aan gemeenschapszin. Mensen eisen van alles van de gemeente. Alsof de schuld niet domweg het probleem is van alle inwoners samen. De inkomsten bedragen hier jaarlijks 2,5 miljoen euro. Met een tekort van 11 miljoen begin je dan niet veel.
Het kasteel voegt weinig toe, al komen er wel wat toeristen. Iedere cent moet worden omgedraaid. Maar de burgemeester vertrouwt erop dat alle huizen ooit bewoond zullen worden.
Daar is hij van overtuigd. Maar dat is al.

Niet erg ver van Pioz ligt Torrelodones aan de rand van Madrid.
Spanje maakt sinds enige jaren werk van corruptiebestrijding. Er lopen ruim 150 rechtszaken, waarbij tal van politici betrokken zijn. In totaal zijn er zo’n tweeduizend verdachten. Vooral leden van de conservatieve partij Partido Popular hebben boter op het hoofd.
De vorige burgemeester van de P. P. (2003-2011) liet zich het liefst door zijn chauffeur in een geblindeerde auto met bodyguards rondrijden. Hij zou, als de grote baas, het dorp Torrelodones wel eens opstoten in de vaart der volkeren. Familie en vrienden zouden er zeker beter van worden.
Hij volgde een beproefd recept om geld binnen te halen. Zijn familie had een waardeloos stuk land gekocht dat later als dure bouwgrond moest worden doorverkocht. De plannen werden gedekt door partijgenoten. Totdat een groep boze burgers opstond en een einde maakte aan het bedrog. De burgemeester vertrok uit Torrelodones, maar is nog niet veroordeeld. Een nieuwe partij, Buren voor Torrelodones, veegde de plannen van tafel en wist zo een stuk natuur te behouden.
Nu geldt het dorp als voorbeeld hoe corruptie bestreden kan worden.

In 2011 trof de nieuwe burgemeester, Elena Biurrun van ‘de Buren’, een chaos aan toen zij aantrad.

Jaren lang hadden mensen die dachten dat ze konden doen wat ze wilden de macht gehad. Dat was een levenshouding die vele politici van de oude gevestigde partijen zich dachten te kunnen aanmeten. Dat gebeurde in heel Spanje en in alle partijen. Onder leiding van mevrouw Biurrun werd het bestuur van Torrelodones totaal veranderd. Ze bracht haar eigen salaris terug met 21 %, en verdient nu 49.500 euro bruto per jaar. Aan allerlei privileges heeft ze een einde gemaakt. Alle inkomsten en uitgaven staan op internet. Iedere euro wordt verantwoord. Langzamerhand zijn de mensen gaan geloven dat er ècht dingen veranderen. Nu hebben De Buren een absolute meerderheid. Volgens mevrouw Biurrun staat Spanje aan het begin van een nieuw tijdperk, waarin ook andere dorpen en steden steeds meer afstand zullen nemen van corrupte politici. Politici die stelen moeten achter de tralies terechtkomen. ‘Er is in Spanje nog heel veel schoon te vegen. Het is tijd voor een nieuw Spanje waarin de burgers voor zichzelf opkomen,’ zegt ze.

Maar veel burgers kunnen dat helemaal niet, of in elk geval niet op de manier die mevrouw Biurrun voor ogen heeft. Neem de bewoners van een soort Schilderswijk in Zuid-Sevilla. Het is een gevaarlijk gebied, met drugshandelaren, hoeren en zakkenrollers. Vijftien jaar geleden woonden daar veertigduizend mensen in een van de armste buurten van Europa. Bussen en taxi’s reden er niet.
De politie en de postbode kwamen er niet. Alleen zwaarbewapende eenheden probeerden af en toe de drugsbazen een slag toe te brengen. Maar in 2003 begreep de lokale overheid in Sevilla eindelijk dat de massale toestroom van arbeiders, illegalen en daklozen naar deze wijk een regelrechte ramp was. Er was geen sociale samenhang.

Er hingen drugsverslaafden rond; de helft van de kinderen ging niet naar school; veel ouderen konden niet lezen of schrijven.
Vaak leefden gezinnen van 300 euro of minder per maand.
In feite stonden ze buiten de maatschappij, maar daar werd aan gewerkt. De basisvoorzieningen zijn er weer. De politie maakt de dienst uit. Mensen kregen weer een doel in hun leven.
Toen kwam de economische crisis die voor velen een einde maakte aan de hoop dat het ooit goed zou komen. Want aan de onderkant van de samenleving vielen de hardste klappen. De werkloosheid liep hier op tot wel 70 procent. Tot overmaat van ramp liggen nu alle structurele plannen stil sinds de landelijke verkiezingen van 20 december 2015. Als er geen regering is, worden er geen besluiten genomen over de toekomst en voor deze mensen is dat rampzalig.
Deze mensen kunnen, en willen voorlopig niets anders dan overleven.
Maar het komt ooit goed, daarop wordt gehoopt
Bron: voor een deel Koen Greven (NRC?)
qqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqqq



Tachtig jaar na dato: de Spaanse Burgeroorlog.

U hebt het misschien gemerkt in de kranten: het is dit jaar 80 jaar geleden dat de verwoestende burgeroorlog, die van 1936 – 1939 Spanje teisterde, begon.
Omdat zo’n 800 Nederlanders aan die burgeroorlog hebben deelgenomen, is dat geen ver-van-mijn-bed-show, al weten weinig mensen er het fijne van.
Op 6 juli jl. heeft bij het monument op het plein Spanje '36-'39 in Amsterdam-Noord een aantal nabestaanden en sympathisanten het begin van de Spaanse burgeroorlog herdacht.
Die oorlog ging tussen de Republikeinse regering in Spanje en het leger dat een staatsgreep had gepleegd. Hieronder iets meer hierover.

Vanuit Nederland gingen ongeveer achthonderd mensen naar Spanje om daar mee te vechten aan de kant van de Republiek. Onder hen waren enkele honderden linkse Amsterdammers (sociaal-democraten en communisten). Vandaar dat er in Amsterdam voor hen sinds 1986 een monument staat. Dat is door het Bredero Lyceum in Noord geadopteerd.
De school onderhoudt het, en ontvangt tijdens de jaarlijkse herdenking de mensen.

Veel van de vrijwilligers die in de ‘Rode Brigade’ meevochten zijn gesneuveld, gewond geraakt, en soms zijn ze in Spanje blijven hangen. Degenen die terug kwamen naar Nederland moesten zwaar boeten voor hun enthousiasme om te strijden tegen het fascisme, want ze waren zonder toestemming van de overheid in vreemde krijgsdienst gegaan, en dan raakte je je Nederlanderschap kwijt. En daarmee al je rechten. Bovendien stond er een lange gevangenschap op.

Over de datum van het begin van de burgeroorlog bestaat weinig duidelijkheid. Zoiets, we zien het zich in Turkije afspelen op dit moment, is gewoonlijk een reeks gebeurtenissen, waardoor op een gegeven moment de vlam in de pan slaat.


Geschiedenis.
In het begin van deze eeuw heersten in Spanje nog semi - feodale toestanden. De meeste grond was in handen van een kleine minderheid aan landeigenaren. De macht van de R.-K. kerk, die eveneens uitgestrekte landerijen bezat, was heel groot.

Tussen de provincies onderling bestonden er belangrijke verschillen in cultuur en economische ontwikkeling. Zo was Catalonië sterk geïndustrialiseerd, terwijl in Extremadura en Andalusië honderdduizenden pachtboertjes en dagloners nagenoeg verhongerden.

Er was een zwakke monarchie die in de jaren twintig 'terzijde gestaan' werd door een militaire dictatuur onder leiding van generaal Primo de Rivera.

Maar in 1931 behaalden de anti-monarchistische krachten een klinkende overwinning bij de verkiezingen. De Republiek werd op 14 april 1931 uitgeroepen en de koning vertrok in ballingschap. De linkse partijen hadden aanvankelijk de meerderheid. Het parlement, de Cortès, keurde agrarische hervormingen goed en verleende verregaande autonomie aan Catalonië.

Korte tijd later kregen de rechtse partijen weer meer invloed in de regering. Tussen 1931 en 1936 zwenkte de regering van links naar rechts, daarbij en kreeg daarbij keer op keer te maken met aanslagen en stakingen die dan weer hardhandig werden onderdrukt.

De verkiezingen in februari 1936 brachten de rechtse partijen een duidelijke nederlaag toe. Het Volksfront, een coalitie van progressieve republikeinen, socialisten en communisten kwam nu aan de macht. Ook de anarchisten, vooral sterk in Catalonië, verleenden hun steun. Dit Volksfront beloofde onder meer landhervormingen en amnestie voor alle politieke gevangenen. Er werd een gematigde centrumpolitiek gevoerd - maar de rechtse krachten wilden geen democratie voor Spanje. Aan de rechterzijde had men de monarchistische Carlistische partij en de fascistische Falange, die een bondgenootschap aangingen met het leger.

Op 17 juli 1936 pleegden officieren van de garnizoenen in Spaans Marokko een staatsgreep. In het nationalistisch kamp werd een junta opgericht die optrad als regering. Na het dodelijk ongeluk van de voorzitter kreeg generaal Francisco Franco de leiding. Deze rebellen kregen onder meer in Sevilla, Granada, Salamanca en Burgos de macht in handen, maar in Madrid, Barcelona en tal van andere steden mislukte de coup door het hevige verzet van burgers en soldaten die de republiek trouw bleven. De burgeroorlog was begonnen.

De republikeinse regering was in de dagen na de opstand verlamd door besluiteloosheid. De arbeidersorganisaties wilden wapens, maar de regering weigerde dat. Vakbonden en linkse partijen vormden milities. In Barcelona plunderden anarchisten munitiedepots en kazernes.
Ook in Madrid werd hevig gevochten. De fascistische opstandelingen hadden zich verschanst in de Montafia-kazerne, waar ze omsingeld werden door een woedende menigte. De communiste Dolores Ibárrurri, bijgenaamd 'La Pasionaria', hield de eerste van een lange reeks opzwepende radiotoespraken. Van haar zijn de legendarische woorden 'No pasarán': "Zij (de fascisten) zullen er niet doorkomen."

Als snel bleek dat Spanje in twee stukken was gevallen. De twee Baskische provincies in het noorden en een groot deel van Asturië bleven behouden voor de republiek, evenals de oostelijke gewesten met de gebieden rond Barcelona en Valencia, het centrum met Madrid en een deel van het zuidelijke Andalusië.

De opstand van het leger had een revolutionaire tegenbeweging in het leven geroepen. In Catalonië werden bedrijven en boerderijen gecollectiviseerd, maar ook in andere regio’s bleken de arbeiders te radicaliseren. De haat tegen kerk en grootgrondbezit kwam tot uiting in plunderingen en brandstichting in kerken.

In september 1936 kwam de rekrutering van internationale brigades op gang. Tienduizenden antifascisten snelden de republiek ter hulp.
Waaronder dus honderden Nederlanders. Maar de regeringen van de Europese landen deden officieel niets. Al verleenden Duitsland en Italië, evenals Portugal, toch wel militaire steun aan Franco. Hij had veel aan Duitse contingent, waaronder het 5.000 man sterke Condor-legioen, een experimentele tank-, anti-tank en luchtmacht-eenheid.

Groeiende interne onenigheid verzwakte intussen de Republikeinen.
Lange tijd schoof de frontlijn heen en weer. In de lente van 1937 behaalden de republikeinen nog belangrijke overwinningen, zoals bij Guadalajara. Een nieuw nationalistisch offensief tegen Madrid werd afgeslagen en de toestand rondom de hoofdstad bleef nog twee jaar onbeslist. De nationalistische troepen veroverden echter geleidelijk meer terrein. In mei 1938 deed de Republikeinse regeringsleider een poging om vredesonderhandelingen te starten, maar Franco eiste een onvoorwaardelijke overgave. In januari 1939 viel Madrid. Er kwam direct een massale vluchtelingenstroom naar de Franse grens op gang.

Op 1 april, toen de republikeinse troepen in Extremadura, Andalusië en de Levant hadden gecapituleerd, proclameerde Franco dat de oorlog was afgelopen. De wraakneming na de overwinning was hard: er vielen naar schatting 150.000 tot 200.000 slachtoffers.
Tijdens Franco’s dictatuur kwamen schendingen van de mensenrechten geregeld voor
. (‘Maar de treinen liepen op tijd!’)

Nog altijd is de Burgeroorlog de grote splijtzwam in de Spaanse samenleving. Onder de regering van Zapatero maakte men er ernst mee meer openheid te betrachten ten aanzien van het verleden, maar aan de andere kant waren er ook toen mensen die alle pijnlijke situaties maar liever onder het tapijt veegden. De regeringen van de PP hebben die openheid zoveel mogelijk weer ongedaan gemaakt.
Het is bijzonder dat de Spaanse tegenhanger van het Franse Ouradour sur Glane: Belchite, op dit moment veel aandacht krijgt in de pers. Het centrum van Belchite is als ruïne blijven bestaan na de oorlog, maar het nieuwe plaatsje is iets verder opgebouwd. Nu er gebrek aan bouwgrond komt, zijn er die het oude dorp, waar heel zwaar gevochten is in de Burgeroorlog, tegen de vlakte willen gooien, anderen willen het daarentegen zo bewaren als memento van het gebeurde.
wqb wqb wqb wqb wqb wqb wqb wqb wqb wqb wqb wqb wqb wqb wqb   

Protestantse kerken en het Franco-régime.


40 jaar na de dood van Franco op 20 november 1975, is Spanje
een moderne, dynamische staat.
Maar de figuur van Franco en zijn erfenis vormen nog altijd een splijtzwam in de Spaanse maatschappij.

De Protestantse christenen hebben het onder Franco bijzonder zwaar gehad, en zij zijn de harde en bittere tijden onder het zgn. ‘Nationaalkatholicisme’ allerminst vergeten.
De R.K.K. was de enig toegestane religie. Anders-gelovigen moesten vluchten of werden gevangen genomen, velen werden terechtgesteld, en er werden nog tot eind jaren ’60 regelmatig Protestanten aangegeven door priesters, aldus ds. J.A. Monroy in Protestante Digital.

Pas in 1965 mochten Protestanten privé bij elkaar komen, maar dan nog met maximaal 20 personen. Op openbaar terrein mochten alleen R.K. ontmoetingen worden georganiseerd. Pas later werden kerkdiensten toegestaan. Nog steeds geldt: val niet op, maak geen lawaai!
 
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO



Spaanse plaats gaat stedenband aan met Israëlisch dorp

Half juni 2016 heeft Sivan Yehieli, de burgemeester van de gemeente Kfar Havradim in Noord-Galilea, zijn handtekening gezet on­der een overeenkomst om te komen tot een stedenband met het Spaanse Castrillo Mota de Judios. Burgemeester Lorenzo Rodríguez deed dat voor het Spaanse dorp.
De lang gebruikte naam van het dorp Castrillo Matajudios betekent: "Dood (aan de) Joden". Tegenwoordig heet het Castrillo Mota de Judios en dat betekent: 'Joodse heuvel', en nu gaat het een stedenband aan met een dorp in Israël: Kvar Havra­dim ('Dorp van de rozen').
Bij die plechtigheid in Israël, was ook de Spaanse ambassadeur in Israël aanwezig. De dorpen zijn overeengekomen om de culturele, touristische en commerciële banden te versterken.
"We zijn in het Heilige Land om de wortels van ons dorp te versterken", zei burge­meester Rodríguez. De plaats is in 1035 gesticht, toen Joden, die gevlucht waren voor een pogrom, en zich daar vestigden. Verder had hij het over een nieuw hoofd­stuk in de geschiedenis van zijn dorp. Dat heet immers sinds vorig jaar niet lan­ger 'Dood de Joden', maar 'Jood­se heuvel'.
Het is niet de eerste keer dat het plaatsje van naam verandert, want Castrillo Mota de Judios (Joodse heuvel) is de oorspronkelijke naam van het dorp. Met  de regering van het ‘Katholieke Koningspaar’ werden Joden en Islamieten al snel vervolgd. Sinds 1492 maakte de Spaanse Inquisitie daar een halszaak van.
In 1627, toen er in Spanje weer een golf van vervolgingen was met alle ‘niet Christelijke’ (lees RK) religies als slachtoffers, kreeg het dorp de naam Castrillo Matajudios.
Een paar jaar geleden sneed de burgemeester de discussie over de negatieve naam van het dorp aan. (Er is de laatste jaren meer waardering in Spanje voor de oorspronkelijke Joodse cultuur, en er werd de bewoners antisemitisme verweten). Toen besloot een kleine meerderheid van de inwo­ners dat men genoeg had van de antisemitische naam: 29 van de 56 stem­gerechtigden stemden in met de naamsverande­ring en het dorp kreeg na 400 jaar zijn oorspron­kelijke naam weer te­rug. Dat ging niet zonder strubbelingen, maar met de stedenband met het Is­raëlische dorp hoopt Castrillo Mota de Judios een duidelijk punt te hebben gemaakt!
YYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYY



Viering 500 jaar Reformatie en de toekomst van de kerk in Europa

Evenals hun zusterkerken in Nederland maken ook de protestantse kerken van Spanje zich op om in de loop van 2017 op vele manieren 500 jaar Hervorming te vieren. Ook een commissie van de I.E.E. is druk bezig met de voorbereidingen. Behalve de vraag naar de identiteit staat ook de rol van het protestantisme in Spanje centraal.

Pedro Zamora, decaan van het SEUT, schreef in Cristianismo Protestante een prikkelende bijdrage over de toekomst van het christendom in Europa naar aanleiding van een artikel met die titel van de Russische hoogleraar literatuurgeschiedenis Sergei Sergeevich Averintsev.

Pedro Zamora begint te constateren dat er tegengestelde verwachtingen zijn. De evangelical theoloog Alister Libro de Alister McGrathMcGrath is optimistisch. De Brit signaleert in zijn boek over de toekomst van het christendom dat de christenheid al eerder in de geschiedenis op de rand van de verdwijning heeft gestaan; de kerk zal ook nu wel weten te overleven.
Anderen zien in de hedendaagse ontwikkelingen een parallel met de val van Rome door de wilde 'barbaren' die het vermoeide rijk van alle kanten binnenvielen. Ook zou het einde van de christelijke kerken nabij zijn door de voortschrijdende secularisatie.



El profesor ruso de teoría e historia de la literatura, Sergei AverintsevPedro Zamora wijst op Sergei Averintsev (1937–2004) die een ander perspectief kiest, wellicht als Russisch-orthodox gelovige, en geholpen door zijn persoonlijke ervaringen onder het Sovjet regiem. In de visie van prof. Averintsev mag de kerk er nooit op uit zijn een bepalende en overheersende plaats in te nemen in de samenleving waarvan zij deel uitmaakt. Naarmate christenen zich meer inspannen om te worden beschouwd als een gewaardeerd deel van een cultuur (de Europese bijvoorbeeld) en menen daarvoor speciale verdiensten te hebben opgebouwd, zijn zij minder in staat om echt bij te dragen aan de betreffende cultuur. In dit verband ziet de Rus zowel de houding van het 'conservatisme' als van het 'progressieve denken' als niet meer dan pretenties om een relevante plaats te willen innemen in een bepaalde cultuur.
'Zowel de 'conservatieve' als de 'liberale' posities in de theologie hebben hun bestaansrecht verloren als resultaat van het uiteenvallen van de oude christenheid. Het conservatisme doet zijn best om oude verbanden te redden en veilig te stellen, terwijl de liberale theologie zich wijdt
aan het bevrijden van het individuele geloof uit dezelfde verbanden.
Maar iedereen zal begrijpen dat in de seculiere samenleving het conservatisme niets meer bewaart en de liberale theologie niemand meer bevrijding weet te bieden. De eerste houding is teruggebracht tot een nostalgie zonder hoop, de tweede tot een activisme dat van iedere zin is ontdaan.'
Averintsev wil zeggen: de kerk moet niet 'conservatief', 'liberaal' of progressief' willen zijn. Hij ziet die als verloren posities en termen uit een verouderd paradigma van een intern westers debat.
Het is voor de kerk voldoende als zij in haar pure bestaan overtuigt. 'Aan nieuwe generaties moet men geen comfortabel christendom overdragen, maar een geloof dat werkelijk iets van hen vraagt.          
Voor onze jongeren is het 'comfort' christendom niet minder dan een aanstoot en een schandaal.'

Hier vinden wij behartigenswaardige woorden wat betreft de toekomst van de kerk in Europa, aldus Pedro Zamora.
Iedere kerk dient zich fundamenteel bezig te houden met de vraag of zij coherent is, dat wil zeggen: veeleisend ten opzichte van zichzelf in de navolging van haar meester, Jezus. 'En iedere theologische bezigheid zou voorrang moeten geven om de navolging van Jezus in de praktijk te brengen en zich er niet toe te beperken uit te leggen hoe wij Jezus vandaag hebben te verstaan.'
Dan mogen er verschillen blijven, maar misschien dat daarin het beeld van een kerk die werkelijk weet te overtuigen zichtbaar zal worden.
In woorden van de kerkvader Tertullianus: ´Je wordt niet als christen geboren, christenen worden gemaakt in de praktijk van het leven´. 
Dr. Zamora besluit: ‘Zo beschouwd zullen wij de statistieken over religie minder serieus nemen, en wel zien hoe God zijn eigen, verrassende weg gaat’.

                                                                                                                                            Wout van Laar



La Biblia del Oso
 
Wat de Statenvertaling is voor ons, is de Biblia del Oso voor de Spaanse predikanten. Dit jaar staat die weer extra in de belangstelling, omdat het 400 jaar geleden is dat de bekende schrijver Cervantes stierf. En misschien heeft hij deze Bijbel wel gelezen. Heel misschien. Hoe kwam deze bijbel tot stand?

Het begon met Juan Pérez de Pineda (1500 – 1567), zelf schrijver, en zijn nalatenschap was bedoeld ter bevordering van geestelijke literatuur, en m.n. voor de vertaling van de hele Bijbel in het Castiliaans.
Casiodoro de Reina (1520-1594) besteedde daar 12 jaar aan.
De Bijbel werd 1569 gedrukt in Bazel; de eerste druk bestond uit 2600 exemplaren en is bekend als de Biblia del Oso, de Berebijbel.
Een beer likt op de openingspagina honing uit een bijenkorf, er onder staan in het Hebreeuws de woorden uit psalm 119:103: Hoe zoet zijn uw woorden voor mijn gehemelte, zoeter dan honing voor mijn mond.

Later werd deze versie herzien door Cipriano de Valera. Het Nieuwe Testament werd in 1596 in Londen gepubliceerd, en de hele Bijbel in Amsterdam in 1602. De vele latere revisies dragen allemaal de naam Reina-Valera.

Heeft
Cervantes, wiens El Quijote (Don Quichotte) in 1605 uitkwam, deze Bijbel gekend?

Men weet het niet zeker, maar er waren in 1557 al mensen die dit soort ‘contrabande’ met ezels door heel Spanje verkochten.
Het is waarschijnlijk dat Cervantes deze uitgave heeft kunnen lezen, hetzij tijdens zijn omzwervingen in Spanje, hetzij tijdens zijn reizen in het buitenland.

En dat maakt het voor Spanjaarden interessant!

 
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&



Stoelendans


Ds. Stephen Anderson werd op 20-2-2016 in Los Rubios ingezegend als predikant voor de Engelstalige gemeenten in Torre de Mar en in Malaga.
Hij is afgestaan als ‘fraternal worker’ door de Presbyteriaanse kerk van Ierland.
Moge er zegen rusten op zijn werk.


Faculteiten op bezoek 25-06-2016

De CEPPLE (Conférence d'Églises Protestantes des Pays Latins d'Europe) initieert om het jaar een ontmoeting van mensen uit verschillende Theologische Faculteiten.
Dit jaar werd de ontmoeting georganiseerd door de Theologische faculteit van Montpellier, in een vakantieoord van de Verenigde Protestantse kerk van Frankrijk. Regelmatig nemen de volgende faculteiten hier aan deel: IPT (Institut Protestant de Théologie dat bestaat uit de faculteiten van Parijs en Montpellier), de Waldenser faculteit in Rome, en de theologische faculteiten van Genève, Lausanne, Straatsburg, Brussel, plus… die van het SEUT!
Er werd o.a. gesproken over de groeiende multiculturele samenstelling van de landen, en over de mogelijkheid van samenwerking, en dan m.n. op het gebied van cursussen via internet, die vaak al parallel lopen. Wellicht zal men in de toekomst deelcertificaten bij de andere faculteiten kunnen behalen. In 2018 hoopt men de zaken praktisch uit te werken.



Vluchtelingen
Het dagelijks bestuur van de I.E.E. heeft zich uitgesproken voor een betere opvang van vluchtelingen, juist door Spanje. Men zou het ‘Duitse Model’ in Spanje ook willen hebben. In elk geval zijn er een aantal locaties In Mérida, Jaca en Los Rubios aangeboden om te helpen bij integratie en opvang. Op langere termijn wil men ook advocaten en andere deskundigen ter beschikking stellen.



Centro de Espiritualidad in El Escorial.
Per 1 januari is het SEUT in zijn geheel verhuisd naar gebouw Esperanza bij het Porvenir in Madrid. Daar werken nu 4 vaste krachten, een secretaresse, en nog acht onbetaalde krachten op hoog niveau. Daarmee kwam dus ruimte vrij in El Escorial. Er is besloten dat daar een spiritueel centrum moet komen.
Men had een Theoloog en Psychotherapeut aangezocht om er de leiding op zich te nemen, maar al snel bleek dat deze man andere dingen wilde dan de Fliednerstichting. Dus nu zoekt men naar iemand met wie het wel blijft klikken. Voorlopig is er een comité benoemd.



Pensioenen.

Vorig jaar werd de pensioenwet aangepast, en dat leek een vooruitgang, maar achteraf bleek er een grote maas in de wet te zijn: wel werden de predikanten gelijk gesteld met R.K. priesters, (op zich al onhandig, want die zijn niet gehuwd, en ze laten theoretisch geen weduwen en wezen achter), maar dit gold dan met terugwerkende kracht voor de tijd dat ze onder Franco uitgesloten waren van de sociale zekerheid. Daarmee zou dan eindelijk recht gedaan worden aan de uitspraak van het Europese Hof voor de Mensenrechten...
Maar dan blijft er een periode vanaf de dood van Franco tot aan 1999, toen de predikanten eindelijk hun sociale lasten konden afdragen, en pensioen konden gaan opbouwen, die niet gedekt is! De I.E.E. blijft procederen op individueel niveau, met soms kleine succesjes. Ook de FEREDE blijft vechten tegen discriminatie en voor gerechtigheid, maar de Spaanse overheid blijft dwarsliggen!


Scholen.
Hier een blik op het Porvenir, rechts, en de nieuwbouw, links, waarvan dit schooljaar ook de bovenste verdiepingen in gebruik zijn genomen.
Dit had Frits Fliedner zich waarschijnlijk in zijn stoutste dromen niet kunnen voorstellen! Wel is het jammer dat het plan voor een bejaardenhuis op dit terrein niet meer verwezenlijkt kon worden. Maar leden van het Dagelijks Bestuur van de Fliednerstichting zijn kort geleden op bezoek geweest in Duitsland, om te onderzoeken hoe er met name voor demente bejaarden goede zorg kan worden geboden. Dat is een bevolkingsgroep die ook in Spanje in aantal groeiende is, en in de zorg en opvang loopt men achter.
############################################################
Het afgelopen schooljaar hebben zich zoveel leerlingen gemeld voor het Porvenir, (bijna 1000!) dat er vooral in peuter- en kleuterklassen overbevolking dreigde. De Gemeente Madrid moest tijdelijk een paar regels aanpassen! Het is wel goed gekomen. J
Vanaf september 2016 wordt er in het Porvenir in de twee hoogste klassen van het middelbaar onderwijs weer tweetalig onderwijs aangeboden. Daarin kunnen ze examen doen, maar men kan ook via een vierjarige online cursus een Amerikaans examen doen. Men wil minstens één klas vullen met leerlingen van het Porvenir en het Juan de Valdés die ervoor in aanmerking komen. Bovendien worden de lessen Duits voortgezet.



Protestants Panorama.
U weet natuurlijk dat wij niet alleen banden hebben met de I.E.E., maar ook met de IERE, de kerk die al snel afsplitste van de I.E.E. in een poging meer Spaans te zijn, maar die in feite steeds meer de kant van de Anglicaanse kerk opging, en ook in die gemeenschap is opgenomen. Verder vindt men in Spanje de Philadelphia-kerken, dat zijn vaak Pinksterachtige gemeenten van voornamelijk Roma en Sinti, en heel veel zelfstandige gemeenten, die het hele kerkelijke spectrum beslaan, van zwaar Calvinistisch tot Amerikaans sektarisch.
Een aparte groep is verenigd in de FIEIDE, (Federación de Iglesias Evangélicas Independientes de España) de vereniging van zelfstandige Baptistengemeenten in Spanje. Die werd op 9 januari 1957 opgericht door 9 gemeenten in Catalonië en Andalusië. Nu bestaat de federatie uit 62 gemeenten met 89 kapellen en kerken, is lid van de FEREDE van de internationale Bond van Vrije kerken. Ze hebben een Theologische (hoge)school in Caspe, een bejaardenhuis in Reus, en een ontmoetingscentrum op Ibiza.
UUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUU



I.E.R.E.
 
Op zondag 28 augustus heeft bisschop Carlos López Lozano van  de I.E.R.E. in de kleine gemeente Valladolid twee volwassenen, die nog niet eerder de doop hadden ontvangen, mogen dopen, en daarna werden ze, samen met nog iemand uit de gemeente gevormd.

Don Carlos is altijd erg actief en reist veel door binnen- en buitenland. J



Financiën.

Allereerst enkele correcties op de mededelingen in het vorige berichtenblad. Inmiddels is de jaarrekening over 2015 vastgesteld.

De opbrengst van de Diasporacollecte over 2015 bedroeg € 420.
Overige collecten en giften werden ontvangen tot een totaalbedrag van € 2.527

Voor kind-moeders in Bolivia (een spontaan projectje via Facebook GVvH) werd uiteindelijk € 745 overgemaakt.

De bijdrage voor predikantssalarissen bedroeg in 2015 niet € 5.500, maar € 6.000.
Dit jaar konden wij voor 2016 laatstgenoemd bedrag verhogen tot € 6.500.

Wij hopen dat u wilt blijven bijdragen, zodat wij in Spanje kunnen blijven helpen.

Ook vestigen wij nogmaals de aandacht op de Diasporacollecte voor 2016.

Uw bijdrage zien wij graag tegemoet op bankrekening

NL58 ABNA 0456 774 068 of  NL46 INGB 0000 315 800,

beide ten name van Het Evangelie in Spanje te Zeist.
Graag onder vermelding van het doel.
Diasporacollecte 2016 of Algemeen
.

G.B. van Delft
Penningmeester.



Diasporacollecten.

Wij hebben dankzij U voor het project van 2014 voor El Camino in Alicante (zie berichtenblad nr. 80 blz. 16) een bedrag van 537,70 € naar Spanje over kunnen maken.
Het project van 2015 voor Frater Nadal in Rubí is afgerond met 420 €
en wij willen U nogmaals met aandrang attent maken op het project van dit jaar 2016, voor maandelijks vers fruit en groente in Rubí, waarvoor dit jaar nog maar 192,25 € binnen gekomen is.
Zie Berichtenblad 83 blz. 22.
De nood is daar zo groot!!! U kunt nog helpen!!! Vers fruit en verse groenten zijn toch eerste levensbehoeften!
(
NL58 ABNA 0456 774 068 of  NL46 INGB 0000 315 800 ten name van Het Evangelie in Spanje te Zeist
o.v.v. Diasporacollecte 2016
)
Tegelijk kijken we vooruit naar 2017.

Hulpverleningsproject 'Camino' in Alicante: een voorbeeld van naastenliefde

Ook dit jaar vragen wij, als Stichting Het Evangelie in Spanje, om een plekje op het collecterooster.
Dit op verzoek van de Iglesia Evangélica Española.
Alicante hulpverlening
In Alicante, aan de oostkust, is 'El Camino' (De Weg) een bekend begrip in de buurt.
Iedere week worden na de zondagse dienst de banken van de lokale I.E.E.-gemeente in Alicante de banken verwijderd. De kerkruimte verandert dan in een ruimte waar de meest behoeftige mensen uit de omgeving worden ontvangen en waar hen zorg wordt geboden. Ook schoolkinderen vormen een belangrijke groep die aandacht krijgt. Dat houdt niet alleen het delen van voedsel en kleding in, maar ook pastorale en sociale hulp en advies op maat.
De inzet van de kleine christengemeente is groot. De bijdrage van vrijwilligers, ook uit de omtrek is indrukwekkend; mensen aan wie hulp verstrekt wordt, helpen eveneens enthousiast mee.

Het afgelopen jaar was moeilijk. Door de economische crisis kwam er te weinig binnen aan fondsen en middelen. Ook de verandering van regelgeving van de kant van de overheid die nieuwe normen stelde werkte remmend. De kerk geneerde zich soms omdat ze, zelf met weinigen en arm, zo weinig te bieden had. Het besef tekort te schieten drong zich op. Maar juist de hulpvragers benadrukten: ook kleine beetjes hulp en aandacht zijn heel belangrijk.

Toen kwam er zeer gewaardeerde hulp van de provincie Valencia, waar ambtenaren onder de indruk raakten van de kwaliteit van 'Camino' en spontaan zelf hulp aanboden. Dankzij steun van de Provincie, de voedselbank en andere instanties is de Camino nu uitgegroeid tot een organisatie die op geregelde basis sociale zorg geeft aan zo'n 200 families (vanaf 2014 zijn ongeveer 1000 families bereikt!). U bemerkt wel, het project 'Camino' mag zich in een goede naam verheugen. De inzet van de christelijke gemeente daarachter geldt als een voorbeeld van onzelfzuchtige naastenliefde in een verharde en materialistische samenleving waar mensen uitsluitend gaan voor zichzelf en hun portemonnee.

Een volgende stap die volgens de nieuwe normen en ter wille van de goede voortgang is vereist, is het aantrekken van een professionele kracht. Maar allereerst is dringend meer geld nodig voor de voedsel- en kledinghulp. Met het oog daarop doet het bestuur van de kerk in Spanje een beroep op uw vrijgevigheid!

Vraag ook zelf uw gemeente om te willen collecteren, daar helpt u ons echt mee!



  http://www.eluniverso.com/sites/default/files/styles/nota_ampliada_normal_foto/public/fotos/2016/06/data5915421.jpg?itok=Hc5wl8u4In Memoriam ds. José María Martínez.

Dezer dagen bereikte ons een bericht van het overlijden van José María Martínez. Hij is 92 jaar geworden en werd op 20 juni 2016 opgeroepen om in Gods liefdevolle aanwezigheid te verschijnen. Zo ongeveer wordt dat in Protestantse kringen in Spanje omschreven.
Hij was een zeer bekende predikant in Barcelona en speelde daarnaast ook een belangrijke rol in tal van organisaties, als het Bijbelgenootschap en het Centrum voor Bijbelstudies (C.E.B) dat onderricht verzorgt voor Baptisten-theologen.
In die hoedanigheid leerde ik hem kennen, toen hij eens, jaren geleden, in ons land op bezoek was.

Hij maakte een onuitwisbare indruk op mij. Hij beschikte over een gedegen kennis van de theologie, dankzij zijn belangstelling voor de talen, die in onze tijd het denken over het christelijk geloof en de relevantie daarvan voor de wereld beheersen.

Nog belangrijker was zijn grote bewogenheid met het wel en wee van mensen. Om het nog eens kernachtig te zeggen: hij was herder en leraar. Het contact met hem gaf mij hoop voor de toekomst van Spanje en Catalonië. In een wereldstad als Barcelona bouwde hij een gemeente op van rond de 400 mensen, die regelmatig naar de door hem geleide diensten kwamen.

Ten slotte wil ik nog vermelden, dat de wet op de vrijheid van Godsdienst van 1968 er ook toe leidde, dat niet alleen vertegenwoordigers van de R.K. kerk genodigd werden voor openbare plechtigheden, maar dat eindelijk ook de systematische maatschappelijke boycot van andersdenkenden een einde nam. Deze erkenning heeft hem goed gedaan, zoals hij mij zelf eens zei. Na jaren van doodzwijgen eindelijk officiële uitnodigingen van het gemeentebestuur, is niet het belangrijkste, maar het toont toch aan, dat er oog komt voor de waardevolle bijdrage, die protestanten leveren aan de samenleving.
Ds. José María Martínez was er terecht blij mee!   

                                                                                                                               A. Voerman


Gedicht: Soneto XVIII  (Rafael y Lope de Vega)

 ¿Qué tengo yo, que mi amistad procuras?            Waaraan dank ik Uw vriendschap Heer?
 ¿Qué interés se te sigue, Jesús mío,               
Wat baat het U, mijn Jezus, voor mijn deur
 que a mi puerta, cubierto de rocío,               
met dauw bedekt, telkens te wachten,
 pasas las noches del invierno oscuras?           
die lange, donk’re winternachten?

 ¡Oh, cuánto fueron mis entrañas duras,       
Oh, wat was mijn hart toch wreed,
 pues no te abrí! ¡Qué extraño desvarío,       
dat ‘k U niet open deed! Krankzinnig is het waar
 si de mi ingratitud el hielo frío                     
mijn ijskoude ondankbaarheid
 secó las llagas de tus plantas puras!           
de wonden droogde van Uw pure voetenpaar!

¡Cuántas veces el ángel me decía:               
Hoe dikwijls zei de engel mij:
«Alma, asómate ahora a la ventana,            ‘Ziel, leun uit het venster, zie hoe Hij
 verás con cuánto amor llamar porfía»!        zo liefdevol en koppig roept: Hoor Mij!’!

¡Y cuántas, hermosura soberana,                Hoe dikwijls, Hoge Schoonheid,
«Mañana le abriremos», respondía,            zei ‘k: ‘Mórgen doe ik open, ‘k heb de tijd!’,
 para lo mismo responder mañana!            morgen aan morgen, een eeuwigheid!